20 januari 2016

Iris komt naar Holland

De vader van Iris van der Kley heeft een ongeluk veroorzaakt. Hij is aan de gevolgen overleden, net als zijn vrouw. Ook Erica Rijnekens, een van de passagiers in de andere auto, heeft het niet overleefd. Iris is alleen achtergebleven in Paramaribo. Nog minderjarig. Vader Van der Kley heeft haar arm achtergelaten. Ze moet zo snel mogelijk terug naar Nederland, maar hoe gaat ze dat betalen?

Tjeerd Rijnekens, weduwnaar van Erica, biedt uitkomst. Hij zoekt Iris op en biedt aan, voor Iris de overtocht met de boot te betalen. Hij moet ook terug naar Nederland en als zij in ruil daarvoor voor zijn zoontje Peter wil zorgen, gedurende de reis? Op de boot maakt Iris kennis met Roel. Het is direct meer dan vriendschap. Maar dat is het eigenlijk ook met Tjeerd.

In Nederland gaat ze bij haar tante wonen, maar echt welkom is ze niet. Haar verblijf bij het enige familielid wat ze nog heeft duurt dan ook niet langer dan een paar dagen. Ze vlucht terug naar Tjeerd's  moeder, die ze in de haven leerde kennen. Zo komt ze al snel terug bij Tjeerd, om voor Petertje te gaan zorgen. Er komt nog even een zus van Erica voorbij, die ook voor haar neef wil gaan zorgen. Ze blijkt ook verliefd te zijn geweest op Tjeerd. En op de achtergrond is er ook Roel, die met Iris zou willen trouwen, al hebben ze elkaar behalve die veertien dagen op de boot nauwelijks beter leren kennen.

Maar eigenlijk weet je het als lezer al direct, op de tweede pagina. Tjeerd en Iris gaan samen verder. De man die zijn vrouw verloor aan een ongeluk met de dochter van de man die datzelfde ongeluk veroorzaakte. Het is te bizar voor woorden. Maar in boeken kan alles. Chinny Erling is ongetwijfeld Chinny van Erven, die als Arja Peters schreef over de Olijke Tweeling. En onder haar eigen naam meer meisjesboeken bij West Friesland publiceerde.

De Olijke Tweeling, daar bewaar ik goede herinneringen aan. Maar dit is hopeloos sentimenteel en onwerkelijk. Net zoals de omslag van Hans Borrebach, trouwens. Een meisje met een veel te slanke taille en te bloot t shirt, dat uitkijkt over een woeste zee. Als was het een cruise, in plaats van een overtocht naar haar land van herkomst, wat ze eigenlijk niet eens kent.

10 januari 2016

Kwikzilver

Als je zoo'n luchtig, lenig verhaal van Cissy van Marxveldt begint te lezen, is je eerste gedachte: m'n hemel, wat een oppervlakkig, frivool gedaas in de ruimte. Zo begint een bijna negentig jaar oude recensie van Kwikzilver in Het Kind, een tijdschrift uit 1927. Het was, anno december 2015, ook precies wat ik dacht toen ik er aan begon. En die gedachte blijft je bij terwijl je, geamuseerd en meegenomen door de intrique, aan één stuk dit boek uitleest: wat een hol gebabbel en wat een zouteloos gedoe. En toch ... De tweede indruk is: knap geschreven. Staat even verderop gelezen. Dat was ook exact wat ik dacht. Maar op een andere manier, dan dat het destijds werd bedoeld. Ik vind het vooral heel knap, dat je een boek zoveel decennia later nog altijd goed uit kunt lezen. 

Dertig jaar later verscheen de tweede druk. Zoals steeds: tintelend van leven, maar vooral in het eerste gedeelte wel wat erg mondain en oppervlakkig, aldus het tijdschrift Idil, in 1956. Bij de zoveelste herdruk, een aantal wordt niet meer genoemd, uit 1970 is het geworden tot: Deze meisjesroman met ouderwetse toestanden, getypeerd door volmaakt huispersoneel zonder hartelijke gevoelens, gewilde humor en zich onnozel gedragende volwassenen die heel gemakkelijk van een wuft, leeg leven overstappen naar heldhaftig dragen van moeilijkheden kan men niet meer au serieux nemen.

Inmiddels zijn we weer ruim veertig jaar verder. Inmiddels kun je geen enkele meisjesroman meer 'au serieux' nemen. Ook niet de verhalen die toen nog als zeer leesbaar werden gezien. Maar Cissy van Marxveldt was destijds natuurlijk ook al ouderwets. En misschien wel te vaak herdrukt. Dit verhaal over Babs van Reede, die een kantoorbaantje aanneemt als haar man zijn zaak moet verkopen en ziek wordt, doet inderdaad erg onrealistisch aan. Ik heb veel meisjesboeken waarin verwende dochters naar voren komen. Die eindigen doorgaans als echtgenote van een man zonder zorgen. En als er al wel zorgen zijn, dan weten ze écht aan te pakken en dan gaat het nog wel eens fout, ook. Daar leren ze van.
  
In Kwikzilver gaat zelden wat fout. Babs blijkt heel goed te kunnen aanpakken, terwijl ze dat nooit hoefde te doen. Haar rijke vriendinnen laten haar niet in de steek, terwijl het heel normaal was geweest, als dat wel was gebeurd. Het gebeurt in al die andere, soortgelijke verhalen namelijk wel. Babs komt ook nooit echt tot inkeer. En het eindigt bovendien met een mooie nieuwe toekomst in het dan nog ideale Indië, dat in de herdruk Indonesië blijkt te heten, terwijl het zich toch nog voor de Tweede Wereldoorlog afspeelt. Een rijke toekomst, waar weer nieuwe bedienden zullen zijn. Want eigenlijk kun je ook niet zo goed zonder, als welgesteld echtpaar.
Babs lijkt op Marijke. En op Joop. En op Judith. En op nog wel meer vrouwelijke hoofdpersonen, die Cissy van Marxveldt opvoerde in de boeken die ze schreef. Want ook deze Babs is vlot, windt alles en iedereen om haar vinger, is goede maatjes met dienstbodes en kindermeisjes, maar tegelijkertijd een meisje van stand. Zoals ik ze al veel meer gelezen heb.

Het is zoals zo vaak. Een schrijfster breekt door, haar boek wordt een succes en vervolgens worden alle volgende boeken in dezelfde stijl geschreven, omdat ze zo succesvol zijn. Leuk, om die drie recensies achter elkaar te zien staan. De inhoud van het boek bleef hetzelfde, de tijd verstreek. Kwikzilver werd in 1993 nog door Westfriesland in een dubbelroman opgenomen, samen met Het nieuwe begin, ook van Van Marxveldt, onder de titel Malligheid. De eerste druk verscheen in 1926. Dat is dus best bjizonder, dat een boek zo lang mee kon. Al zal het dan op het laatst vooral uit nostalgie zijn geweest, dat het nog werd gelezen. Maar ach, dat is zo'n beetje alles, wat ik hier bespreek. Nostalgie.