18 januari 2015

Een lot uit de loterij

Grappig. Ik schrijf al bijna zes jaar aan dit blog. Maar blijkbaar heb ik nog nooit een verhaal van de veelschrijver besproken. Guus Betlem, ook schrijvend onder het pseudoniem Freddy Hagers. Van dezelfde leeftijd als Borrebach en persoonlijk met hem bevriend. Vooral bekend van de Marjoleintje die Marjolein werd reeks. En van zijn boeken over de huishoudschool. Wat bijzonder was, omdat de meeste hoofdpersonen in meisjesboeken naar de HBS of het gymnasium gingen. En zo af en toe naar de MMS of Mulo.

Een lot uit de loterij gaat over Hannie, Bonnie, Mieke, Josje en Mirjam. Ze zitten in de derde en gaan over naar de vierde. Welk schooltype het is, wordt niet duidelijk. Het gaat in dit verhaal ook niet echt over de proefwerken en de leraren, al komen ze wel even ter sprake. Nee, de dames doen mee met een loterij en winnen nog een prijs ook. Een behoorlijke geldprijs, die ze aan een reis naar Zwitserland willen uitgeven. Maar ja, ze zijn nog geen zestien.

Gelukkig heeft Hannie een studerende zus van negentien, Stan. En die wilde nu juist op reis naar Zwitserland, om daar kinderen te gaan begeleiden. Beide dingen kunnen nu mooi gecombineerd worden. Anders dan in andere verhalen wordt hier de voorbereiding en de treinreis naar de bestemming bijna net zo uitgebreid beschreven als de reis zelf. Het maakt het voor de doelgroep, de meisjes van 14 tot 16 jaar, of zoals als een soort ondertitel op de titelpagina staat vermeld Een boek voor meisjes van 'om en bij de veertien', een stuk leuker om te lezen.

Want natuurlijk is dat spannend een eerste eigen paspoort, waar je een pasfoto voor moest laten maken. Het blauwe boekje met de geperforeerde cijferreeks. Zo zag mijn eerste paspoort er in 1987 ook nog uit. En ik voelde me net zo voornaam, toen ik het mocht gaan afhalen op het gemeentehuis.
Ze gaan naar het reisbureau en ze bestuderen de atlas. De treinreis van twintig uur wordt beschreven. Het geharrewar om de gereserveerde plaatsen. Het zijn allemaal dingen die indruk maken als je voor het eerst op stap gaat zonder je ouders. Betlem had het goed gezien.

De reis gaat naar de omgeving van Interlaken. Wilderswil, om precies te zijn. Toevallig ook de vakantiebestemming van Ankie. Dit verhaal heeft geen geestelijke overpeinzingen. Hier worden trektochten gemaakt, leren ze twee Zweedse jongens kennen en hebben ze een aardige waardin die Zimmer Frei voor ze heeft. Stan heeft het als studente op haar kamer niet erg naar haar zin, maar ze maakt er het beste van. En dat doen de vriendinnen ook. Ze zijn zuinig, koken zelf hun maaltijden en hebben duidelijk nog geen behoefte aan een relatie. Het eindigt met de belofte te zullen corresponderen. En daar eindigt ook zo'n beetje het boek.

In de trein terug naar Nederland. Op naar de vierde klas vol Engels, Duits, Meetkunde en Frans maar met een hele mooie vakantie in hun geheugen. Vrolijk geschreven en zelfs na, wat zal het zijn, toch wel zestig jaar, nog steeds goed leesbaar. Je kon aan Guus Betlem niet merken, dat hij een veelschrijfpen had. Het waren leuke verhalen. Ik heb er veel van.  Sommige zelfs in meerdere edities. Wordt vervolgd, dus. 

11 januari 2015

Het geheim van de fototrucage

Er staat een prijs in van € 0,50. En ik denk, dat ik er dat op 13 augustus 2010 ook inderdaad voor heb betaald. Volgens mij was het een kringloopwinkel-vondst. Nu ik er iets beter over nadenk, weet ik ook weer, dat het een kringloop vondst was na drie keer in korte tijd voor niets een boekenmarkt te hebben bezocht. Zoals dat steeds vaker gaat. Boekenmarkten met alleen maar troep op de kraam of spullen voor woekerprijzen. Je maakt er toch elke keer een behoorlijke reis voor en om dan alleen maar geconfronteerd te worden met niks, daar word je behoorlijk chagrijnig van. Ik in elk geval.

Maar van zo'n vondst als deze kan ik don ook wel weer heel vrolijk worden. Een Borrebach in de Amstel Hobby Serie dus. Met een titel die tot de verbeelding spreekt. De titels van de hoofdstukken doen dat ook. Dwalen door een wereld van fotografische mogelijkheden, bijvoorbeeld. Of Foefjes met kleurig licht, kleurige schaduwen, rasters en maskers. Of Bijzondere doka-stuntjes. Om maar eens wat te noemen.

In hoofdstuk dertien, dat De charme van de bijzondere fotografie heet, komt de kleine, goedsmakende technische hutspot ter sprake, zoals de schrijver dat in zijn inleiding noemt. Wat hij daarmee bedoelt, laat hij onder meer in een foto zien, die op glanspapier in het boek is afgedrukt. Een zwart wit opname van een zwoel kijkend meisje tegen de achtergrond van een flatgebouw. Voorbeeld van achtergrondprojectie, staat er bij. Een uit het archief gehaalde dia, dat met een gewone huiskamer projector tegen een witte wand wordt geprojecteerd. Een leerzaam tijdverdrijf voor de wintermaanden, terwijl u 's zomers weer voor aanvulling van de diacollectie zorgt.

Dat leerzame tijdverdrijf, daar verdiende de auteur zelf ook zijn geld mee. Als omslag voor de meisjesboeken tekende hij niet alleen, hij stelde ze ook samen met behulp van dia's en modellen. Precies zo als deze dame voor de dia poseert, zo zijn ook zijn omslagen voor uitgeverijen als Kok en Callenbach, in de jaren vijftig en zestig. Zeldzamer dan zijn geïllustreerde omslagen, maar ik heb er toch wel een aantal van. En zo is het circeltje dan weer rond. Er moet ook nog ergens een boek zijn, waarin hij de techniek van het illustreren uitlegt. Dat heb ik tot nu toe nog niet kunnen vinden. Maar ik wil het zeker nog eens zien te krijgen.

Dit fotoboek van Veen is, net als alle andere boeken die van zijn hand bij deze uitgever verschenen, ook weer voorzien van een alfabetische index. Vervolgens nog een lijst van andere titels van Borrebach, die eerder verschenen. Het is al een indrukwekkend overzicht. Als laatste staat er nog een lijstje in van boeken over kamperen en sport, die ook in de Hobby Serie verschenen. Maar die kom ik eigenlijk maar zelden meer tegen. Die van Borrebach wel. Blijkbaar werden ze destijds goed verkocht. En moeten ze nu allemaal weg, omdat de computer zijn technieken allemaal heeft overgenomen. Ik zet ze juist in de kast. Om de nostalgie. 

04 januari 2015

Mieke's offer

Weer kijkt ze zwoel in de lens, met een hond op haar arm en slechts gehuld in een zomers topje met lage rug. Rekel draagt een bijpassend roze halsbandje en Mieke heeft er ook haar nagellak op aangepast. Het zoveelste kenmerkende kindvrouwtje dat Hans Borrebach schetste en je vanaf het omslag ondeugend aan laat kijken. Weer vraag ik me af, hoe de uitgever dit goed kon keuren. Want opnieuw lijkt het meisje op het omslag totaal niet op het meisje van het verhaal. 

Ook het twaalfde boek in de Mieke-serie is opgebouwd uit verschillende delen. Het begint met Bram wordt weer eens Mieke's redder. Daarin besluit Mieke om geld uit te sparen, niet per trein maar per fiets naar haar vakantiebestemming in Dieren te gaan. Ze komt in de bossen terecht, waar ze hopeloos verdwaalt. Gelukkig is daar Bram van der Stoep, die in het leger is en haar per jeep daar brengt waar ze wezen moet. Hij is haar redder in nood, vader en moeder brommen een beetje als ze achter het zoveelste avontuur van hun jongste komen, maar uiteindelijk komt alles weer in orde.

In het tweede deel, Mieke krijgt een verloofde zuster, wordt de verloving van haar zus Madelon beschreven. Het is een saaie, bedeesde student tandheelkunde, die bij nader inzien toch best aardig is. En tijdens het diner krijgt Mieke het zo maar ineens benauwd. Niet alleen omdat Madelon verloofd is. Er lijkt ook wat meer te zijn tussen vriendin Miriam en broer Rob en tussen vriendin Erica en stiefbroer Peter. Dan blijft ik thuis alleen over, denkt Mieke bij zichzelf. Ze is vijftien, als ze zich dat realiseert.

Het werkelijke offer vindt pas plaats in het derde deel. Juffie komt ten val en Mieke besluit haar reis naar Saalfelden er maar aan te geven om juffie te helpen. Ze krijgt gezelschap van haar vriendin Tonnie van der Horst, die een herexamen voor Latijn heeft. Toevallig is Mieke er heel goed in, dus helpt ze haar vriendin door haar huiswerk heen. En ze leert een heleboel over het huishouden. Bovendien laat Tonnie Mieke inzien, dat ze toch wel een bevoorrecht mensenkind is, met een gezonde vader en moeder, voldoende geld en een goed verstand. Tonnie heeft het allemaal niet. En toch klaagt ze er niet over.

Als Tonnie haar herexamen moet maken is Mieke er haast nog zenuwachtiger over dan Tonnie zelf. Natuurlijk gaat Tonnie over. Uiteraard worden Mieke en haar vriendin beloond met een sieraad van juffie, als dank voor hun hulp. Er is alle lof van vader en moeder voor Mieke, die zich zo hulpvaardig heeft gedragen. Lof van juffie en lof van de leraar Latijn. En zo heel groot was dat offer nou ook weer niet. Ze had immers al een reisje door Nederland met haar ouders en juffie achter de rug, toen het ongeluk gebeurde. En dat dan allemaal nog zo beloond te zien worden...


Zo zijn er dan twaalf delen over Mieke compleet, zo begint het naschrift van de schrijfster. Mieke als 'kind' dan. We moeten haar nu maar rustig helemaal volwassen laten worden. En dan volgen de laatste drie delen, waarin de hoofdpersoon zich uiteindelijk toch laat kooien. Zo heel lang duurt het allemaal niet eens meer.

Het blijkt wel een heel beperkte wereld, die van Mieke. Vriendinnen gaan trouwen met broers, een oude dame voor de huishouding met wie ze bevriend blijven, een oma, en een tante. Dat is het wel. Echte moeilijkheden, ach, die heb je maar even en ze worden ook altijd naar ieders tevredenheid opgelost. Zo lang je Mieke de Rooij heet, ten minste. En die bestaat niet echt.