06 mei 2009

Eind goed, al goed

Ze heeft het opgedragen aan haar ouders, dit boek. En het verhaal heeft een vervolg, dat 'Je kunt niet alles hebben, Marijke!' heet. Dat draagt ze op aan Pim.

Pim is ook de naam van de buurjongen, verloofde en later man van Marijke Bosman. Maar voor het zo ver is, moet Marijke na het behalen van haar diploma eerst een baan zien te vinden. Oom Adriaan, 'de verstokte vrijgezel' en broer van vader, weet iets voor haar. Een baantje in de bibliotheek van de universiteit Delft. Natuurlijk doorloopt ze de sollicitatie glansrijk en zo tramt Marijke vanaf dat moment dagelijks heen en weer van bibliotheek naar huis.

Op het platteland is tegelijkertijd Annie van de Heuvel gediplomeerd van school gekomen. Haar ouders zien haar graag getrouwd met de jonge onderwijzer Jacob. Annie voelt niets voor hem. Wel voor het baantje in de bibliotheek dat ze kan krijgen via Mattie, het moderne zusje van haar vader, die eigenlijk Maartje heet. Vader en Moeke moeten er niets van hebben, maar ze gaat met Mattie mee naar Delft. En Jacob krijgt de bons.

Annie krijgt een permanente plaats in het uitleenbureau, Marijke op de postkamer. Gé en Lous verlaten de bibliotheek, na hun nieuwkomers ingewerkt te hebben. 'Om zich voor hun a.s. huwelijk nog wat te bekwamen in het huishouden'.
Ted Tans, werkt er ook nog. Ze is secretaresse. En Hanja. Maar dat is meer ter bladvulling. Vrolijke, onbezorgde meiden, om het verhaal wat levendiger te maken. De directeur- bibliothecaris heet Reynders en zijn assistent Ric Henken. Hij is blond met blauwe ogen. Jong nog, en gecharmeerd van Ted. Maar die moet niets van hem hebben. Carla Boomsma, de nieuwe medewerkster van het uitleenbureau weer wel. Veel zelfs.

Gelukkig blijkt Carla niet goed voor haar werk en wordt ze ontslagen. Ted wijst Ric op Annie, die altijd al verliefd op hem was, maar dat niet durfde te zeggen. Ze opent Ric de ogen. Annie en Ric verloven zich in een mum van tijd. En Marijke, die eerst nog even onder de indruk is van de stadse Eugène met zijn verwijfde manieren en zijn ontrouw, ziet in, dat Pim de ware voor haar is.

En dan zijn we er nog niet. Want zelfs voor oom Adriaan komt het goed. Die verliest zijn hart aan Mattie, en omgekeerd. Aan het eind van het verhaal zijn dus alleen Hanja en Ted nog vrijgezel. Maar daarvoor bedacht E.M. Zwart- van den Bergh dus deel twee. Dat bezit ik ook. Maar het is wel al te vanzelfsprekend. En dertien in een dozijn. Dit eerste deel is leuk. Al was het alleen maar, omdat het zich in een bibliotheek afspeelt.

Eentje waar de catalogus nog uit grote ladenkasten bestaat. Waar tijdschriften nog ingebonden worden en waar de uitleenadministratie nog uit duplicaatbonnen bestaat. Eentje uit de jaren vijftig. Waar een versgezet kopje koffie nog een van de grootste attracties is, vooral als deze verleidelijk geurt door de gezellige keuken.