26 augustus 2010

Hoe hoort het eigenlijk?

Het is lang het meest gebruikte boek voor etiquette geweest. En in latere jaren zelfs nog herschreven. Hoe hoort het eigenlijk? van Amy Groskamp - ten Have. Ik bezit de tiende druk.

In deze etiquette-bijbel komt alles op het gebied van goede manieren voor bij. Op alfabetische volgorde. En het is veel, wat je moet doen en moet laten. Heel veel.

Aankondigen van een overlijden, bijvoorbeeld. Daar staat beschreven wat je niet moet vermelden. Met de reden waarom. De rouwadvertentie - pagina in de krant is niet de plaats om van persoonlijke gezindheid blijk te geven, zo staat er, om te beginnen. Toen niet, althans. Daar denken we vijftig jaar later wel anders over.

Zo mag je niet schrijven: heden overleed mijn geliefde echtgenoot, vader, grootvader, broeder en behuwdbroeder. Broeder is tegenwoordig broer en behuwdbroeder zwager? Ook, maar dat is nu. Wanneer je dit letterlijk leest, aldus mevrouw Groskamp, lijkt het of de hele familie is gestorven. Het moet dus zijn: heden overleed mijn geliefde echtgenoot, onze vader, grootvader, broeder...

Is er een kindje geboren, dan getuigt het van zeer slechte smaak om te melden: Vandaag ben ik geboren: Pieter, of: We hebben een zusje gekregen, Puck en Koosje.
Wat het wel moet zijn? De heer en mevrouw Jansen - Pietersen geven kennis van de geboorte van hun zoon Hendrik Karel, bijvoorbeeld.

In de jaren vijftig kon je aan een auto nog zien, waar deze vandaan kwam. A is Groningen, B Friesland en D Drenthe. Maar internationaal betekenden diezelfde letters ook toen al Oostenrijk, Belgiƫ en Duitsland. Er zijn dingen die een dame nimmer zal doen. Haren opkammen in een openbare gelegenheid, bijvoorbeeld. Of praten tijdens het volkslied. Of liegen tegen de collectant, dat er al betaald is. Een man spreekt in gezelschap uitsluitend vol lof over zijn vrouw en omgekeerd.

Iets wat je vindt, mag je niet houden. Tegen alle regels van de etiquette, is dat. Sportkleding moet correct zijn. Badkleding mag alleen op het strand en beslist niet daarbuiten. Gasten zijn altijd welkom, ook als ze geen kadootje bij zich hebben. Prent dat vooral uw kinderen al vroeg in.
Een vrouw of man die roddelt over een ander toont een bedenkelijke geestesarmoede. De vrouw die zich van alles laat aanmeten, maar slechts uit tijdverdrijf en niet om het te kopen, is onbeschaafd en onbehoorlijk. Verloofde paren mogen in het openbaar niet al te klef doen, nee: zelfbeheersing is het kenmerk van welopgevoede lieden, die te allen tijde zullen vermijden, anderen aanstoot te geven.

Er is een lijst met vreemde woorden.
De wandelstok is grotendeels in onbruik geraakt, maar toch staan er nog enkele wenken voor gebruik in dit boek. De zakenvrouw dient te zijn als de zakenman, met nog een eigenschap extra. Ze moet zichzelf kunnen wegcijferen, zichzelf ondergeschikt maken aan de zaak. Dat is het zekerste middel tot succes.

Of het destijds echt allemaal zo correct werd nageleefd? Ik vraag het me af. Ik heb er mijn ouders en grootouders nooit over gehoord, over dit boek. Toch moet het een bestseller zijn geweest. Een naslagwerk, waarin iets kon worden opgezocht, wat men niet wist. Waar men aan twijfelde. Hoe hoort het eigenlijk? Dat zochten we dus op.

21 augustus 2010

Het lied van de liefde


Onderwijzeres Nienke Lagendijk stuitte bij toeval op een vacature uit de krant, die ze bij toeval in de trein vond. Ze solliciteerde en werd aangenomen. Ver van huis, dus een eigen onderkomen was noodzakelijk. De school regelde een galerijflat voor haar. Eentje zonder overlast van allerlei gespuis, natuurlijk.

Vierentwintig is ze, en vrijgezel. Maar niet lang. Want daar is Jeroen, haar collega, die haar wel ziet zitten. Zij vindt hem aardig, maar meer ook niet. En dan is er de vader van Ronnie Wouterse een van haar leerlingen. Het zesjarige jochie woont, hoe toevallig, bij haar in de flat. En zijn vader Vincent, de knappe oudere versie van zijn zoon, blijkt gescheiden.

Buiten zijn schuld om. Want zijn ex wilde geen kinderen. Zijn ex ging er vandoor. Zijn ex wil niets meer met hen te maken hebben. Zijn schoonouders nog wel. Nee, die trekken absoluut geen partij voor hun dochter. Vincent heeft een goede baan als tekenaar / constructeur. Toch woont hij nog altijd in de galerijflat.

Het wordt wat tussen Vincent en Nienke. Vincent is behalve knap en donker ook dominant. Maar dat vindt Nienke niet erg, want o, wat is ze gelukkig. Vincent wil met haar naar bed, al bij het tweede afspraakje. En ze stemt toe. Hij wijst haar de deur als hij vermoedt, dat ze een ander heeft. O, wat is ze verdrietig. Hij laat haar weer binnen als ze spijt heeft. Hij regelt een weekendje naar Parijs.

Er volgt een huwelijksaanzoek. Natuurlijk botert ook alles met de familie van Nienke. Die vinden het geen van allen erg, dat ze een gescheiden kerel van een jaar of tien ouder inclusief kind aan de haak geslagen heeft.

Ze trouwen. Zonder feest. Hoeft ook niet van Nienke. Ze stopt maar meteen met werken, ook. Haar stiefzoon heeft een moeder nodig. Die wil ze graag worden. Ze moet haar flat opgezegd hebben, en haar baan. Er moet toch juridisch getrouwtrek geweest zijn met de ex. Lezen we niet. Nou ja, de ex komt eenmaal haar kind opeisen. Die wil niet mee. En Vincent wijst haar woedend de deur. Wordt ook geaccepteerd. Geen nieuwe rechtzaak, geen advocaat.

Er komt nog een kindje bij. Ronnie vindt het allemaal prachtig. En Vincent kondigt aan een huis te willen kopen. Nienke vindt het best. Sterker nog, ze is nog nooit zo gelukkig geweest. Dat weten we nu zo langzamerhand wel. Ze heeft het in dit verhaal zeker vijf keer verzucht. Foei.

Mooie illustraties van Herry Behrens. En goed voor de verzameling Helen Taselaar. Maar verder is het qua inhoud om je te schamen. Het zijn de jaren tachtig, ja. Dus nu zijn de vrouwen zelfstandig. Met een eigen baan, eigen mening, eigen onderkomen. Maar o wee als er een man komt. Dan schuiven ze alles nog tien keer zo gemakkelijk opzij als dertig jaar eerder. Ze aarzelen nog geen seconde.

17 augustus 2010

De klas van Tina op werkweek


De actie voor kindertehuis De Zonnebloem is voorbij. De klas van Tina heeft succes gehad. Want het kindertehuis zal open blijven en bovendien subsidie krijgen van de gemeente. Terug naar het gewone leven dus, naar klas havo 4A, waar het inmiddels Paasvakantie is.

De vierde klassen mogen op werkweek. Zo maar ineens, want dat was altijd iets voor de vijfde. Nee, het was niet bij het begin van het schooljaar al aangekondigd. Iedereen die de middelbare school heeft doorlopen, weet, dat dergelijke uitstapjes altijd al aan het begin van het schooljaar bekend worden gemaakt. Sterker nog, je krijgt vaak een rooster voor een heel jaar. Maar nee. Anouk van Arnhem laat plotseling een werkweek te voorschijn komen, bedoeld voor een nieuw verhaal.

De bestemming is niet voor elke klas hetzelfde. Ze liggen zelfs heel ver uit elkaar. Waar de ene klas naar Brussel mag, gaat de tweede naar Berlijn. Voor Tina's klas is een weekje zeilen in Friesland gepland. En natuurlijk gaat de leraar Frans met ze mee. Hij was eigenlijk ergens anders bij ingedeeld, maar kan de klas niet missen, zo blijkt later.

Van vakkenpakketten of profielen heeft Anouk van Arnhem nog nooit gehoord. In het vierde jaar van de havo heeft iedereen nog steeds Franse les. Het is echt een vak om te laten vallen, zeker voor jongens. Sjoerd van Dalen en Bas Jansen zijn er zelfs heel slecht in. Maar kennelijk is het ze nog altijd verplicht Frans te volgen. De klas zet geregeld de boel op stelten. Ook van het Franse toneelstuk, dat de geschiedenis van Europa moet verbeelden, maken ze een janboel. Natuurlijk speelt Tina de hoofdrol, samen met Sjoerd.

Er is een dropping, waarbij uiteraard Tina en haar groepje zoek raakt. Er wordt een excursie naar een broodbakkerij georganiseerd, en een naar de Waddenzee. Uiteraard is de zeilinstructeur knap om te zien en vanzelfsprekend is hij gecharmeerd van Tina. Waarop Sjoerd, die zich zo'n beetje de vaste verkering van Tina noemde, jaloers was. Maar, ook al zo vanzelfsprekend, natuurlijk komt het goed. Heel romantisch, bij de wadden.

Tina en Sjoerd zijn een jaar of zestien. Toch geen leeftijd, waarop je al wijs praten kunt. In mijn herinnering waren de jongens van zestien vooral bezig met brommers, het vertikken van woordjes leren - niet stoer - en schooltassen bekladden. Alleen dat van die woordjes leren klopt, bij Sjoerd. Verder is hij de ideale man. Al lang geen jongen meer. Geen wonder dat Tina hem aantrekkelijk vindt.

Alleen klopt het absoluut niet met de werkelijkheid. Een leraar kan aardig zijn, kan meevallen, maar laat zich nooit zo van zijn persoonlijke kant zien als Toetje, de leraar Frans, die eigenlijk Van Someren heet. En als hij al eenmaal meevalt, valt hij later ook niet meer tegen. Anouk laat het beeld van de leraar nogal eens wisselen. Wie zo de boel op stelten zet als de klas van Tina, wordt geschorst, al was het maar voor een paar dagen. Tina niet. Die krijgt met haar goede karakter alles voor elkaar.

Herry Behrens maakte er een omslag voor. Daarop zijn Tina en Mieke te zien. Geen zestien, zoals in het verhaal staat. Nee. Ze lijken hier minstens twintig te zijn. Bovendien is de omslag nog gejat ook. Van Marijke Behrens - familie?- die de omslag illustreerde voor: Zelden rust in huize Zeldenrust, van Gerdi van Rijswijck. Ietsje aangepast dan, oke. Maar te gek voor woorden, dat de uitgever - Kluitman - dit geaccepteerd heeft.