20 maart 2017

Marja houdt de zonkant

Marja van Dam's moeder is overleden. Marja woont in huis bij haar broer en schoonzus. Ze heeft het er niet naar haar zin. Broer Ernst is heel veel weg voor zijn werk en zijn vrouw Lucy is een akelig spook. Marja's vader is schipper op de grote vaart. Uniform, zware stem. Een autoriteit, die ook veel van huis is. Wat moet Marja doen, nu ze haar examen heeft gedaan?

Ze probeert het een tijdje intern, bij een muzieklerares. Daar is het allemaal niet zo ideaal als haar in eerste instantie werd voorgehouden. Gelukkig is daar haar vriendin Judy, met een moederlijke inslag. Beetje gezet, vol verantwoordelijkheid voor haar jongere broers. Ze heeft haar beide ouders nog en om die reden komt Marja niet veel bij hen thuis. Ze kan de confrontatie niet aan. 

Bij de muzieklerares kan en wil Marja niet blijven. Ze solliciteert als kindermeisje bij een Frans-Nederlandse familie. Welgesteld, met een mevrouw die van luxe houdt, maar niet weet hoe ze met haar kind om moet springen. Marja weet dat wel. Ze kan het ook goed vinden met de huishoudster en de kokkin. Maar Eugène, de broer van de heer des huizes, is een akelige fat. Voor zijn charmes valt ze niet. 

De familie Deltours is ook niet alles. Maar wat dan wel? Waar kan ze naar toe?  De heer en mevrouw Deltours gaan op wintersport en zoals gebruikelijk, verongelukt mevrouw. Netty Koen-Conrad heeft al zo vaak mevrouwen waar ze zich geen raad meer wist laten overlijden door roekeloosheid. Meneer komt uiteraard gebroken terug en voor de kleine Yvonne komt een kinderloze tante uit de lucht vallen.

Ditmaal valt Marja niet voor de charmes van meneer Deltours. Dat blijft een verstrooide man met veel geld. Het had gekund. Zulke boeken heb ik ook. Dit keer laat de schrijfster Marja doen wat ze al veel eerder had gekund. Bij Judy intrekken en bij de KLM solliciteren. Judy woont op kamers. Ze verloofd met een oud klasgenoot en heeft een baan als telefoniste bij de KLM. Ook Marja wordt er aangenomen, maar dan als stewardess. 

In een onwaarschijnlijk snel tempo - twee maanden - doorloopt ze een opleiding, die eerder twee jáár had moeten duren. Ze leert over luchtstromen, kinderverzorging, valutakoersen. Ze leert Spaans,  de toeristische trekpleisters van elke plaats, het weerbericht opnemen. Uiteraard alles in het mooie, grijsblauwe uniform dat Marja zo flatteert. Ze zal een modelstewardess worden. Niet te lang, uiteraard, want al binnen een paar maanden komt ze Sjoerd Stevenga tegen. Een stoere, blonde boer uit Friesland. Een heerboer, waarvoor Marja maar al te graag haar vrijgezellenbestaan in het grote Amsterdam wil opgeven. 

Want hield ze niet altijd al veel meer van de buitenlucht? Dat Friesland wel het andere uiterste is, daar wordt niet meer over gepraat. Ze zal honderden kilometers bij haar trouwe vriendin Judy vandaan komen te zitten. En haar vader, wanneer hij nu weer aanmeert in de haven, zal ook nog niet zo maar in Friesland zijn. Nog eenmaal treft ze haar broer in de stad. Het wordt maar een kort gesprek. Ook hem heeft ze niet meer nodig. 

Behalve dat dit verhaal veel bekende elementen bevat, heeft het ook een moraal. Je moeder is onvervangbaar. Vrouwen, die je niet kent en die je liefdevol in huis willen nemen zijn in werkelijkheid heksen. Aan een moederlijke vriendin heb je al veel steun, maar het beste is nog een recht-door-zee man, met wie je snel kunt trouwen. 

14 maart 2017

Dromen, durven, doen

Het was dé hit van het nieuwe millennium. Zo'n twintig jaar geleden verschenen er veel meer van die alles-kan-als-je-maar-wil boeken, maar deze was realistisch. Ben Tiggelaar deed er eerlijk over. In duidelijke, kleine stappen werd uitgelegd, hoe je van een droom in een daad kon overgaan.

Het boek verscheen na een paar jaar in een goedkope editie bij de Flair. Gratis voor abonnees, waar ik er toen één van was. Juli 2005, heb ik er voorin gezet. Alweer bijna twaalf jaar geleden. Ik werkte toen in Utrecht bij een groot consultantskantoor en kan me herinneren, dat ik het destijds in de trein heb gelezen. Met oordopjes in. Daarna is het in een van de kasten verdwenen en heb ik het nooit meer gelezen. Tot gisteren.

Mijn abonnement op de Flair zei ik ergens in 2007 of zo op. Het leuke tijdschrift van weleer, met verhalen, puzzels en een leuke strip was verworden tot een glossy met alleen maar feelgood verhalen. En dat stond me tegen. Maar eigenlijk is dat boek van Tiggelaar net zoiets, achteraf gezien. Ik kan me er ook niets bij voorstellen. Na elk hoofdstuk méér het idee krijgen: zo werkt dat dus niet.

Er staan passages aangestreept met potlood. Dat doe ik nog altijd als ik iets wil onthouden. Blijkbaar vond ik het toen belangrijk. Als ik het nu teruglees, doet het me nauwelijks meer wat. Ja, Gewoontes zijn dingen die je onbewust doen. Anderen herkennen je aan je gewoontes. Aan de dingen, die je dag in dag uit doet. Maar misschien ben je zelf heel anders, diep van binnen. Wil je eigenlijk veel liever een heel andere baan.

Dat klopte wel, in 2005. En die kreeg ik ook. Sneller dan verwacht. De afdeling waar ik werkzaam was, werd opgeheven en mijn contract niet verlengd. Ik moest weer solliciteren. En als er iets haaks staat op boeken als Dromen, durven, doen, dan is het dat wel. Zoeken naar een baan. Die niet vinden. Die gedeeltelijk vinden, solliciteren en afgewezen worden. Een droombaan vinden en óók afgewezen worden. Solliciteren en helemaal niets meer horen. Tot ik uiteindelijk, maanden later, een baan vond, die leuk was, maar veel te ver weg. En wederom tijdelijk bleek.

Ik ben al lang opgehouden met dromen. Durven en doen waren vaardigheden die ik ook in 2005 al wel had. Ik ben niet bang aangelegd, maar heb geconstateerd, dat veel dingen gewoon niet te bereiken zijn. De droombaan bestaat niet. Net zo min als het droomhuis, de droompartner en precies het ideale gewicht. Dat vind je ook niet met hulp van een veelgelezen boek van Tiggelaar. Goed is goed genoeg.

06 maart 2017

Bielzenblues : Vrienden

Bielzenblues was een stripje van drie plaatjes, dat dagelijks in de gratis krant Metro verscheen, zo rond de eeuwwisseling. Getekend en geschreven door Maarten Pathuis. Hij bundelde de eerste strips tot een boek en gaf het in eigen beheer uit. Ik bestelde het prompt. Want Pathuis was mijn held, in die tijd. Ik kende 'm al van zijn plaatjes in de Intermediair, maar de Metro variant was nog honderd keer leuker.

Rond 2000 reisde ik nog van maandag tot en met vrijdag met het OV naar het werk. De reistijd in de trein doodde ik met het lezen van de Metro en de Spits. De Metro had mijn voorkeur. Ik begon elke dag met het zoeken naar de Bielzenblues. Een nieuw verhaaltje van Wim en Henk. Twee treinforenzen van rond de veertig. Mannen die al honderd jaar naast elkaar in de trein zitten. Ze zouden hun leven wel anders willen, maar weten niet zo goed hoe. Dus blijft alles bij het oude.

Die vreselijk herkenbare kantoorsukkels die wanhopig naar gespreksonderwerpen zoeken. Je zag en hoorde ze in elke trein. Ze zijn er waarschijnlijk nog steeds. En praten, net als Henk en Wim, over de vakantie naar Appelscha of Winterberg. De APK van de Hyundai Pony (uit 1978). Het millenniumprobleem dat niet bleek te bestaan. Of toch, de friteuse uit de kantine deed het op 1-1-2000 ineens niet meer. Rond 5 december als Sint en Piet de trein in en dan een bekeuring krijgen omdat je geen abonnement kunt vertonen. Dat zat nog in je regenjas en nu heb je een tabbert aan.

Ze bespraken de actualiteit van de dag. De opkomst van Pim Fortuyn, de eerste uitzendingen van Big Brother en vooral het wel en wee van de spoorwegen. Na 11 dagen gestrand te zijn in een weiland is de redding nabij. Mariniers? Ambulances? Eten? Nee. Tineke Netelenbos met een bladblazer. Ik heb een ochtendhumeur, dat had ik toen ook al. Maar bij het lezen van Bielzenblues moest ik toch elke morgen weer even grinniken.

Dagelijks een stripje af moeten leveren is veel werk. Ook al zijn het dan maar drie plaatjes in een eenvoudige omgeving. Ze zaten immers bijna altijd in de trein. Maar dat Pathuis het na een paar jaar voor gezien hield, bij gebrek aan inspiratie is goed te begrijpen. Er kwamen andere stripjes voor terug, die een stuk minder leuk waren. Henk en Wim verdwenen in het collectief geheugen.

In dit eerste stripboek wordt nog een vervolg aangekondigd. Dat is helaas nooit meer verschenen. Gelukkig tekent Maarten Pathuis nog altijd in de Intermediair.