11 november 2012

Zomer op manege Picadero

Mariëtte en Joost van Dalsum wonen gelukkig als jong paar op de manege Picadero, zo begint de achterflaptekst van Zomer op Manege Picadero. Een verwijzing naar het voorafgaande deel. Patty Rijnders kan na haar eindexamen moeilijk werk krijgen, zo gaat het verder. Wat deze zin met de vorige van doen heeft, weet ik niet. Misschien had deze zin beter als eerste zin kunnen worden opgenomen. Zij houdt veel van paarden en gaat tijdelijk op Picadero werken. Erik Ehrhardt studeert voor dierenarts en helpt Joost en Mariëtte op de manege in de drukke zomermaanden. Tussen Patty en Erik ontstaat vriendschap. Als er op ongelukkige wijze brand uitbreekt en Patty "Stranger" redt, is het de gesloten Erik die Patty met gevaar voor eigen leven, moedig uit de vlammenzee haalt. Ondanks dat blijft er een kloof tussen Patty en de sympathieke Erik. Een kloof die hij moeilijk kan overbruggen...

Puntje, puntje, puntje. Zou het goed aflopen? Daarvoor moet je het verhaal dus gaan lezen. Een achterflaptekst moet uitnodigen tot lezen. Dat doet de eerste zin al meteen. Wie nog niet wist dat Mariëtte en Joost inmiddels gelukkig samen zijn, zal op zoek gaan naar de eerdere delen uit de serie. De naam Stranger, die tussen haakjes staat, verwijst naar een paard. Dat had de uitgever ook gewoon kunnen vermelden. Door de naam tussen haakjes te zetten wordt gesuggereerd dat het hier om een vreemdeling gaat. Wie dan? Wat dan? Nieuwe lezers zullen geprikkeld worden, dit deel te gaan lezen. En doorgewinterde Picadero fans zullen de naam van het paard herkend hebben, aangezien het al eerder een hoofdrol speelde in een verhaal in deze serie. En daarom dit deel ook gaan lezen. Al met al een heel sterke achterflaptekst.

Picarta houdt de samenvatting wat eenvoudiger: liefdesperikelen tussen twee vakantiehulpen op de manege, zo meldt zowel de eerste druk uit 1982, met illustraties van Reint de Jonge, als de zesde uit 1990,  met illustraties van Gerda van Gijzel. De recensies zijn in beide gevallen uiterst kritisch: Het is een uitwerking van het geijkte patroon, zo meldt de eerste druk, ontmoeting, liefde bijna op het eerste gezicht, verwijdering door onbegrip, goede afloop. Oppervlakkig geschreven verhaaltje, boordevol toevalligheden. Paardenliefhebbers zullen teleurgesteld worden: paarden komen nauwelijks aan bod.

Zoetsappig verhaaltje, zo staat er over de zesde druk te lezen, waarin de hoofdpersonen zonder uitzondering ontzettend aardig zijn, overlopen van nobele gevoelens en waarin moeilijkheden alleen ontstaan door misverstanden. Ook hier wordt vermeld: dat de indruk wordt gewekt, dat er nogal veel aandacht aan paardrijden wordt besteed, hetgeen niet het geval is; de manege speelt alleen een rol als decor. 

Zoetsappig of niet, onterechte indruk dat het om een paardenroman gaat of niet. Best mogelijk, die veel te aardige hoofdpersonen. Ja, oppervlakkig en vol toevalligheden. Ja, volgens het geijkte patroon. Maar teleurgestelde lezers heeft het boek niet gehad. Het barstte van de fans van Helen Taselaar en haar manege Picadero. En ondanks de vernietigende recensies heeft elke bibliotheek het aangeschaft. Er werd hier niet vermeld, wat in sommige recensies wel werd geadviseerd, na een vernietigend oordeel. Al vinden wij recensenten het dan niks, u als bibliotheek wordt met klem aangeraden het aan te schaffen. Want het zal worden gelezen. Dat weten we zeker.

Als ik Helen Taselaar was geweest, zouden tevreden lezers ook het enige zijn, waarvoor ik schreef. Niet voor de heren en dames recensenten. Want succes heeft ze er zeker mee gehad. De boeken zijn veel verkocht. Zes drukken, die krijg je echt niet zo maar.

06 november 2012

Zuster Nonnie

Onlangs gekocht op een markt, bij een "doe maar vijftig cent" verkoper. Eenmaal thuis met mijn buit, eens nagezocht, wat er gevraagd wordt, voor dit exemplaar uit 1937. 15 euro, zo gemiddeld. Dat is dus dertig keer zo veel, als ik goed reken. Je hebt soms nog van die mazzeltjes. Dit was er dus zo een.

Een vroege Borrebach, met drie zwart-wit illustraties en een in linnen gebonden omslag. Toen Uitgeverij Kluitman nog Gebr. Kluitman heette, en nog werkelijk in Alkmaar zat. Uit de serie 'De nieuwe leeskring', waar ik meerdere titels van bezit. De serie, waar de titel op de rug in de breedte is geschreven, zodat er in de lengte nog ruimte overblijft voor een extra tekening van Borrebach. Ditmaal is het een stoomboot, die verwijst naar de tocht naar Indië, die de hoofdpersoon helemaal alleen maakt. Nonnie van Kol heeft net haar eindexamen achter de rug, als ze terug gaat naar Indië, waar haar vader bankdirecteur is.

Het verhaal bestaat uit twee delen, en anders dan de titel doet vermoeden, gaat alleen het tweede deel over Nonnie die in het ziekenhuis gaat werken. In het eerste deel wordt eigenlijk alleen de bootreis naar Indië besproken, die vier weken duurt. Er is een stop in Southampton, in Lissabon, ze varen dagen achtereen door het Suezkanaal. En ondertussen is er aan boord van alles te doen en leert Nonnie veel mensen kennen. Zo veel, dat het je als lezer duizelt. Eigenlijk hoef je er maar een te onthouden. Die van de jonge scheepsarts. Joop Gerlings. Dat wordt haar echtgenoot. Hij is op de een of andere manier al een bekende van Nonnie, maar hoe, dat wordt niet direct duidelijk.

Al meteen in het eerste hoofdstuk wemelt het van de namen, die niet verder worden uitgelegd. Of dit vervolg op een eerder deel is, waarin de personen worden geïntroduceerd, blijkt nergens uit. Er staan geen verwijzingen in, zoals dat anders meestal wel gebeurt, in het geval van een vervolg. Aan boord ontmoet Nonnie onder meer een Engels echtpaar met drie dochters. Waar andere schrijfsters kiezen voor één enkele zin in het Engels, om aan te geven dat het om buitenlanders gaat, daar kiest deze Nannie Franken er voor, om elke dialoog in het Engels te beginnen, met in een voetnoot de vertaling, en vervolgens in het Nederlands verder te gaan. Het maakt het verhaal lastig lezen.

Na de pretjes aan boord is het tijd voor het serieuzere werk, terug in Nederland. Nonnie wordt leerling verpleegster. Er volgen wat standaard gebeurtenissen, met verpleegsters en zieke kinderen, die in elk ziekenhuis meisjesboek wel voorkomen. Maar waar andere boeken de hoofdpersoon een ontwikkeling laten doormaken, daar kabbelt in dit geval eigenlijk alleen maar de tijd voort. Nonnie hoeft niets te ervaren, heeft geen pagina's lang omschreven moeilijkheden met zichzelf of anderen. Alles is even oppervlakkig. Nonnie viert haar negentiende verjaardag, als Joop haar ten huwelijk vraagt. Er is dan amper een jaar verstreken na naar boottocht. Hoewel fraai ingebonden, in oude spelling en inmiddels vijfenzeventig jaar oud, is het verhaal niet meer dan ontspanningslectuur. Het staat mooi in mijn kast met oude exemplaren. Dat wel. Want het is een puntgaaf exemplaar.