30 november 2016

Dansen is plezier voor zes

Het is er eentje die ik zelf kocht, in het voorjaar van 1986. Van dezelfde boekenbonnen als het verhaal van Michelle, waar ik al eerder over schreef. Dit is er eentje uit de Zonnebloem-reeks, waar ik eigenlijk al wat te oud voor was, op dat moment. Maar ik vond het verhaal zo leuk.

Dansen is plezier voor zes was drie jaar eerder bij Kluitman verschenen, in 1983. De tijd waarin jazzballet een favoriete hobby van veel meisjes was, maar waar tegelijkertijd nauwelijks boeken over werden geschreven. Paardenboeken waren er meer dan genoeg te leen en te koop. Ik las ze ook wel eens, maar had niets met paarden. Met jazzballet dus wel. Dat deed ik zelf ook. En wat is er nou leuker, om daar dan over te lezen?

Het verhaal gaat over Linette, die nieuwe buren krijgt. Linette is een boekenwurm van twaalf, die nooit een echte vriendin heeft gehad. Precies zoals ik toen. Alleen kreeg ik geen nieuw buurmeisje, waarmee ik vriendschap sloot.  Linette wel. Die leert Sandra kennen. Een buurmeisje met een moeder die balletlerares is. Ook aan de andere kant van Linette wonen twee meisjes van haar leeftijd. Bij een er van zit Linette zelfs in de klas, maar tot dan toe waren ze blijkbaar niet bevriend. Aangevuld met nog twee klasgenootjes komt het aantal op zes meisjes, die graag willen leren dansen.

Sandra is de dochter van de balletlerares, die danst zonder moeite. Klasgenootje Carla heeft van zichzelf al veel talent. Maar Mary, Nanneke, Anne en Linette vinden het allemaal reuze moeilijk. Linette vooral. Ze beweegt zich onnatuurlijk en houterig, hoe zeer ze ook haar best doet. Ze is niet zo goed als de anderen, vindt ze zelf. Precies zoals ik mezelf vond, op jazzballet.

De meisjes treden eerst voor hun moeders op, die nog heerlijk traditioneel thuis zijn overdag. Alleen de moeder van Linette werkt, maar dat komt omdat haar vader niet meer leeft. Alle andere moeders hebben tijd om naar hun dochters te komen kijken, weten hoe ze een danskostuum in elkaar moeten zetten en nemen hun dochters mee de stad in om een balletpakje te kopen.

De zes meiden worden vriendinnen, treden op tijdens een schooluitvoering en later nog in een bejaardentehuis. Daar krijgt lerares Steffie te horen, dat ze de revalidatiezaal gerust mag gebruiken, om balletles te geven. Het hoeft niet meer met zijn zessen op de zolder bij Sandra, bij gebrek aan een zaaltje. Het mag een grotere groep worden. Dat is leuk voor heel het dorp.

Linette en Sandra zijn intussen de dikste vriendinnen geworden, maar daar moest nog wel een ruzie met Sandra aan te pas komen. Sandra, die Linette voor houten klaas uitmaakte. Die haar daarmee vreselijk verdriet deed, maar die er ook voor zorgde, dat Steffie de dans voor school aanpaste. De Dans. Met hoofdletters, eigenlijk. Het was allemaal zo vreselijk herkenbaar.

Al had ik dan geen vriendin als buurmeisje, toen ik twaalf was. Laat staan vijf meisjes uit mijn klas, met wie ik vriendschap sloot. O, in die tijd was ik met veel meer klasgenoten aan het balletten. Sommigen deden het bij een andere vereniging. Anderen zaten wel in mijn groep maar bemoeiden zich niet met mij. En ik niet met hen. Maar ja. Zulke verhalen zijn niet mooi genoeg om uitgegeven te worden. En dat hoeft ook niet. In boeken moet je kunnen wegdromen. Zeker in die van de Zonnebloem serie.

22 november 2016

Zuster Hester van Rhijn

Net als je jezelf gaat afvragen...'maar we hebben in Nederland toch helemaal geen rotspartijen en eindeloze vlakten', lees je dat het verhaal zich in Zuid-Afrika afspeelt. Het heet simpelweg Zuster Hester van Rijn, maar Ruzie, rellen en romances met Zuster Hester van Rhijn was een betere titel geweest.

West-Friesland gaf het uit in de Zonne-reeks en later nog in de Witte Raven pocketserie. Hadden ze de eer maar aan zichzelf gehouden en het helemaal niet laten verschijnen. Dit is een doktersromannetje dat doet of het een meisjesboek is. Met illustraties van Borrebach.

Het verhaal is eigenlijk heel simpel. Hester is wees geworden, moest daarom haar studie medicijnen afbreken en werd verpleegster. Ze werkt rechtstreeks onder chirurg Danie du Toit, die al op pagina twee belangstelling voor haar blijkt te hebben. Ze kennen elkaar dan anderhalf jaar. Een of twee hoofdstukken later realiseert ook Hester zich, dat ze verliefd is. Ze willen het voor elkaar niet toegeven, want het leeftijdsverschil is te groot en er zijn kinderen uit zijn eerste huwelijk.

Dat was op zich al stof genoeg, om een verhaal van te maken. Zo zijn ze ook bij honderden door West-Friesland uitgegeven. Maar nee. Het moet allemaal smeuïger. Dus is Hester een goed pianiste. Maakt Andries, een broer van vrienden, avances, die ze afwijst. Wil dokter Jan het met haar aanleggen, in het ziekenhuis. Drie kandidaten. En dan zijn we dus nog pas drie hoofdstukken ver, of zoiets.

Dokter Jan houdt vol en het komt tot een handgemeen. Ruzie in de auto, waarbij zuster Hester hem afweert en vervolgens snoeihard door de voorruit smijt. Met verstrekkende gevolgen. Dan is ze weer verpleegster. Ze haalt hulp bij een inwoner uit de buurt. Hij is politiecommissaris en, hoe toevallig, ook de echtgenoot van de ernstig zieke vrouw, die dokter Danie eerder haar leven wist te redden op de operatietafel. Daar waar dit verhaal mee begon. Opnieuw genoeg ingrediënten voor een verhaal. Maar nee.

Want dokter Jan is niet genezen van zijn versierderskwaal. Hij blijft drinken en flirten. Nu de kansen op Hester verkeken zijn, nu dokter Danie hem voor zijn gedrag uit het ziekenhuis laat ontslaan, zet hij zijn zinnen op Anita du Toit. Ze is de dochter van dokter Danie. Die versierpogingen lijken succesvol te zijn. Anita is nog minderjarig, het is strafbaar. Dus daar is de politiecommissaris uit een paar hoofdstukken eerder weer.

Weer gaat de commissaris naar dokter Danie. Nadat hij hem al eerder van Jan's ongeluk vertelde, informeert hij hem nu over Jan met zijn dochter. Dan gaat Danie op studiereis naar Parijs. Hij vraagt Hester om een oogje in het zeil te houden. Dat doet ze. Maar met Anita gaat het alsnog fout. Dankzij Jan. Opnieuw is daar de commissaris. Zucht.

Wat een puinhoop. Komt het dan nooit meer goed? Johan du Toit , de jongste zoon, moet ook nog ernstig ziek worden, terwijl zijn vader niet thuis is. Eerst valt hij van de trap, daarna krijgt hij longontsteking. En o ja, hij is een van die zeldzame patiënten, bij wie penicilline niet werkt.

Nachten van waken en angst volgen. Anita en Hester komen nader tot elkaar. Hester moet maar vlug trouwen met papa. Dat doet ze ook, zodra hij van zijn studiereis terug is. Een reis, die hij om zijn jongste zoon moest afbreken. Natuurlijk wordt Johan nog beter ook. En gaan ze met zijn allen de toekomst in. In een huis vol vrienden. Uit. Hèhè.

15 november 2016

En toch werd het zo

Dit is volgens de flaptekst een goed boek. Geen snelle mannen in rode sportauto's, geen mondaine feestjes. Nee. Het is een verhaal over een gewoon meisje, dat veel herkenning zal oproepen. En het werd voor mij een mooie afspiegeling van de jaren zestig.

Het verhaal van Map van Buren begint met het in ontvangst nemen van haar diploma van de huishoudschool. Verder leren is er niet bij: er zijn nog vier jongere kinderen thuis, waaronder een pasgeboren tweeling. Map vindt het volkomen normaal dat ze nu eerst moeder een poosje gaat helpen. Pas als haar zusje van school af komt, zal ze een baan gaan zoeken. Dan neemt dat zusje de functie van hulp van moeder over. Geen discussie.

Map handwerkt keurig en kan prima met de naaimachine overweg. Ze belandt in een klein confectie atelier, waar ze echt mag werken met een elektrische machine. Op school hadden ze er daar maar een paar van. Nu wordt het menens. Map werd hard en goed. Op het loonzakje komt al snel een hoger bedrag te staan. Opslag. Wat zal moeder blij wezen.

Ze leert jongens kennen, wordt voor het eerst verliefd. Ze sluit vriendschap met de meisjes op het atelier, terwijl haar schoolvriendinnen als vanzelf naar de achtergrond verdwijnen. Ze leert tijdens het schaatsen André kennen, werkzaam op kantoor en in militaire dienst. Maar André is haar te serieus, dus beëindigt ze de verkering om vervolgens met Paul mee te gaan, die het allemaal niet zo ernstig meent.

Ze spijbelt van haar werk, met een stel collegaatjes en krijgt op haar donder. Als er geen grote personeelsschaarste was, zouden ze ontslagen zijn. laat de directeur hen weten. Ondanks dat besluiten Map en haar vriendin en collega Joep toch een baan in een ander aterlier te zoeken. Eentje waar ze promotie zouden kunnen maken. En waar ze meer kunnen verdienen. Die baan is snel gevonden.

Maar zal geen jaren meer duren. Map maakt het weer in orde met André. Daarmee eindigt het boek. Ze heeft het leven leren kennen door het leed van anderen. Ze weet wat ze wel moet doen en wat ze beter kan laten. Nog even sparen voor de uitzet, dan kan er getrouwd worden. Als André uit militaire dienst is. Tegen die tijd zal Map rond de twintig zijn en dat is een mooie leeftijd om te trouwen.

Dat laatste staat niet meer in het boek, over die uitzet en het aanstaande huwelijk. Maar dat is wel de bedoeling geweest van elk gewoon meisje uit de jaren zestig. Na school bij moeder in de leer voor het huishouden. Een paar jaar goed je best doen in een baan. Dan sparen, dan trouwen en dan moeder. Zo was het goed. Daar konden niet genoeg boeken over geschreven worden.

Met illustraties van Hans Borrebach. Later herdrukt in de Witte Raven reeks, met illustraties van Herry Behrens. Dan zijn we in de jaren zeventig beland en doet Map eigenlijk te modern aan voor het verhaal. Toen hadden vrouwen toch al wel wat meer in te brengen.