23 juni 2012

Een song voor Suzanne

Misschien was Een liedje voor Suzanne te eenvoudig of te ouderwets. Misschien allitereerde het Engelse song ook wel gewoon leuk. Een song voor Suzanne kreeg ik van mijn moeder als cadeautje, in 1988. Dat was de tijd van: koop ik een tijdschrift of koop een een boek? Dat boek, was een pocket van Kluitman, die ik meende iets van 3,95 kostte. In guldens, wel te verstaan. De kantoorboekhandel had er een hele kast van vol om uit te kiezen.

Ik koos dit boek omdat het over een meisje in het eindexamenjaar ging, dat na de middelbare school journaliste of schrijfster wilde worden. Ik was toen net zo oud als Suzanne de Leeuw en wilde ook het liefst schrijfster of journaliste worden. Ik verzon ook verhalen tijdens saaie lessen, al was dat dan geen Duits, zoals bij Suzanne, maar wiskunde. En die verhalen moesten ook zo gauw mogelijk worden opgeschreven. Het was helemaal mijn verhaal.

Maar dat bleef het natuurlijk niet, want het moest een verhaal voor alle meisjes worden. Niet alleen voor mij. Dus had Suzanne al wel enkele prijzen gewonnen met verhalenwedstrijden. Ik niet. En als Suzanne meedoet aan de wedstrijd van haar lijfblad Super-Pop, wint ze die zelfs. Was mij ook nog nooit overkomen. Haar vervolgverhaal wordt verderop in het verhaal zelfs uitgegeven in boekvorm. Welk meisje kan dat navertellen? Ik droomde er alleen maar van. Het hoofdkantoor van het popblad zit in Amsterdam, waar Suzanne en haar vriendin Marijke zonder enige schroom als zestien, zeventienjarigen naar toe reizen. Suzanne vindt ook een doos met jonge katjes waarvan ze er een houden mag. Ook al iets wat lang niet iedereen mag.

Als middelbare scholiere krijgt Suzanne zelfs de kans bekende artiesten te gaan interviewen. Ze weet zelfs de beroemde zanger Franc de Keizer te strikken. Het meisjesidool wordt verliefd op haar. En schrijft een liedje voor haar. Maar dat is pas op het eind. Voor het zo ver is, zijn er eerst nog een aantal misverstanden uit de weg te ruimen. Suzanne maakt niet alleen razendsnel carrière, en passant haalt ze, net als Marijke, ook nog even haar diploma. Aan de hele school wordt verder geen aandacht besteed.

Vreemd, net als bij Tina in haar eindexamenjaar, lijkt ook deze Suzanne met alles bezig te zijn, behalve met school. En vinden haar ouders het niet erg. Ook dat strookt niet met de werkelijkheid. Je bent alleen maar met je eindexamen bezig in het laatste jaar. Het sijpelt overal tussendoor. Maar dat is natuurlijk niet leuk om te lezen, examenstress. Nee, dan liever een verhaal over een meisje op de middelbare school dat een relatie krijgt met een beroemde artiest.

Super-Pop, dat is de verzonnen variant voor Popfoto, het maand- popmuziek -meidenblad uit die tijd. Daar stond altijd een vervolgverhaal in, tussen de interviews met artiesten. Op wie Anouk van Arnhem Franc heeft gebaseerd, weet ik niet. Wel dat het een zodanig beroemde artiest is, dat de auto's er van in de file staan. Wie was er zo beroemd in die tijd? Anouk heeft hem niet letterlijk bij naam genoemd. En ik zou het nu niet eens meer weten. Ik kocht toen al liever een boek dan een popblad. Al was het dan maar een Kluitmannetje.

12 juni 2012

De rozen van Hofwijck

De oorlog is voorbij en heeft in het land diepe sporen achter gelaten. Op Hofwijck begint het leven weer langzaamaan zijn normale gang terug te krijgen. Vader Van Heijningen repareert weer klokken en horloges en zijn dochter Annemarie helpt hem daarbij. Het gezin heeft een pleegkind opgenomen, van wie de ouders in de oorlog zijn omgekomen. En Doede, de tweelingbroer van Tjeerd, loopt er ook nog steeds rond. Waarom, dat wordt eigenlijk niet duidelijk.

Zijn ouders wonen ver weg in Friesland, maar daar keert hij niet terug. Daar is hij te rusteloos voor. Rust schijnt hij echter wel te vinden in het niet bestaande Brabantse Hofwijck, waar hij probeert zijn concentratiekamp verleden een plaats te geven. Nu zouden we het een trauma noemen, waar hij zeker deskundig aan geholpen zou zijn. En als het meer christelijk zou zijn van strekking, zoals de boeken van Max de Lange-Praamsma, zou Doede er in die tijd nog wel biddend doorheen gekomen zijn. Maar zo ver is Sanne van Havelte ook niet gegaan, in dit verhaal.

Het wordt  geen bidden, geen hulp zoeken. Er wordt zelfs geen goede gesprekspartner gevonden, in het verhaal. Het is enkel de beschrijving van een innerlijke strijd. Individueel. Pagina na pagina en hoofdstuk na hoofdstuk. Het verhaal van Doede, die in de oorlog voor Tjeerd werd aangezien en daarom gevangen is genomen. Zelfs dat durft hij zijn broer niet te vertellen. En Annemarie? Ze is niet meer dat kleine bruidsmeisje van toen. Hij zou haar wel als zijn vrouw willen, maar vader Van Heijningen vindt haar nog te jong. Ze moet eens wat meer om zich heen gaan kijken. Een opleiding volgen voor klokkenmaker in Zwitserland zit er financieel niet in, maar naar Amsterdam voor verdere scholing kan ze wel. Dat moet ze zelfs.

Ondertussen vestigt Doede zich in een oude directiekeet op Hofwijck. Met een oude dienstbode en een paar huisdieren, en slechts zo af en toe gezelschap van de familie Van Heijningen. Nog altijd gaat hij niet terug naar zijn familie in Friesland. Dat gebeurt pas, als Annemarie vol heimwee, al naar een paar maanden terugkeert uit Amsterdam en weet, dat ze van Doede houdt. Pas dan lijkt hij de oorlog en zijn trauma ook een beetje vergeten. Pas dan maken we als lezers opnieuw kennis met de familie Huizinga. Pas dan wordt het weer een beetje luchtiger om te lezen ook.

De rozen van Hofwijck is een zwaarmoedig verhaal. Ik heb het met een akelig gevoel opzij gelegd, toen ik het eenmaal uit had. In alle verhalen in deze serie zit wel een strijd, die moet worden uitgevochten. Maar dat is meestal niet meer dan een vervelende karaktertrek, die moet worden overwonnen. Een oorlogstrauma is iets heel anders. Misschien heeft Sanne van Havelte het zelf van nabij meegemaakt, dat ze het in dit verhaal heeft gestopt. En ja, het loopt goed af. Maar ik had het toch iets minder zwaar aangezet, als ik de schrijfster was geweest. Iets meer passend in de rest van de serie. Die is ook niet luchtig, maar wel makkelijker te lezen, dan dit.

Meer over de boeken van Sanne van Havelte is te lezen op de website van het boekenmuseum.

06 juni 2012

Marijke's bestemming (de Marijke -serie)

Het is het derde deel van de Marijke-serie van Cissy van Marxveldt, maar het laat zich ook heel goed afzonderlijk lezen. De lezer wordt bijgepraat in een aantal dingen. In het eerste deel maakten we kennis met Marijke Bovenkamp, die met haar drie zussen Em, Fie en Gerda in het ouderlijk huis woont: 't Zonnehoekje. Beide ouders zijn overleden. En dan is er nog Bep, de huishoudster.

Alle vier de zussen zijn vrijgezel. Marijke zit nog op de middelbare school en is een jaar of vijftien, in het eerste deel. Hoe oud de anderen precies zijn, wordt niet duidelijk. Wel, dat ze aan het eind van deel een alle drie een man hebben. Gerda en Fie allebei een man uit de straat. Fie trouwt met Chiel, hun nieuwe overbuurman, die zijn intrek neemt in t Zonnehoekje. En Gerda trouwt met Han, de makelaar van een paar huizen verderop. Voor Em is er een planter uit Indië, die Gerard heet.

In het tweede deel is duidelijk geworden, dat Marijke moet gaan werken voor de kost. Ze wordt helpster in een rusthuis. Ruut, haar vriend uit de buurt, vindt het maar niets. Ze zijn zo goed als verloofd, maar deze verloving komt door Marijke's zo anders geworden toekomstplannen op losse schroeven te staan.

Zo begint deel drie. Marijke wordt uitgenodigd bij de grootouders van  Ruut, om nader kennis met ze te maken, maar dat wil ze helemaal niet. Ze twijfelt aan Ruut, aan zijn familie en aan hun, zoals ze dat zelf noemt, 'voorlopige verbintenis'. Ruut is zo oppervlakkig, maakt nergens ernst mee en heeft de verkeerde vrienden. Maar hij houdt van Marijke. Al zagen zijn ouders hem liever met Ada van Polland verloofd.

Wat volgt zijn de belevenissen bij de familie Van Echten en in het rusthuis. Een reis naar Menton, waar Marijke als verzorgster van een patiënt uit het rusthuis mee naar toe gaat. Daar, aan de Rivièra wijst ze aan de lopende band huwelijksaanzoeken af. Van Jan Smit, een oud klasgenoot. Van Jo, een nog jonge patiënt uit het rusthuis en ten slotte verbreekt ze ook nog haar schijnverloving met Ruut. Die zich al gauw daarna met Ada van Polland verloofd.

Marijke verlooft zich uiteindelijk ook. Met Jan van Altenburg, de zoon van de patiënt uit haar rusthuis, waar ze mee naar Menton is gegaan. Hij is helemaal geen saaie leraar, zoals ze eerst dacht, hij is aardig. Keurig en aantrekkelijk ook. Bij nader inzien.

Het is eigenlijk net het verhaal van Joop ter Heul, maar dan nog met iets meer bravoure. En het is heel duidelijk, dat de boeken van Cissy van Marxveldt als inspiratiebron voor vele schrijfsters is geweest. De Marijke reeks verscheen voor het eerst aan het einde van de jaren twintig, uitgegeven door Valkhof. Daarna nam De Erven Loosjes ze kort over, om ze over te doen aan West-Friesland. Illustrator Hans Borrebach voorzag ze zes keer opnieuw van illustraties. Kennelijk is er veel vraag naar geweest. Persoonlijk bezit ik vier van de zes  Borrebach-versies.

Er is veel over geschreven, over de boeken van Cissy van Marxveldt. En nu ik er weer eens eentje gelezen heb, moet ik het met de recensenten eens zijn. Ja, deze boeken komen op hetzelfde neer als al die andere meisjesromans, maar met een verschil. Het is niet overdreven zoet-romantisch, maar meer met humor. Knap gedaan, als je in de jaren twintig een boek schrijft, wat veertig jaar na dato nog steeds werd herdrukt, omdat er vraag naar was.

Sterker nog: volgens mij worden ze na negentig jaar nog steeds herdrukt.