29 maart 2015

Bloemen voor Inge - Een uit velen

Dit boek heeft twee titels. En ook twee schrijfsters. En de verhalen lijken op elkaar. Beiden gaan over een ziek meisje, vriendschap op school en gedeeltelijke genezing. In beide gevallen komt het dus goed. Maar het zijn twee verschillende verhalen, door de uitgever destijds in één band gestopt. Wanneer je Bloemen voor Inge omdraait verschijnt Een uit velen. Twee omslagen dus en daarmee geen achterflaptekst, waar een korte samenvatting op staat.

De samenvatting staat ook niet aan het begin van het verhaal. Wel staat er op de keerzijde van de eerste pagina in beide gevallen een illustratie van Borrebach. En hebben ze één bestelnummer: M98. Ik bezit twee van dergelijke 2 in 1 Witte Raven, maar ik weet dat het er meer moeten zijn. Ik had ze vroeger ook, maar heb ze weggegooid uit ruimtegebrek. Soms doe je dingen waar je later van denkt: had ik dat nou maar niet gedaan.

De catalogus van de Koninklijke bibliotheek maakt er één titelbeschrijving van. Bloemen voor Inge van Marga van Renkum wordt als titel genomen. En bij de annotatie, een mooi woord voor opmerkingen staat te lezen, dat het in keerdruk is met Een uit velen van Ina van Velsen. Mooi woord, keerdruk. Ik kende het niet, maar het omschrijft inderdaad precies wat het is. Bloemen voor Inge verscheen tien jaar eerder nog als afzonderlijk verhaal, ook met illustraties van Borrebach. Als noot, wat weer een ander soort van toevoeging is dan een annotatie, staat te lezen in die titelbeschrijving:  Bandillustratie, gesigneerd Hans Borrebach: meisje met bloem in de arm, tegenover haar een meisje met penseel en palet; Redelijk exemplaar, omslag wat sleets.

De KB heeft ten minste nog een exemplaar. Ik moet het mijne nog altijd zien te vinden. Ook Een uit velen is eerst als afzonderlijk verhaal verschenen, omstreeks 1956. Maar dat vind ik in de catalogus niet terug. En zelf heb ik het ook niet. Ik heb wel een paar andere verhalen, die later als 2 in 1 herdrukt zouden worden. En, zoals voor zo veel boeken uit die tijd geldt ook hier: de oudere uitgaven zijn mooier, beter verzorgd dan de nieuwere. Daar stond Borrebach om bekend. De illustraties in de Witte Raven reeks worden door de kenners vaker afgedaan als slordig. Misschien om het karakter van goedkoop wegwerp boek te illustreren zo las ik eens in een recensie. En intussen is dit goedkope wegwerpboek al weer vijftig jaar oud.


Er zijn uiteindelijk een stuk of acht van die keerdruk boeken van Witte Raven verschenen, aldus de catalogus. Niet allemaal met illustraties van Borrebach. Een stuk of drie moet ik er ooit nog zien te krijgen. Wie weet, lukt het me nog. Want ik had ze dus niet weg moeten gooien. Maar ja, dat is meestal met dingen die je weg gooit. Het staat in de weg, totdat het in de vuilnisbak of oud papier doos belandt en je er, soms jaren later, spijt van krijgt.




15 maart 2015

Vickey's capriolen

Ook dit is een deel uit een serie. Maar dat is aan het boek niet te zien. Het is uitgegeven in 1957 door uitgeverij Stenvert in Apeldoorn. De eigenaar van Stenvert is tevens eigenaar van uitgeverij De Eekhoorn. Beide uitgeverijen hebben naast elkaar bestaan en zowel Stenvert als de Eekhoorn hebben een website met veel achtergrondinformatie.

Vickey's capriolen, wat dus het eerste deel van de Vickey-serie zou worden, is net als de Olijke Tweeling, van Arja Peters. Beide series worden door de uitgever en op andere plaatsen, in één adem genoemd. Arja schreef beide reeksen dan ook tegelijkertijd, al ging ze met de tweeling nog een stuk langer door.

Het verhaal heeft, net als de Mieke boeken, een samenvatting op de keerzijde van de titelpagina staan, zodat je als lezer al een beetje weet, wat je te wachten staat. Hier valt dus te lezen dat Vickey een H.B.S.-meisje is, dat, nadat haar moeder is overleden, inwoont bij haar zus Niki en haar zwager Bob. Ook haar zus Rina woont bij hen in. Kennelijk is er ook geen vader meer. In de samenvatting staan verder nog een paar belevenissen, die Vickey gaat meemaken en die me erg aan de verhalen van Ellis en Thelma, alias de Olijke Tweeling doen denken. Met dat verschil dat die nog op de lagere school zaten, toen ze hun avonturen beleefden. Vickey is veel ouder.

Vickey, die heet Lengton van achteren., spreekt haar familie aan met schattedodden, die haar beantwoorden met Priegel of Krimmel.Woorden die in de Olijke Tweeling ook werden gebruikt. Die overigens een oom Bob hadden. Vickey moet geopereerd worden aan haar blindedarm. En ze krijgt een nichtje. Er is een lastige meneer Pieters. Ellis en Thelma kregen elk een broertje, hun vader een acute blindedarmontsteking en de lastige buurvrouw heette mevrouw Pieters.

Zo komt het toch wel allemaal heel erg op hetzelfde neer. Misschien heeft de firma Stenvert / De Eekhoorn gedacht, dat het voor twee verschillende leeftijdscategorieën was. Dit Vickey-boek is voor meisjes van 12 jaar en ouder geschreven, de Olijke Tweeling was voor 9 tot 12. En dat het daarom niet zo veel uit maakte, dat de verhalen zo op elkaar leken. En vervolgens werd Hans Borrebach maar weer eens gevraagd het geheel van een omslag en binnenillustraties te voorzien. Waarmee alweer een stereotype meisjesboek in de jaren vijftig was geboren. Het zou in de jaren zestig nog eens als pocketeditie worden uitgegeven. Kennelijk was het veelgevraagd.

Vrolijke H.B.S.-meisjes, met vrolijke, niet-alledaagse namen uit de jaren vijftig. Meisjes, die zich charmant door elke tegenslag heen lachen, al hebben ze geen ouders meer en krijgen ze blindedarm-ontsteking. Al hebben ze een paar onvoldoendes en soms zelfs een taak te maken, blijven zitten doen ze eigenlijk nooit. Achterop raken door ziekte is al een zeldzaamheid. Want die onvoldoendes komen door te slecht leren. En dat halen ze gauw genoeg weer in, als ze eenmaal inzien dat het zo niet verder kan. En dat gebeurt altijd. Ruim op tijd bovendien.

Bij het zoeken naar een afbeelding stuitte ik nota bene op een originele recensie, in het Dagblad van Amersfoort, uit 26 juli 1957. Te leuk om er niet bij te plaatsen. Met dank aan het Archief Eemland, voor het inscannen van haar collectie Historische Kranten, die bovendien ook nog goed te doorzoeken blijken te zijn. Hulde. Het is de eerste keer dat ik voor mijn blog zoiets kan posten.
 

08 maart 2015

W.P. voor de vrouw : tweede deel H-Z

Het tweede deel heeft geen inleiding, zoals het eerste deel. Het valt zo met de deur in huis. Met een H. Er wordt ook doorgenummerd na deel een, zodat we starten op pagina 735, die dan weer geen nummer op de bladspiegel heeft staan. Ook dit moet voor bibliothecarissen van toen weer een leuke uitdaging zijn geweest. Zie hier maar een correcte titelbeschrijving van te maken.

Op bladzijde 739 en 740 staan tekeningen van haardracht, respectievelijk historische en bij kinderen.  Dat laatste is dan weer actueel anno 1953. Inmiddels ook aardig historisch. Twee opgerolde vlechten. Eenmaal opgerolde vlecht.  De klassieke lange vlechten. Voor het aankomend bakvisje. Tussen koffer en koffie zijn vier pagina's opgenomen met achtereenvolgens kenmerkende maten en verhoudingen klieren met inwendige secretie I en II, ofwel dwarsdoorsnede van vrouw en meisje en man en jongen. 

Wanneer men bij de M gekomen is, worden er vier pagina's foto's gereserveerd voor het trefwoord moeder, alsof de uitgever daarmee duidelijk wil maken, dat dit de kern van de hele encyclopaedie is. En de bijschriften van de foto's liegen er niet om. Moeder moet rust en geborgenheid bieden. Niet uitgaan en het kind alleen laten. Moeder moet het kind op alles voorbereiden. Weten wanneer zij het kind moet loslaten. Raadgever zijn. Rekenen om met het huishoudgeld om te gaan. Zorgen dat het kind niets tekort komt en er tegelijkertijd voor zorgen, dat vader ook zijn deel in de opvoeding kan hebben. Als hij daar ten minste de kans toe krijgt. Er zijn foto's van eten, bestek, servies. En zelfs een kleurenfoto van soepen.

Ook dit deel eindigt met een Lijst van platen, onderverdeeld in gewone platen, anatomische platen en getekende afbeeldingen, welke de gehele pagina bevatten. Ook hier stoelen tegen een wit rose geruite achtergrond, als een soort voering van het omslag. Zo ben ik ten slotte ruim 1380 pagina's tekst verder, alles bij elkaar. En een  heleboel wijzer geworden over de opvattingen van zestig jaar geleden. Ben blij dat ik nu vrouw mag zijn. Dat ik toen nog niet bestond.