30 mei 2016

Copyright

Nee, dit is geen afbeelding van een oud meisjesboek met illustraties van Hans Borrebach. Dit ben ik, in een selfie met mijn poes Toos. Het is een zeer eigenwijze kat en ze heeft er vast geen probleem mee, dat deze foto nu voor iedereen te downloaden is. Ik ook niet trouwens, want hij is best goed gelukt.

Het enige dat ik dan wel zo netjes zou vinden, is een melding dat het mijn foto is. Maar ja. Qua copyright stelt internet niet zo veel voor. Dat geldt niet alleen voor deze foto.

Ik heb in 2009 een account aangemaakt op Catawiki. Op dat moment werkte ik al niet meer in de bieb. Het was hartstikke leuk om mijn boekenkast met anderen te gaan delen en er over te praten. Ik vond complete beschrijvingen van boeken, die ik ook bezat. Gedeeltelijke beschrijvingen, die ik kon aanvullen. Als ik een boek niet terugvond, maakte ik er zelf een beschrijving van. Mijn hele verzameling zette ik op foto. En daar waar Catawiki nog geen plaatje bij een beschrijving had, voegde ik mijn exemplaar toe.

Catawiki veranderde langzaamaan in een veilingsite. Zo eentje waar van alles en nog wat te koop werd aangeboden. Het ging al lang niet meer alleen om boeken. Zelf kreeg ik steeds vaker mailtjes of ik mijn verzameling niet wilde verkopen. Steeds weer moest ik antwoorden, dat ik blij was dat ik ze had en ze zeker niet verkocht. Uiteindelijk was ik het echt beu. Ik maakte mijn virtuele boekenkast leeg. Dat lukte maar ten dele. De plaatjes bleven zichtbaar, naast de beschrijving. Ik kreeg ze niet meer weg. Rechtsonder in de hoek van mijn foto stond nu een blauwe C. Als in: eigendom van Catawiki, niet meer van mij. Vast een voorwaarde, die ik destijds niet goed gelezen heb.

Voor het schrijven van een blogpost zoek ik vaak op Google naar achtergrondinformatie. Ik kom dan vaak uit op Hoeverzinjehet.blogspot.nl. Grappig, maar logisch. Mijn blog staat opgenomen in de Google zoekresultaten. Maar door te googlen, vind ik mijn teksten ook op hele andere plaatsen. Vaak niet eens als een geheel. Er is zo maar een fragment geknipt en geplakt.

Op Goodreads, bijvoorbeeld, staan twee beschrijvingen van Goud Elsje van mijn hand. Ja, ik ben lid van deze site en nee, deze beschrijvingen heb ik niet toegevoegd. En deze beschrijving van Max de Lange, komt me ook heel bekend voor. Boeken van vroeger zijn leuk. Dat vind ik ook. Maar laat even weten, waar je de info vandaan hebt. Word op zijn minst volger van deze blog. Dan volg ik jou ook. En wie weet, kunnen we nog iets leren van elkaar.

18 mei 2016

Fietsclub 'Krap bij Kas'

Het verhaal is zó leuk, dat je zin hebt om met ze mee te gaan, aldus de tekst op de achterkant. Dat vond ik destijds ook. Fietsclub 'Krap bij Kas' zou een serie van vier boeken worden, die ik in de jaren tachtig dankzij de bieb allemaal gelezen heb. Een er van kocht ik destijds in de boekhandel van een gewonnen boekenbon. Een ander deel vond ik tweedehands. En eergisteren kocht ik voor een prikje deel 1, zodat ik er nu een recensie van kan schrijven. Dertig jaar nadat ik de serie zelf voor het eerst las.

Hoe ik er nu tegen aan kijk? Het omslag is mooi. Het spreekt aan. De vier vriendinnen zouden zo bij je in de klas kunnen zitten. Anneke van de Pas voorop, en achter haar van rechts naar links: Ineke Steenbeek, Roelien Hollander en Ina Beumer. Anneke is de rustigste van het stel, een beetje verlegen ook. Geen type om voorop te rijden, eigenlijk. Ineke wordt omschreven als een meisje met jongensachtig kort haar. Korter dan Herry Behrens het heeft getekend. En Roelien heeft een nieuwe sportfiets bij elkaar verdiend, waar ze mee op vakantie gaat, zo staat te lezen. Geen toerfiets, zoals hier.

Het verhaal is vooral onwaarschijnlijk. Hoe oud de meisjes precies zijn, waar ze op school zitten, of ze bij elkaar in de klas zitten, wordt allemaal niet duidelijk. Wat wel duidelijk is, is dat het vakantie is en dat ze op pad willen. Irene komt op het idee een fietsclub op te richten. Omdat ze nogal 'Krap bij Kas' zitten moeten er karweitjes worden opgeknapt om geld te verdienen. Vooral werkjes bij ouders thuis. Over een krantenwijk, fruit plukken of vakken vullen wordt niet geschreven. De ouders maken ook amper bezwaar tegen hun plannen. Dat zou bij mij thuis wel anders zijn gegaan, als ik zoiets had gewild, op mijn vijftiende.

Fietsen is leuk, fietsen gaat vanzelf, het is soms slecht weer maar nog veel vaker mooi. En maaltijden, die komen gewoon gratis voorbij. Omdat je vriendschap sluit met een eenzame herder in een boshut. Een wereldvreemde man die blijkbaar geen enkel probleem heeft met vier pubermeiden op zijn terrein. Ze mogen er zo maar een week met hun tentjes staan. En als een boze ram hun onderdak vernield regelt de herder samen met de boer uit het dorp gewoon vier nieuwe tenten. Zo maar.

Het was de bedoeling om naar de camping te gaan van de oma en opa van Ineke. Maar zo ver komen ze niet. Het was zo gezellig bij de herder in Drenthe, dat ze daarna besluiten terug naar huis te rijden. Volgende keer beter. Op naar het volgende deel. Waar ze een popconcert bijwonen, of vier nieuwe fietsen winnen. Of de grens over gaan. In welke volgorde het kwam, weet ik niet precies meer. Wel, dat ze het nog allemaal mee gaan maken. Ja, je zou zo met ze mee willen. Als fietsvakanties ook werkelijk op deze manier verliepen. Als alle maaltijden gratis waren, lange afstanden niet lijken te bestaan en de belevenissen plus kado's je zo maar om je oren vliegen. Wie wil dat nou niet.

12 mei 2016

Tekenen en schetsen als hobby

In 1995 verscheen Babs bootje krijgt een stuurman, het boek over de meisjesroman en hun illustrator Hans Borrebach. Nog altijd een mooi standaardwerk voor de verzamelaar, trouwens. Het zit goed in elkaar en bevat onder meer een bibliografie. Een overzicht van alle boeken die Borrebach zelf geschreven heeft. Tekenen en schetsen als hobby, stond er tussen. Tweede deel in de Amstel Hobby Pocket Reeks. Een boek waarbij hij dus zijn eigen werk uitlegt. Ik was er vanaf dat ik het in 1995 las, benieuwd naar, maar vond het nooit. Tot afgelopen week, dus. Met dank aan Marktplaats.

Ja, mijn vermoedens zijn al die tijd juist geweest. Borrebach legt inderdaad uit hoe je kunt leren tekenen en schilderen. Al doet hij dat wel héél oppervlakkig. De keuze van het materiaal, de techniek, de verschillende onderwerpen, hij stipt het slechts even aan. De meeste aandacht besteedt hij aan het tekenen van het menselijk lichaam, en dan in het bijzonder dat van de vrouw. Niet verwonderlijk, voor wie hem een beetje kent.

Nu teken en schets ik al zeker dertig jaar bij wijze van hobby en heb er zo nu en dan ook wel eens wat theorie over bestudeerd. Iets nieuws heb ik in dit boek niet gevonden. Dat wat Hans Borrebach er over schrijft, wist ik al wel. Dat komt misschien ook, doordat tekenen vooral een kwestie is van doen, aldus Borrebach. Veel oefenen. Het is lastig, om het in tekst te vangen.

Wat dit boekje dus wel is, is een inzicht in wat hij zelf belangrijk vond, als illustrator. Het is verschenen in 1961, de tijd waarin hij tientallen meisjesboeken per jaar van omslag en binnenillustraties voorzag. Lopende band werk, zo noemde hij het later zelf. Zo is dit boekje ook geschreven. Wat techniekjes, wat over materiaal,veel kijken en vooral doen. Dan lukt het vanzelf. Wordt u misschien net zo'n tekenaar als ik. En, bij voorkeur ook amateurfotograaf. Waarbij Hans Borrebach het niet nalaat, om tevens wat reclame te maken voor de andere boeken die hij bezig is te schrijven.

In het laatste hoofdstuk, De foto als hulpmiddel bij het tekenen en schetsen, noemt hij er een paar. Alles over de fotografie. Betere kleurenfoto's maken. Het zelf afwerken van uw kleurenopnamen. Titels die ook inderdaad zijn uitgegeven. Maar 'Figuurstudies als tekenvoorbeeld' heb ik nergens kunnen terugvinden. Net zo min als 'Tekenen en verven in kleuren', wat hij in hoofdstuk 5 noemt. Beide titels waren dan ook nog 'in voorbereiding'. 

Uitgeverij Veen, waar verder al zijn fotoboeken zouden worden uitgegeven, zag in die manuscripten in elk geval geen nieuw boek. Of misschien heeft hij het wel nooit aangeboden. Boeken over fotografie 'deden' het beter dan boeken over tekenen en schilderen. Het sprak meer mensen aan. En was, gezien het enorme aantal titels dat hij er van uit zou laten geven, blijkbaar sneller geschreven ook. Wordt vervolgd.