19 februari 2010

Welkom op De Wildhof


De familie De Wild bestaat uit vijf zussen en een broer. Nu de drie oudste zussen aan de man zijn gekomen, wordt het voor de broer ook tijd, dat hij een vriendin krijgt. Hugo is van de zes kinderen de oudste en intussen zo halfweg de twintig. Voor Helen Taselaar de ideale leeftijd van een man. Bijna alle mannen die in haar verhalen figureren en die de toekomstig echtgenoot worden, zijn zo oud.

Maar het zijn meisjesboeken, die ze schrijft. En meisjes willen verhalen over meisjes lezen. Meisjes die aan een man komen. Meisjes die beroemd zijn. Een combinatie van allebei is natuurlijk helemaal goed voor de verkoop. Hugo de Wild is een man. Dat wordt heel origineel opgelost, door het verhaal vanuit het perspectief van het meisje te vertellen. In dit geval Carola de Jager, de toekomstig schoonzus van de kennelfamilie. Zangeres van de band Red Tulips, die op het punt staat om door te breken.

Ze breken door en niet zo'n beetje, maar helemaal. Ze krijgen heel Nederland aan hun voeten en zelfs in Duitsland hebben ze succes. Carola vindt het heerlijk, maar Hugo denkt er anders over. Die vindt dat ze kiezen moet, tussen de band en hem. Ze kiest voor het eerste. Daarop maakt Hugo de verkering uit. Zijn zussen, die Carola al helemaal in hun midden hadden opgenomen, nemen hem dat niet in dank af. En wanneer Hugo enige maanden later een ander meisje meeneemt naar huis, zijn ze ronduit vijandig naar haar.

Carola boekt weliswaar succes, maar kan Hugo niet vergeten. Op de avances van haar manager Patrick gaat ze daarom niet in. En wanneer ze dankzij haar optreden oververmoeid een zware longontsteking oploopt, hangt ze haar microfoon in de wilgen. Met de familie De Wild heeft ze altijd contact gehouden. En terugkomen bij Hugo blijkt niet zo heel erg moeilijk. Die houdt immers ook nog van haar. Hij mag dan wel een ander meisje hebben, die relatie is zo beeïndigd.

Zijn we er dan? Nog niet helemaal. Want het moet natuurlijk wel voor iedereen goed aflopen. De zussen, die zo kwaad zijn geweest op het even vriendinnetje van Hugo besluiten een paar weken naderhand om met haar te gaan praten. En daar treffen ze haar met een nieuwe man aan. Of dat wat wordt? Vast wel. Hij keek haar zo verliefd aan...

12 februari 2010

De ideale autorijder


Mijn rijbewijs behaalde ik pas na heel veel lessen, geld en tijd. Toen ik het eindelijk in mijn bezit had, en direct daarna een autootje voor mezelf aanschafte, kocht ik ook tevens wat tweedehands boeken over autorijden. Want die zijn er ook. Anders dan de theorieboeken met de plaatjes.

De ideale autorijder is er zo een. Geschreven door J.F. Basten, inspecteur van politie te Zwolle. Uitgegeven door Elsevier, in 1962. De ondertitel luidt: kijken, denken en rijden in een auto. Zulke boekjes waren nodig, want erg veilig waren auto's nog niet. Er waren geen veiligheidsgordels, en al helemaal niet achterin. Er waren nog geen airbags, geen ABS. Geen stuurbekrachtiging, geen cruisecontrol, geen TomTom. Er was gezond verstand en er was etiquette.

Met andere regels dan nu. Uitvaartstoeten hadden nog altijd voorrang. En voor een zwaar beladen handkar of bakfiets, alsmede voor ouden van dagen had je een morele voorrangsplicht. De stoel van de medepassagier werd nog suicide seat genoemd. De zelfmoordplaats, omdat je als voorbankpassagier maar moet afwachten wat er gebeurt.

De invloed der menselijke eigenschappen, waarover in hoofdstuk 5 wordt geschreven, is er vijftig jaar later nog wel. Emotionaliteit, bijvoorbeeld. Agressiviteit, handigheid of slaap. Iets over leeftijd en reactievermogen. Een oudere reageert minder snel dan een jongere, maar dit wordt volledig gecompenseerd door hun betere rijvermogen. Daar zat wat in. Maar of we er nu nog zo over denken...?

Een wapperende arm, als de koningin van Lombardije, om achteropkomend verkeer het signaal te geven, dat ze mogen passeren. Zat ook wat in. Vind ik ook nog iets voor nu. De agent illustreert zijn boekje met wat waargebeurde anekdotes. Over merkwaardige ongelukken en hoe ze hadden kunnen worden voorkomen.

Een aanrijding omdat de chauffeur in zijn dashboardkastje naar zijn sigaretten zocht. Een vader die de motor stationair liet lopen, zelf een boodschap ging doen, waarna zijn zoontje het stuur overnam en een botsing veroorzaakte. Een man die een ongeluk op zijn geweten had, omdat hij op de snelweg zijn remmen had willen testen.

J.F. Basten verwierf, aldus de achterflaptekst, grote bekendheid door zijn praatjes 'U en uw inspecteur' voor het radioprogramma 'Knipperlicht'. Het boek is deels aan deze uitzendingen te danken. En deels aan de wens van de auteur, om het aantal verkeersongelukken verder te beperken.

Ik heb nog nooit een ongeluk veroorzaakt en ik hoop, dat ik dat kan blijven zeggen. Maar ik ga toch eens op zoek naar wat fragmenten van dat programma. Het is van ver voor mijn tijd, maar ik zou het graag willen horen. Zoals ik ook graag dit soort boekjes lees.

07 februari 2010

Nog is het lente voor Goud-Elsje


Ook de titel van het vierde deel uit de Goud Elsje serie kon ik niet meteen bevatten.
Lente, dat slaat op in de lente van je leven, zo begreep ik later. Je bent dus nog jong. Schrijfster Max de Lange gebruikte lente ook, om aan te geven dat je gaat trouwen. Dat er een nieuwe toekomst voor je aanbreekt. Achteraf gezien is het misschien ook het einde van een zorgeloze tijd voor Els Schaafsma- Berkhout. Want het boek eindigt met 'dat de bomen niet al hun bloesem kunnen blijven dragen'. Dat ze ook 'bloesem moeten verliezen, om tot volle bloei te komen'.

Met andere woorden: het leed zal uiteindelijk ook aan Els niet voorbij gaan. Maar voorlopig merken we als lezer daarvan nog niets. Er is veel voorspoed. Het belangrijkste is wel, dat Els in verwachting is van haar eerste kindje. Dat is, 'onder alles door steeds aanwezig', al doet ze er, samen met haar man Taco wel vreselijk geheimzinnig over, over 'haar mooie geheim'.

Els is intussen een getrouwde doktersvrouw, die heel anders in het leven is gaan staan. Ze hoort er bij, op het dorp. Ze heeft een dienstmeisje en bezoekt de zieken en hulpbehoevenden in het dorp. Maar uiteraard is ze ook nog steeds het meisje met haar gouden hart, dat haar huis voor iedereen openzet. Voor de vrouw van de notaris net zo goed als voor de gezinsverzorgster, ook al komt die uit een totaal ander milieu. Haar broer Joop mag elk weekend komen logeren. Maar ook haar vriendin Han die een 'groot leed te dragen heeft gekregen', is welkom. En Lotty, 'die het soms ook nog zo moeilijk heeft'.

Het verhaal speelt zich af tussen september en maart. Herfst, winter en de aankomende lente worden dan ook uitvoerig beschreven. Mist en nevel in de ochtend, een sneeuwbui en een rit in de arreslee. Met oudjaarsdag naar huis, vrieskou in januari. Er zijn verlovingen, er worden kindjes geboren. Andere kindjes krijgen een ongeluk, of sterven. Maar het eindigt met de geboorte van haar zoon. Auke Taco. Naar haar schoonvader en haar man. Haar eigen familie wordt niet vernoemd. Maar Els weet er toch nog wel een doopnaam aan toe te voegen. Theodoor. Godsgeschenk. Want dat is elk kind toch.

Misschien wilde Max de Lange haar Goud Elsje reeks hiermee afsluiten. Els groeit op, verlooft zich, trouwt en wordt moeder. Precies zo als Cissy van Marxveldt het jaren eerder met haar Joop ter Heul reeks in eerste instantie afsloot. Maar de uitgever van Max wist maar al te goed, dat Goud Elsje een goed lopende serie was. En daarom besloot Max tot nog een vervolg. En nog een paar. Het zou enige jaren duren. We zullen Els pas terug zien, als ze zeven jaar ouder is. Wordt vervolgd, dus.

01 februari 2010

Ineke en Anneke getrouwd

Wat valt er nog te vertellen over dit vierde deel? Was deel drie al niet veel bijzonders meer, dit is helemaal niks. Maar goed, je bent verzamelaar van meisjesboeken of je bent het niet. En mijn streven is toch, het oeuvre van Netty Koen-Conrad compleet te krijgen. Daarom staat het boek nog in mijn kast.

Ineke en Anneke zijn al twee jaar getrouwd. Ze wonen in bij Anneke's oom, die veel op reis is. Ineke heeft, getrouwd en wel - hoe modern!- nog steeds haar baan als eerste verkoopster in de bontzaak van Moss. Robert en zij hebben een gelukkig huwelijk. En een sluimerende kinderwens, maar die lijkt nog niet meteen in vervulling te gaan.

Anneke en Pim zijn intussen wel ouders, van zoon Laurent. Pim is nog steeds eerzuchtig. Hij geeft bijlessen, studeert in de avonduren en werpt zich dan ook nog eens op als regisseur van het toneelstuk van school. Anneke is nog altijd de droomster. Dit leidt geregeld tot botsingen. Zo erg, dat Anneke er met Laurent vandoor gaat. Ze huurt een pied à terre in Scheveningen, om op adem te komen. Pim komt haar niet halen. Wel krijgt ze bezoek van haar schoonfamilie en haar vriendin. En zelfs Paul Vaisier, ooit coupeur bij de firma Moss en nu eigenaar van een eigen bontzaak in Parijs, komt weer om de hoek kijken.

Zal het ooit nog goed komen? Pim blijft koppig. Ook als het thuis helemaal uit de hand dreigt te lopen met het jongste zusje Monique, die inmiddels tot een echte 'bakvis' is uitgegroeid. Hoe het gezin weer nader tot elkaar te laten komen? Door het kind ziek te laten worden. Een ernstige longontsteking, niveau kantjeboord. Ziekten hebben de familie al vaker doen inzien, wat ze bezitten en wat van waarde is. Ja, het komt goed.

En daar blijft het niet bij. Broer Hubert is intussen bijna dierenarts. Dat hij zo moeilijk leerde, daar is nu ineens niets meer van te merken. Broer Albert, die zo goed gedichten schrijft, wint maar meteen een prijs bij zijn eerste inzending. En hij verlooft zich met een schoolgenootje, Dini. Monique is degene, die Pim en Anneke weer bij elkaar brengt, dus ook voor haar komt het goed. En ten slotte blijkt Ineke nog zwanger ook. Daar moeten we, aldus pleegvader (Robert) schoonvader (Anneke) biologische vader (Pim) en zowel biologische als schoonvader (Ineke) op 'drinken en klinken'. Einde.