28 juni 2011

Kapoentje

Ze heet eigenlijk Cissy Honneling, maar ze wordt door haar 'granny' Kapoentje genoemd. Lieveheersbeestje. Oma woont in een mooie grote burcht, 'het middelpunt van het dorp dat onder de rook van de stad voordroomt over de gouden dagen, toen het zijn rechten tegen die stad te verdedigen valt'.  En daarmee is de toon al meteen gezet. Hoewel mooi van vormgeving en uitgegeven bij Callenbach in Nijkerk, laat het verhaal zich nog het beste omschrijven als een kasteelromannetje. Goedkoop en vreselijk sentimenteel.

Cissy is verpleegster en heeft nog ouderwets fondspatiënten en particulieren te verzorgen. Het verschil in rangen en standen is nog groot. Cissy is een weeskind, aangenomen door een echtpaar dat geen kinderen kon krijgen. Met de uitgesproken voorkeur van oma. De werkelijke kleinkinderen van oma - want de pleegouders kregen nog eigen kinderen ook - zijn verwend en verveeld. Ze haten Cissy om haar voorkeur voor oma. Haar moeder haat Cissy ook. Ze had haar het liefst terug gebracht naar het weeshuis, toen ze eigen kinderen kreeg. Maar dat wilde oma weer niet hebben.

Na een moeilijke jeugd volgt de verpleging. En daar leert ze ook Jaap ter Weele kennen. Een fondspatiënt, die bij zijn oom op het bedrijf werkt, maar liever dominee was geworden. Ze moeten hun vriendschap stil houden. Zelfs hun bruiloft gaat in het geniep. Oma en de familie mogen er van niets weten. Om elk misverstand te voorkomen trouwen ze dan maar in Engeland. En om daar weer alle misverstanden te voorkomen, gaan ze zelfs niet bij elkaar in een huis wonen. Cissy wordt er opnieuw verpleegster, Jaap heeft ontslag genomen bij zijn oom en gaat alsnog theologie studeren.

Natuurlijk komt er ruzie om oma's geld. Dat is altijd zo in dit soort verhalen. En natuurlijk willen de verwende kleinkinderen oma's spullen zonder Cissy te laten meedelen. Natuurlijk is er een dienstbode die veel van oma houdt en over Cissy waakt. Er is nog een huwelijksaanzoek van pleegbroer Steven aan Cissy, maar dat kan ze niet aannemen. Ze is immers al getrouwd. Natuurlijk komt alles ook nog goed. Niet voor de verwende kleinkinderen. Want oma laat zich niet uitkopen. Wel voor Cissy en Jaap. Want Jaap wordt dominee en Cissy krijgt een kindje. Einde.

Over het gezin dat Kapoentje en Jaap zullen krijgen, is een tweede deel verschenen. Dat is al net zo melodramatisch als dit eerste deel. Wordt vervolgd, dus. Met illustraties van Hans Borrebach die het geheel veel romantischer maken dan het verhaal blijkt. Want Jaap is geen acteur en Cissy lijkt ook in het niets op een filmster als Grace Kelly.

19 juni 2011

Ik kan wonen

Een geïllustreerd handboek voor allen, die hun huis goed willen inrichten en bewonen, aldus de ondertitel. Deze uitgave, onder redactie van Johan Niegeman architect en binnenhuisarchitect GKF, wat het dan ook maar mag betekenen, is uit 1958. De oudere editie in de Ik kan serie. Het woord vooraf, ondertekend door 'N' begint met een paar mooie volzinnen: 's Mensen leven bestaat uit een aaneenschakeling van verrichtingen van verschillende aard, nuttige en onnuttige, noodzakelijke en onnodige, inspannende en ontspannende, zinvolle en zinloze. Een aantal dezer verrichtingen noemt men samenvattend wonen.

Goh. Een nogal hoogdravende samenvatting van een alledaags iets. Ook in de jaren vijftig sprak men al niet meer van 's Mensen leven of dezer verrichtingen, maar gewoon van Het leven van de mensen en van deze verrichtingen. Naamvallen in het Nederlands taalgebruik waren toen al zeker tien jaar afgeschaft. Wat wel weer actueel is, aan het voorwoord, is de woningnood, van toen. Niet iedereen had een eigen huis en zij die dat wel hadden, moesten zich toch nog zien te behelpen, want naar wens was een huis zelden.

Ik kan wonen is overzichtelijk onderverdeeld in een groot aantal hoofdstukken. Wat wonen is, bijvoorbeeld en De ontwikkeling van onze woning. Woonmogelijkheden. Wonen op het platteland. De vormen der meubelen (dus niet: de vormen van de meubels). Maar ook De wereld van het kind. Omgaan met licht en kleur. Sanitair. Verwarming. Vloerbedekking. 

Werkelijk alles staat er in. Er is zelfs een Lijst van platen opgenomen. Zo werden gekleurde afbeeldingen op glanzend papier in een boek toen nog genoemd. Nu een vanzelfsprekendheid, toen een teken dat je met een exclusief boek van doen had. Die Lijst van platen is minstens zo poëtisch van aard als de rest van het boek. Een gaaf bakje, waarbij de verschijning niet meer wil zijn dan minimaal noodzakelijk is, over een bepaald type wastafel. Een ander bewijs van de waarheid van de bewering dat men ook heel goed op een zolder kan wonen, voor de zolderwoning op pagina 212. Dat het vaak noodgedwongen moest, wordt niet vermeld. En ook niet, dat dat vaak moest op een minder mooie zolder dan deze.

Naast een algemeen register op trefwoord - van aankleedtafel tot zonwering - is er ook nog een lijst van medewerkers. Wie aan dit boek medewerken, zoals het hier wordt genoemd. Een bloemist, een illustrator, een bouwkundige, een hoogleraar in de gezondheidszorg.

Uitvoerige hoofdstukken van deskundigen van naam, met veel illustraties in zwart wit en gekleurde foto's op glanzend papier. Ik kan wonen moet een duur boek zijn geweest, om te bezitten. Zeker in de jaren vijftig. Meer dan een halve eeuw later is het nog steeds een kloek naslagwerk, dat heel leuk staat in de kast en je een perfect beeld geeft van de wensen en vooral de dromen van toen. De serie is omvangrijk geweest en in de jaren zestig gemoderniseerd en herdrukt. Wordt dus wederom vervolgd.

13 juni 2011

Fotograferen bij nacht

De omslagfoto werd enige tijd na de officiële zonsondergang en dus bij schemerdonker vanaf de Scheveningse Pier in de richting van het Kurhaus gemaakt, aldus de keerzijde van het titelblad. Met het normaalobjectief, bij een tijd van 8 sec. op f11 en natuurlijk vanaf statief. Het scherptestelpunt ligt ongeveer 20-30 m vóór de camera - dit om verzekerd te zijn van een zo gunstig mogelijk verdeelde scherptediepte.

Gedetailleerde informatie, eerst over de locatie, dan over de techniek. De schrijver / illustrator Hans Borrebach was geboren en getogen in Den Haag en bovendien een fotograaf die van een van zijn hobby's een van zijn beroepen had gemaakt. Want naast schrijven, illustreren en fotograferen werkte hij ook nog een tijd lang in de reclame en had hij zijn eigen schoonheidsstudio.

'Fotograferen in de nacht' is een van zijn vele fotostudie boeken, die verschenen bij uitgeverij Veen. Het bevat technische informatie, overzichtelijk gerubriceerd, met vele tabellen, een duidelijke hoofdstukindeling en een uitvoerig register. Om het allemaal nog wat levendiger te maken, zijn er ook diverse foto-illustraties toegevoegd, afgedrukt in zwart / wit en kleur, op glanspapier. Die foto's geven een aardige indruk van de wereld waarin de schrijver zich graag bevond.

Een foto van een ANWB bord, in het donker. Met aanduidingen naar Den Haag Centrum, Kijkduin, Hoek van Holland, Boulevard, Utrecht en Haarlem. Bij Borrebach om de hoek genomen, zijn huis stond aan de Scheveningseweg in Den Haag. Er is een foto van een der feeërieke fonteinen op het Parijse Place de la Concorde, met op hetzelfde blad de Scheveningse Pier. Ook zo kan deze mooi zijn! Close ups van winkels en winkelend publiek en uiteraard ook vrouwelijk naakt, met als excuus: zo werkt de vakman met zijn studioflitser.

Behalve veel technische informatie over opnamen bij schemering, flitsen en belichting, worden er ter loops nog een paar adviezen gegeven. Dat je toestemming moet vragen bij fotograferen in schouwburg, theater, circus, bij striptease - jawel, alweer de naakte voorkeur - en zelfs in een dierentuin. Begrijpelijk als u de grond van de verschillende gevaren, de bescherming van de privé sfeer, de problemen die de auteurswet geeft en verdere redenen kent. Waarbij het vervolgens meteen even reclame maakt voor zijn boeken over de model- en figuurfotografie. Van deze boeken is een overzicht achterin opgenomen.

Het boek sluit af met een persoonlijk nawoord. Het is mijn vurigste wens, dat de lezer die daar straks een fascinerende tijdsbesteing in zoekt er aan de hand van de tekst keer op keer in kan slagen. Want fotograferen bij schemer en na het invallen van het duister is niet zo simpel als het fotograferen bij dag. zo schrijft Borrebach. Dat was in de jaren zestig. Het zou nog ruim dertig jaar duren voor de digitale fotografie zijn intrede deed. En daarmee al dit soort boekjes overbodig maakte. Maar ze zijn leuk voor de heb. En je haalt er nog wel eens wat uit, wat je ook nu nog gebruiken kunt.

05 juni 2011

Terug naar Picadero

We zijn een paar jaar verder, bij de manege van de familie Van Dalsum. Sylvie is met haar Antal getrouwd en moeder van een tweeling van drie, Nicky en Tinka. Sylvie is nog dagelijks te vinden op de manege, net als broer Joost, die inmiddels tweeëntwintig is. Jongste zus Yvonne, van negentien, weet nog niet zo goed wat ze wil.Sinds ze van school af was gekomen, had ze al enkele baantjes gehad en verscheidene cursussen gevolgd, zo omschrijft Helen Taselaar het. Op dit moment was ze werkzaam op Picadero, hun eigen manege. Wat ze na die tijd ging doen, wist ze nog niet. Als het zover was, zou ze de personeelsadvertenties wel eens doorkijken.

Een nogal laconiek toekomstbeeld, waar niemand schijnbaar wat op tegen heeft. Bij een dressuurwedstrijd maakt Yvonne kennis met Marianne Franken, die uit Brabant komt. Ze woont in de buurt van Tilburg, op een boerderij, en daar kunnen ze best een paardenverzorger gebruiken, aangezien hun huidige stalhulp weg gaat. Yvonne voelt er wel voor, maar dan moet ze eerst nog de goedkeuring krijgen van Steef, de broer van Marianne, die het boerenbedrijf runt. Een nogal onuitstaanbaar, arrogant ventje.

Als deze serie niet een van de eerste werken van Helen Taselaar was geweest, had ik geschreven: daar gaan we weer. Want ja, uiteraard krijgt Yvonne de baan en uiteraard is dat arrogante ventje binnen een paar weken al de man van haar dromen. Want uiteraard is Yvonne geen doetje die een man om zijn uiterlijk achterna loopt. En ja, er is weer een gemene, knappe ex vriendin, die de boel op stelten komt zetten. Ditmaal heet ze Anoushka. Weer trapt de man in kwestie er met open ogen in, in de bedachte list. Weer wordt het ruzie tussen de beide geliefden. Weer komt het goed.

Het enige verschil is dat de rivale spijt komt betuigen. Spijt aan de nieuwe vriendin van haar ex. Dat gegeven heeft Helen Taselaar later niet meer gebruikt. Daar is het meer van eigen schuld, dikke bult en laat ze het maar uitzoeken. Natuurlijk worden Yvonne en Marianne dikke vriendinnen. En natuurlijk komt ook de liefde voor Marianne om de hoek kijken in de vorm van Fred, de vriend van Steef.

De familie Van Dalsum is hecht, gezellig en gaat als vrienden met elkaar om. Dit verhaal heet Terug naar Picadero, wat slaat op het vertrek van Yvonne van de boerderij, als ze ruzie heeft met Steef. Maar het had ook heel goed Warmdraaien voor De Wildhof kunnen heten.Want daar lijkt eigenlijk de hele verhaallijn ontzettend op.