29 juli 2018

Het Barbara kwartet


Het zijn, aldus de achterflaptekst van de pocket editie, vlotte, blijmoedige meisjesboeken waarin ernst en humor prettig verweven zijn. Eerder gaf uitgeverij Fontein ze uit in een gebonden editie, met dezelfde illustraties. Verhalen uit het eind van de jaren zestig, begin jaren zeventig met zowel illustraties van Jan Kothuis als Herry Behrens.

Barbara is minder ouderwets ingesteld dan Hilde. Na de middelbare school gaat ze met haar vriendin Marian aan het werk om een vakantie naar, jawel, Frankrijk te verdienen. In het tweede deel gaat ze, jawel, als au pair naar Parijs. Eigenlijk weet Barbara dan nog steeds niet precies wat ze verder wil met haar leven. In elk geval toch nog iets meer met een studie. De mensen waar ze woont in Parijs blijken muzikaal en stimuleren Barbara daar ook in verder te gaan.

Ze is muzikaal genoeg, maar om er iets mee te gaan doen, daar komt het in het derde deel nog niet van. De vrolijke omslag suggereert een zorgeloze kerst. Dat wordt het niet. De ouders van Barbara raken betrokken bij een ongeluk. Beide ouders belanden in het ziekenhuis. Haar vader komt er nog redelijk vanaf, haar moeder is er ernstiger aan toe. Onder die omstandigheden wordt het vijfentwintig december. Barbara stelt haar familie op de hoogte, maar wil niet hebben dat ze voor hen komen zorgen. Zo wordt het een kerst met vrienden.

In het vierde deel zit Barbara op het conservatorium. Piano. Ze studeert hard en sluit vriendschap met medestudenten, zonder daarbij haar vriendin Marian te vergeten. Marian's broer Jeroen is steeds belangrijker voor haar geworden, zeker na dat ongeluk van haar ouders. Uiteindelijk, als ze samen in Parijs zijn, waar Barbara haar oude gastgezin opzoekt, besluiten ze zich te verloven. Het is Barbara zelf, die met dat voorstel komt.

Of ze haar studie nog afmaakt en of ze echt carrière gaat maken in de muziek, komen we niet meer te weten. Waarschijnlijk wordt het zoiets als dat Parijse gezin. Een gezellige, ontspannen familiesfeer met een paar kinderen en heel veel muziek. Het is al heel wat moderner dan andere meisjesboeken uit die tijd. Een meisje dat uit zichzelf aan haar vriend voorstelt, een ring te gaan kopen, dat had ik zelfs nog nooit eerder gelezen. Jeroen vindt het nog goed ook. Nee, die twee komen er wel.

Barbara is een leuke meid om over te lezen, ook met stereotypen. Want nee, niet elk meisje gaat met haar vriendin naar Bretagne, gevolgd door een werkvakantie in Parijs, waarna ze zo maar wordt toegelaten op het conservatorium om zich ten slotte te verloven met de broer van haar beste vriendin. Maar daarvoor is het dan ook een boek. Dat hoeft niet echt gebeurd te zijn.

16 juli 2018

Ontmoeting aan het meer

Als dit twaalfde deel uit de serie van dertien van Sanne van Havelte verschijnt, is het intussen 1961. Rein van Looy verzorgt in eerste instantie het omslag. Een weinig aansprekende illustratie. In 1970 neemt uitgeverij West-Friesland het boek op in haar fonds en brengt het uit in de Witte Raven serie. Ze vragen Herry Behrens er een omslag voor te maken en dat heeft hij gedaan. Een goed gelukt omslag wat de tijd perfect weergeeft.

Een man en een vrouw uit 1970. Zij met lange haren, een sjaaltje om haar roze blouse en een maxi rok, hij met een sporthemd en een pantalon en zijn haren iets te lang om kort te zijn. Bergen op een achtergrond, een meer, een chalet en op de voorgrond wat gras. Erg gedetailleerd is het niet, toch is goed te zien dat het verhaal zich afspeelt in Zwitserland. 

De jonge vrouw is Deetje van Eek. Ze is de oudste dochter van Frans en Jo van Eek-ter Hegge. Ze heeft liefdesverdriet en daarnaast net haar examen achter de rug. Die combinatie hebben haar zó uitgeput, dat ze naar Zwitserland wordt gestuurd om daar te herstellen. Ze komt terecht in een huis vol mensen en dieren, waarvan in eerste instantie niet duidelijk is, hoe en waarom dat allemaal bij elkaar hoort. 

De leidster van het huis in Zwitserland wordt ziek en Deetje is genoeg dochter van Jo en Frans om dan haar hulp aan te bieden. Waardoor ze haar eigen zorgen vergeet. Zelfopoffering werd het genoemd. En, zoals in zo veel andere meisjesromans, kost het hier de hoofdpersoon nog wel enige tijd voordat ze alles heeft geleerd te aanvaarden. Als ze uiteindelijk terugkeert naar huis komt het geluk ook nog eens om de hoek kijken, in de vorm van Marc Prinse Duthil.

Meestal kan ik me nog wel vinden in die zelfopoffering, maar in dit geval vond ik het toch moeilijk. Het is allemaal net iets té, zodat het storend wordt. Het verhaal wordt gekenmerkt door lange, vaak monotone beschrijvingen, aldus de recensie. Overdreven moeilijkheden van de hoofdpersoon met zichzelf en met anderen en allerlei breeduitgesponnen sentimentaliteiten. Mooier zou ik het niet kunnen formuleren. 

Dat het verhaal ook nog een ouderwetse levenssfeer heeft, met een sterk overheersend godsvertrouwen en standsbesef, vind ik nog niet eens het grootste bezwaar. Misschien was het dat wel zo in 1970. In die tijd zou immers 'alles' van vroeger op de helling gaan en verdwijnen. Dat West-Friesland juist toen koos voor een Witte Raven in die trant, moet verbaasd hebben. Nu zou het boek het etiket 'streekroman' meekrijgen van de bieb en dan mogen en kunnen die dingen gewoon weer. Maar dan nog moet het een beetje geloofwaardig zijn. En dat is dit wat mij betreft niet. 

Toch dacht menigeen daar anders over. Het boek is nog talloze malen herdrukt, net als alle andere delen uit de serie. Sanne van Havelte was inderdaad op Cissy van Marxveldt gaan lijken. Die werd op een gegeven moment ook klakkeloos herdrukt en van een nieuw omslag voorzien. Om de naam en het verkoopsucces. Het werd verkocht, het werd gelezen. Doorgegeven van moeder op dochter. De recensent was de enige die er nog een beetje kritisch naar keek. 

10 juli 2018

Hoera, "we" staan in Wikipedia... 😊

In deze blog plaats ik niet alleen recensies van door mij gelezen boeken. Over iets wat vaak terugkeert in de bijdragen maak ik soms ook een aparte pagina. Ze zijn te vinden onder het kopje "meer weten". Veelvoorkomende illustratoren, staan er. En de schrijvers die veel ter sprake komen. Blijkbaar weten lezers dat te waarderen.

Zo vond ik een aantal jaren geleden een fragment uit de Max de Lange-pagina van deze blog terug op een totaal andere plaats. Leuk natuurlijk, maar ik had het nog leuker gevonden als mijn naam er ook bij genoemd was geweest. Ik schreef er een blog over, maar de betreffende knipper- en plakker meldde zich nooit. En ondertussen staat mijn tekst nog altijd op die andere website te lezen. 

Vandaag was ik op zoek naar achtergrondinformatie over de Zonne-reeks. Die zag ik niet. Wel een pagina over de Witte Raven reeks. Deels de opvolger van die Zonne-reeks, dus ach, wellicht vond ik daar ook nog wel wat. Dat deed ik inderdaad. Mijn tekst om precies te zijn. Een beetje ingekort, maar met een keurige voetnoot naar de bron. Ben er toch best een beetje trots op. Want de Wikipedia mag dan wel niet zo gezaghebbend en verantwoord zijn als de papieren encylopedieën waar ik vroeger over moest leren, er wordt toch heel wat in opgezocht. Papieren versies bestaan niet eens meer. 

Ik vraag me af hoe zoiets werkt, een Wikipedia pagina maken. Zou ik die Witte Raven pockets pagina dan zelf ook kunnen aanvullen? En die Zonne-reeks blogpagina, die ik wilde maken, doorspelen aan Wikipedia? Mijn naam hoeft er niet onder, maar één van de redacteuren van de bekende internet encyclopedie worden, dat lijkt me toch wel wat. En ook zonder bronvermelding: ja, het is ook leuk, als je geciteerd wordt. 

Daar had je trouwens vroeger Citation Indexes voor. Ik heb er nog mee leren werken. Dikke boeken, heel dun papier. Met als achterliggende gedachte: hoe méér iemand geciteerd wordt, hoe belangrijker hij / zij op zijn / haar vakgebied is. Maar het is al wel 25 jaar geleden dat ik dat heb moeten doen, op de bibliotheekopleiding. Toen stond internet nog in de kinderschoenen en van Wikipedia had nog helemaal nooit iemand gehoord. Net zo min als van bloggen. Schrijven deed je toen vooral voor jezelf en dat wat je met anderen wilde delen, moest je opsturen naar de uitgever van iets op papier. 

Als hij / zij het niets vond werd het niet geplaatst. En was je in de meeste gevallen je bijdrage gewoon kwijt. Want aan terugsturen werd niet gedaan. Schoolkranten, uitgevers van tijdschriften of boeken, ze hebben allemaal wel eens iets van mij ontvangen. Daar bleef het meestal bij. Nu kan ik delen wat k wil en het wordt nog gevonden ook. Tot aan Wikipedia aan toe. Yes... 😊