25 december 2009

Een vakantiebaan voor Paula


Inge Neeleman, alias Helen Taselaar, was een liefhebber van de paardensport. Ze reed zelf ook, en schreef er diverse verhalen over. Onder haar eigen naam verscheen de serie Manege Picadero en onder pseudoniem Een vakantiebaan voor Paula. Nou ben ik zelf nooit een paardenliefhebber geweest. Wel een verzamelaar van Kluitman Pockets voor meisjes. Zo bezit ik praktisch alles van Helen Taselaar, dus ook deze.

De omslag is ditmaal niet van Herry Behrens, maar van Reint de Jonge, die ook de omslagen van Goud Elsje voor zijn rekening nam, in latere drukken. Minder realistisch, maar toch zeer aansprekend.

Het verhaal is er een, zoals Helen Taselaar ze meer schreef. Hoofdpersoon is Paula Verhoeven. Ze heeft een baantje op kantoor, maar dat bevalt haar niet. Daarom solliciteert ze als administratief medewerkster op de nieuwe manege, waar ze ook gaat paardrijden. Ze krijgt er, samen met haar vriendin Trix, les van de eigenaar.

John van Rossum was zelf ooit een bekend jockey, tot een ongeluk er een eind aan maakte. Nog altijd loopt hij moeilijk. Er moet opzet in het spel geweest zijn, maar bewezen is dat nooit. Tot oom Daan op bezoek komt bij de familie Verhoeven. Hij blijkt getuige geweest te zijn van het ongeluk en heeft er nota bene foto's van gemaakt.

Paula wordt verliefd op John, en dat blijkt wederzijds. Ook in dit verhaal is een rivale, een knappe, verwende vrouw, die verslagen moet worden, nadat ze de relatie moedwillig wilde saboteren. En ook dit keer duurt het een paar hoofdstukken, voor de geliefden elkaar weer in de armen kunnen vallen.

Trix is al jaren verliefd op Perry, de broer van Paula. En zelfs dat wordt in dit verhaal wederzijds. De veroorzaker van het ongeluk blijkt nog veel meer op zijn geweten te hebben en wordt gepakt. Paula en John worden een echt stel, maar niet nadat er een grote hond is aangeschaft. Een volwassen lobbes, die aan zijn lot is overgelaten. Een gegeven dat Helen Taselaar ook al vaker heeft gebruikt.

Een vakantiebaan voor Paula leest gemakkelijk weg, zoals alle Kluitman pockets dat doen. De naam van de schrijfster is bekend genoeg om het aan te willen schaffen. Eentje waarvan je het hele oeuvre verzamelen wil. Dat heb ik ten slotte ook gedaan. En ik ben vast de enige niet. Goedkope series zijn gewild en zetten aan tot lezen, zo schreef de Nederlandse bibliotheekdienst. Nee, het is geen literatuur, maar gelezen wordt het massaal. Aanschaffen dus.

17 december 2009

Ineke en Anneke verloofd


O, wat spreekt het toch allemaal voor zich bij de twee vriendinnen annex collega's. Dit derde deel had eigenlijk in een hoofdstuk al verteld kunnen zijn. Om er toch nog een beetje meer verhaal van te maken, verzint Netty Koen-Conrad in dit derde deel uit de Ineke en Anneke reeks er nog een aantal dingen bij, die aan het verhaal niets bijdragen.

Ineke zal met haar pleegbroer Robert trouwen. Dat zat er in deel 1 al aan te komen. Volgens het bekende meisjesboekenroman concept. Hij is al wat ouder en zeker van zijn zaak, maar wacht geduldig tot zij ook zo ver is, voor hij haar vraagt. Ineke heeft gebroken met haar Lex, nu staat een verloving niets meer in de weg. Nou ja, Robert wordt ernstig ziek, eerder ziet Ineke niet voldoende in, dat ze van hem houdt. Hij wordt beter, maar daar is ook Carla Terlaen, een collega van Robert, die zich erg aan hem opdringt.

Anneke moet gewoon trouwen met Pim, een van Ineke's biologische broers. Dat sprak ook al in deel 1 voor zich. Maar dan wordt Paul ten tonele gevoerd. De nieuwe, charmante coupier in de bontzaak, waar beide meisjes werken. Hij vraagt Anneke, maar die wijst hem af. En Ineke vindt hem eigenlijk ook wel leuk... Niet leuk genoeg, vinden ze allebei. Al denken Robert en Pim daar anders over.

Natuurlijk wordt er toch verloofd. Dan is er nog het probleem van huisvesting. Maar ook dat is zo opgelost. Ineke en Anneke trekken bij Anneke's oom in. Die heeft immers een kast van een huis dat later toch van Anneke gaat worden. Bovendien is hij veel op reis. En ten slotte wordt er getrouwd. Allebei in een door moeder Terborg gemaakte trouwjurk.

Of het hier mee voldoende is? Nee. Want er kwam ook nog een deel vier. Wordt vervolgd, dus.

10 december 2009

Goud-Elsje draagt een dubbele naam


In 2005 tikte ik 'm in oude druk op de kop, dit derde deel. Voor een schappelijk prijsje. Want boeken van Goud Elsje worden dan wel veel te koop aangeboden, maar steeds voor belachelijk hoge bedragen. Deze was maar een paar euro. Ergens in 1995 kocht ik het deel al in nieuwere druk. Maar gelezen had ik het al ver daarvoor, via de bieb. De titel snapte ik in eerste instantie niet. Wat is 'een dubbele naam'?

Els heet voortaan mevrouw E. Schaafsma streepje Berkhout. Ze draagt nu die 'gouden, gladde ring die zelfs van de lelijkste hand de schamelheid wegneemt'. Want Els is intussen getrouwd met Taco Schaafsma. En daarmee van arm kwekerskind een jonge, rijke doktersvrouw geworden. Met zo veel 'zegeningen', zoals Max de Lange ze noemt. Tegenspoed komt in het woordenboek van Els niet voor. Dat overkomt alleen anderen, met wie Els dan wel weer steeds meeleeft.

Met haar vriendin Han, die een ontrouwe verloofde blijkt te hebben. Met haar 'tante' Magda, die een 'groot leed' te dragen heeft gekregen. Wat, dat kom je als lezer niet te weten. Medelijden met haar vriendin Lotty, die zich zo eenzaam voelt en graag een man voor het leven zou willen hebben. Met haar buurmeisje Jolande, dat zenuwziek wordt. Met haar zusje Nel, die onhandelbaar en ontevreden is en zich in het ongeluk dreigt te storten met een verkeerde man. De geldzorgen van haar ouders, die er nog altijd zijn. Ze heeft medelijden met haar vriendin Poeleke, die haar voorgenomen huwelijk moet afblazen, omdat haar man ernstig ziek wordt.

Voorspoed is er gelukkig ook. Ter ere van hun trouwdag komen de wederzijdse ouders op visite. In het gezin van hun vrienden Uco en Ankie wordt een baby geboren. En ook Els krijgt een kindje. Er wordt heel geheimzinnig over gedaan, want het zou 'te mooi' zijn. Maar het gaat echt gebeuren. Het huis en de bijbehorende hut zijn mooi. De tuin is mooi, de natuur is mooi. Vader en moeder zijn nooit genoeg te waarderen. En dan is er nog dat van Joop en Lotty. Als de liefde van haar vriendin voor haar broer toch nog eens beantwoord zou gaan worden, dan...

We zullen het zien. In het volgende deel.

06 december 2009

De Volkswagen kever

Het is een vertaling uit het Engels, en de volledige titel luidt: De Volkswagen Kever : het verhaal van de populairste auto ter wereld. Dat overdrijft samensteller Keith Seume niet. Zo rond de millennium wisseling kwamen we om in de lijstjes. Beste, mooiste, grootste vul-maar-in van de eeuw. De populairste auto van de eeuw werd de kever.

Niet zo verwonderlijk, want hij is alles bij elkaar meer dan vijftig jaar in productie geweest. Ontworpen voor Ferdinand Porsche en aanvankelijk bedoeld als auto voor het volk. In het Duitsland van Hitler, die start was niet de allerbeste.

Maar al direct na de oorlog zorgde het ontwerp voor wat ze nu een doorstart zouden noemen van de Volkswagen-fabriek. De productieaantallen stegen tot duizelingwekkende hoogten: 100.000, 1.000.000, 10.000.000. Er werd gesleuteld aan zo'n beetje alles. In de jaren tachtig werd de productie in Duitsland stopgezet, maar in Mexico gingen ze nog vrolijk door. Tot na het nieuwe millennium.

Aan het eind van de jaren negentig presenteerde Volkswagen vol trots haar New Beetle. De retro kever, met de charmes van vroeger en het comfort van nu. Na veel zoeken en sparen, heb ik nu zelf zo'n retro kever. Maar zijn voorganger was bij al favoriet, nog ver voor ik mijn rijbewijs had.

Dit salontafelboek van Seume kocht ik ooit voor de helft van de prijs bij een antiquariaat. Het is een echt plaatjes kijkboek, met wat lekker leesbare feiten er tussen door. Maar vooral: veel foto's. Niet alleen van complete Kevers, ook van alle details. Dashboard, stuur, achterlichten, handgreep van de kofferbak. En dat alles door de jaren heen. Leuk om te hebben en steeds weer door te bladeren. Zoiets kunnen ze niet maken van elke auto. Want elke kever is een auto, maar niet elke auto is een kever.

23 november 2009

Joos van Heek vliegt uit


Het verschijnsel meisjesroman begon al een beetje uit de tijd te raken. Boeken waren vanaf de jaren zestig of voor kinderen, of voor volwassenen. Maar dan bleef je als uitgever met een aantal schrijvers zitten, die moeilijk te plaatsen waren. Daarvoor werd een nieuw genre bedacht: streekroman. Een roman waarvan de handeling zich afspeelt tegen de achtergrond van het leven in een bepaalde landstreek met name op het platteland, aldus wikipedia. Er wordt altijd een beetje neerbuigend over deze lectuur gesproken, maar het is nog altijd een veel-geleend genre in de bibliotheek. Want het leest gemakkelijk weg.

Ook deze van Max de Lange werd een streekroman. Het speelt zich af in Friesland en Noord Holland, waar Joos van Heek, op aandringen van haar oma, de zaak van haar vader een poos verlaat om hulp in de huishouding te worden. Ze komt terecht in het gezin van kapitein Egbert Royer en zijn vrouw. Vier kinderen hebben ze. Jan Jaap, Edith, Wilfred en Marlieske.

Er gebeurt niet veel opzienbarends. Nou ja, Douwe Ploegstra, uit haar geboortedorp, die toont belangstelling. En Joos leert in Noord Holland nieuwe mensen kennen, die de moeite waard zijn. Het onderwijzers echtpaar Steven en Bauk, met hun drie kinderen. Bauk komt net als Joos uit Friesland en ze sluiten direct vriendschap. Dan is er nog Frans van Popta, de huisvriend van Steven en Bauk. Hij is geen weduwnaar, maar, zo blijkt later, getrouwd met een vrouw die ongeneeslijk krankzinnig is. Een boom van een kerel, met een groot verdriet. Maar als Joos hoort hoe het werkelijk zit, is ze al lang verliefd op hem geworden. Ze moet hem vergeten, want hij is al getrouwd. En hoe kan dat beter dan met je geloof?

Vader Van Heek is zwijgend en zorgzaam, net zoals vader Berkhout in Goud Elsje. Zusje Ineke is een gemakkelijk lui 'vlindertje', dat het leven niet al te serieus neemt. En moeder Van Heek? Daar komt Joos niet uit. Wel weet ze, dat ze terug moet naar haar huis. Vader heeft haar nodig en zelf... zelf moet ze Frans zien te vergeten. Of dat lukt? Max de Lange schreef een vervolg. Maar daarover later meer.

'Joos van Heek vliegt uit' heeft geen illustraties, slechts een omslag. En daarvan wordt de illustrator niet eens vermeld. Maar zo te zien is het Reint de Jonge geweest. Minder mooi dan Rie Reinderhoff, minder glamour dan Hans Borrebach, minder treffend dan Herry Behrens, maar beter dan gemiddeld.

15 november 2009

Heimwee naar de Wildhof


In het eerste deel van deze serie was de hoofdrol voor Elke. Haar jongere zus Josta slaagde aan het einde van het verhaal voor haar havo diploma en was voornemens om daarna als au pair te gaan werken.

Deel 2 begint met het einde van de zomervakantie. Josta de Wild heeft een paar mensen aangeschreven in Engeland en Frankrijk, die op zoek waren naar een au pair. Haar keus valt op de in Nederland geboren Trudy Dorning, die met een Engelsman is getrouwd. Ze woont met haar man en twee kinderen in Kensington, een voorstad van Londen.

Al in het vliegtuig maakt Josta kennis met de aantrekkelijke Gideon, die ook in Londen gaat werken. Eenmaal in Londen zoeken ze elkaar op en gaan ook een paar keer met elkaar uit. Maar Josta voelt voor hem niets dan vriendschap. Ook met haar werkgeefster is ze vrijwel meteen bevriend. De beide kinderen zijn aardig en de echtgenoot, die een hoge functie heeft bij de bank, ook. Al ziet ze die niet veel.

Omstreeks Kerstmis komt Trudy´s broer over. Het blijkt Tim Bramsen te zijn, de leraar Engels van Josta, op wie vorig jaar zo heimelijk verliefd is geweest. Hij is jong en aantrekkelijk, zeker zo buiten de school. En, wat mooier is, hij blijkt ook verliefd op haar. Nog voor het oudjaar is, zijn Josta en Tim een stel.

Wanneer Tim in Nederland is, komt er nog even ruzie. Want Gideon is er ook nog, en Tim kan zich niet voorstellen, dat Josta echt niets voor hem voelt. Maar Trudy is zo goed nog niet, of ze stuurt Josta voor een weekje op vakantie naar Nederland en zorgt ervoor, dat ze Tim op Schiphol treft. Dat lukt, al is de luchthaven nog zo groot.

Het verhaal eindigt met de dag voor de bruiloft van Elke en haar vriend Dave. Dat Josta en Tim gaan trouwen, is ook al iets wat zeker is. En passant komt ook Bonnie nog even voorbij. De derde zus, die volgt op Elke en Josta. Ze is de wildebras van de familie, maar, zo menen beide zussen, er zal toch ooit wel eens een man komen aan wie ze zich binden wil. Een die anders is, dan de jochies waar ze nu nog steeds mee uit gaat. Daarmee is de toon gezet voor het derde deel, met Bonnie in de hoofdrol.

Heimwee naar huis heeft Josta niet. Er is, zo luidt de achterflaptekst ´meer aan de hand´. Herry Behrens verzorgde opnieuw een mooie omslag. Fraaie tekening, waarin de hoofdpersoon ouder lijkt dan ze is, aldus de recensie van de Nederlandse Bibliotheekdienst. En dat is ook waar. Want Josta is in werkelijkheid negentien. Ze lijkt hier minstens vijfentwintig.

11 november 2009

Doe het zelf : maandblad voor praktische mensen

Wanneer je nu een abonnement op een tijdschrift hebt, verdwijnt dat na het lezen vaak bij het oud papier. Op zijn best worden de artikelen, die de moeite waard zijn, er uit gescheurd. Om te bewaren en nooit meer te lezen.

In de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw was een tijdschrift nog kostbaar om te hebben. Daarom werd het vaak bewaard en uiteindelijk ingebonden. Soms kom je ze op een boekenmarkt nog tegen, van die oude, ingebonden jaargangen. Van het maandblad 'Doe het zelf' bezit ik zo twee banden, die samen het klussen anno 1957 en 1958 beschrijven.

Het was in de tijd dat de man nog meer dan 40 uur per week werkte, inclusief de zaterdagmorgen. Zijn vrouw hield zich bezig met het huishouden, dat steevast uit meer dan twee kinderen bestond en dus ook druk genoeg was. Maar als we het blad moeten geloven, hebben man en vrouw tijd genoeg over om te klussen. Er was nog amper televisie, laat staan een klusprogramma. Volgens mij bestonden er ook nog geen Gamma's, Fixets en Kwantums.

Ondanks dat wordt de illusie gewekt, dat alles zelf te maken valt. Of te repareren. Van een zit-slaapbank, via een stofzuiger grasmaaimachine en radio naar nestkastjes, kerststukjes en een elektrische bel. Voor zowel de heer des huizes als moeder de vrouw. Er staan oproepjes in van lezers. Maar het allerleukste van zo'n tijdschrift zijn de advertenties. Die geven een prachtig tijdbeeld, van alles wat toen nog kon en mocht.

BoTop hardboardplaat met plasticlaag. 'Neemt geen vuil op en één veeg met een vochtige doek is voldoende om het oppervlak schoon te maken'. Handelsmaatschappij Practisch. Maak zelf in één avond een stabiel boekenrek. Met Bridges bent U een gelukkig man... één die alles kan! Doe dit ALLEMAAL ZÈLF en nog VÉÉL MEER! Schuren, slijpen, uw auto poetsen, zagen, plaatsnijden, of de heg snoeien, BRIDGES doet het voor u! Stop... stop... we kunnen u niet alle mogelijkheden vertellen.

Daar moest je toch de bon voor invullen, voor meer vrijblijvende informatie. En o ja, Bridges had tevens gemakkelijke betaling. Lenen dus, en in termijnen terug betalen. Dat hadden we toen dus ook al. Zo heel veel is er dus nog niet eens veranderd.


Doe het zelf kende in 1958 een oplage van 55.000 stuks en stond onder redactie van Drs. R. Zondervan en G. Kromdijk. Een abonnement kostte 9 gulden per twaalf maanden. Een los nummer was 90 cent.

02 november 2009

Goud-Elsje verlooft zich


In dit tweede deel is Elsje intussen Els geworden. Haar goudblonde vlechten heeft ze nog altijd, maar nu langs haar hoofd gebonden. Leeszaal assistente is ze niet geworden. Dat ging alleen maar met een diploma HBS. Daar moest ze, om de financiën, na drie jaar af. Maar ze zit toch tussen de boeken, als verkoopster in een kantoorboekhandel in de stad.

Haar vriend en buurjongen Taco is inmiddels afgestudeerd arts. Haar vriendin Poeleke is verhuisd naar Den Haag. Lotty, die een tijdje bij hen ingewoond heeft, zit met haar moeder in Lugano. Ze houdt met alle drie contact, door ze geregeld brieven te schrijven. Maar er komen meer bekenden en vrienden bij.

Meneer en mevrouw Huisman, de eigenaars van de winkel. Oud klasgenoot Jan-Willem, die aanvankelijk alleen maar een paar schriften wilde kopen, maar zich uiteindelijk met haar wil verloven. Els wijst hem af. Niet, omdat het een zuipende losbol is, zoals het in andere meisjesboeken vaak wel gaat. Nee. Ze geeft gewoon niet genoeg om hem.

Mevrouw Van Anholt, lerares Nederlands op de meisjes HBS, die Elsje's eerste werk bij de uitgever voorlegt, en zorgt dat ze het uitgeven. Els noemt haar dan al gauw tante Magda. Tante Loes Verschoor, de vriendin van tante Magda, is er ook. En Han Terhenne, het nichtje van tante Loes, met wie Els dikke vriendinnen wordt. De dames van de sokken stop club. Els leert steeds meer mensen kennen. Mensen met verhalen die de moeite waard zijn.

Els viert haar verjaardag, brengt een bezoekje aan Taco, die aan de Vecht is gaan wonen. Aan Lotty, in Lugano. Aan Poeleke, in Den Haag. Maar ondertussen vergeet ze haar ouders, broer en zusjes niet. Want die zijn er toch ook nog. En Taco, onder alles door. Haar buurjongen, met wie ze zich, aan het eind van het verhaal, verlooft.

Saai? Voorspelbaar? Nee. Gewoon heel mooi geschreven. Zonder rokerige feestjes, zonder opdringerige vriendschappen. Els is lief, spontaan en verstandig. Er gebeuren vervelende dingen, maar nooit heftig. En alles komt uiteindelijk goed. Je moet gewoon wel van haar houden.

26 oktober 2009

Zonnestraal in de mist



Al in het eerste hoofdstuk staat Miriam op het punt van trouwen met Bob, zoon van een groot aannemer. Ze is mooi en haar verloofde een goed zakenman. Ouders heeft ze niet meer, ze woont bij een vriend van vader en diens vrouw. Bij de vriend van vader heeft ze tevens een baan als directiesecretaresse. O, wat is ze gelukkig. Ai.

Wanneer een boek zo begint, weet je al: dat blijft niet zo. En dat klopt: bij een gasontploffing raakt Miriam ernstig gewond. Haar gezicht is blijvend beschadigd en het is nog maar de vraag of ze ooit nog kan zien. Voor Bob, die enkel voorspoed en een mooie vrouw wenst, een reden om zijn geluk ergens anders te zoeken. Ook al stond hij op het punt van trouwen. Wanneer hij, op advies van oom, opbiecht een nieuwe vriendin te hebben, is Miriam niet eens echt kwaad. Het is beter zo.

Miriam is wel een beetje wanhopig als blijkt, dat ze misschien wel nooit meer kan zien. Maar dan krijgt ze bezoek van dokter Nol. Hij is ook gewond geraakt, bij een ontploffing in het laboratorium. Zijn gezichtsvermogen heeft hij teruggekregen, maar zijn vrouw is er vandoor gegaan. Hij biedt de praktisch blinde Miriam een baan aan in zijn praktijk. Ze aanvaardt hem, en meer dan dat: ze trouwen.

Er zijn moeilijkheden met zijn dochter, Gina. Maar die worden bijtijds opgelost. Er komt een kind van Miriam en de dokter. Dan zegt hij Miriam iets in de strekking van: ik ben goed verzekerd, voor het geval ik onverwacht overlijd. Als trouw lezer van meisjesboeken weet je het dan al wel: ook dokter Nol sterft. Van schrik en verdriet krijgt Miriam plotseling haar gezichtvermogen terug.

De eerste vrouw van de dokter blijkt vermogend, en bij zijn overlijden houdt Miriam niets over. Geen nood. Daar is nog altijd haar pleegvader met zijn eigen bedrijf: nu Miriam weer ziet kan ze zo op haar oude plaats als directiesecretaresse komen. En daar is ook ineens Bob weer. Zijn vrouw Kitty blijkt levensbedreigend ziek. Net als je als lezer denkt het zal toch niet... verdwijnt Bob weer voor een paar hoofdstukken. Om vervolgens als weduwnaar met nieuwe trouwplannen weer op te duiken.

Is het boek dan nog niet uit? Bijna. Want op de laatste bladzij doet Fred zijn intrede. Ir. Fred, en die wil wel trouwen met Miriam. Dan zijn we er eindelijk. Dat zijn dus drie mannen - een verloofde, een echtgenoot en een aanstaande - voor Miriam en drie voor haar Bob in een paar jaar tijd. Plus het bijbehorende leed van overlijden en ziekte. Nee. Het kan ook te gortig worden.
En dan zijn de illustraties niet eens van Borrebach of Behrens. Nou ja, het kopje op het omslag, dan. Ik heb zaterdag gekocht op de Brabanthallen. Gisteren lag het al in de doos met oud papier. Er zijn grenzen.

21 oktober 2009

Het geluk van de huisvrouw


Nog niet zo heel erg oud (2004), dit boek, maar een absolute 'must-have'. Het geluk van de huisvrouw is geschreven door Mayke Groffen en Sjouk Hoitsma. Er hoorde een gelijknamige tentoonstelling bij, in het Schielandshuis te Rotterdam, die ik helaas niet heb gezien. Maar dat geeft niet, het boek spreekt genoeg tot de verbeelding.

Het boek is verdeeld in zeven hoofdstukken. Opgedeeld in de dagen van de week krijg je zo een aardig beeld van het beroep van alle vrouwen, tot in de jaren zestig. Maandag wasdag. Over de was behandeling, zonder en later met apparaten. Dinsdag strijken en verstellen. Na het drogen van de was volgt de nabehandeling. Woensdag gehaktdag. Over eten kopen, koken en bewaren. Donderdag nieuw naaien. Want we kochten nog lang niet alle kleren, we maakten het meestal zelf. Al dan niet uit een bestaand kledingsstuk. Vrijdag kamerdag. Over het poetsen en onderhouden van het huis. Zaterdag kijken en vergelijken. Wanneer manlief thuis is met zijn salaris, gaan we op pad. Tenslotte: zondag rustdag. Verplichte rust, na een week hard werken.

Er zit een inleiding in, een goed notenapparaat, een bibliografie, een register en een verantwoording van de gebruikte illustraties. Volgens de bibliotheekopleiding dus een ideaal naslagwerk, want het voldoet aan alle eisen. Maar een naslagwerk, 'dient om er iets in op te zoeken, niet om het te lezen'. En lezen doe ik dit juist wel. Nog steeds.

De genoemde illustraties, dat zijn vooral oude advertenties, uit damesbladen. Heel oude, maar ook recentere. Over 'keukendoeken voor het moderne bruidje' (Elias), het wasmiddel 'dat zeker niet duur' is (Omo), een naaimachine die 'zóó goed is dat zelfs de kostbare bruidsjapon van een prinses ermee gemaakt kan worden' (Velo), 'kinderkleding-koopjes waarvan meisjes zeggen: "enig!" en moeders "mooi en voordelig!"(Witteveen) en ga zo maar door. Er staan foto's in, van huisvrouwen aan het werk. Interviews met huisvrouwen en hun kinderen.

De conclusie is even opmerkelijk als grappig. Want, in die honderd jaren huishouden voeren, hebben 'wij vrouwen' nog altijd even veel te doen als vroeger. Wassen mag dan wel automatisch gaan, het is nog steeds even veel werk: we hebben nu veel meer kleren dan vroeger. Kleren kopen, doen we nog steeds. Meer dan vroeger, want we maken het niet meer zelf. En mannen, die zijn nog steeds niet zo, dat ze ons vrouwen bij het huishouden helpen.

Wij vrouwen werken bijna allemaal. De week is dus niet meer gevuld met huishouden, dat doen we in de gaatjes die overschieten. Minder frequent, minder vaak, maar het moet nog altijd gedaan worden: wassen, strijken, koken, poetsen, kopen.

12 oktober 2009

Ineke en Anneke hebben een baan

Vriendinnen zijn ze nog altijd, donkere Anneke en blonde Ineke. Ook in dit tweede deel. In huize DeClerq woont verstrooide oom nog altijd met vinnige tante. En mag Anneke niets anders doen dan aangenaam gezelschap zijn. Liever zou ze werken, zoals Ineke. Die heeft een baan als assistent verkoopster in de bontzaak, van meneer Moss.

Anneke krijgt een baan. Als secretaresse van meneer Moss. Want zijn oude secretaresse is boos weggelopen. Ze heeft geen enkele werkervaring, maar is bereid dingen te leren. Ineke werkt aanvankelijk onder een vinnige eerste verkoopster, totdat deze zich halsoverkop verloofd en trouwt. Dan wordt Ineke eerste verkoopster.

Tante De Clerq krijgt een hoofdpijnkwaal en overlijdt tijdens een gevaarlijke operatie. In haar plaats komt een aardige huishoudster, Ger. Ze heeft, net als Anneke, de oorlog in het Jappenkamp doorgebracht. De klik is er meteen. En niet alleen met Anneke, ook met oom.

Meneer Moss, een oudere vrijgezel, is aanvankelijk gecharmeerd van Anneke, maar ook hij valt uiteindelijk voor Ger. Hij doet haar een huwelijksaanzoek, dat hij accepteert. Ook voor Ineke en Anneke komt de liefde om de hoek kijken. Ineke hernieuwt haar kennismaking met de branie Lex, van de middelbare school. Maar ze komt van een nog koudere kermis thuis. Pleegbroer Robert trekt het zich erg aan en besluit een baan in Engeland te aanvaarden. Broer Pim ziet wel wat in Anneke, maar Anneke niet direct in hem.

Zus Nella is intussen moeder van Charles en broer Hubert, die dierenarts wilde worden, moet om de financiën genoegen nemen met een eenvoudig kantoorbaantje. Ook voor hem komt het goed, in het tweede deel. Ineke krijgt een erfenis, die ze zonder pardon aan haar broer schenkt.

En met al deze toevalligheden en wensvervullingen komt er een einde aan deel 2. Nou ja, niet alle wensen zijn vervuld. Die op het gebied van de liefde nog niet. Er is nog aldoor een leeg plaatsje in het medaillon van beide meisjes. Op naar deel 3.

06 oktober 2009

Toen ik jou zag


Het is een van de weinige pockets van Helen Taselaar, die niet door Herry Behrens is geïllustreerd. Waarom niet, eigenlijk. Misschien omdat dit een uitgave in de Romanserie was, niet in de Jeugdserie. Dat zou associaties op kunnen roepen met een minder volwassen verhaal, zeker als de alom bekende tekenaar het weer van plaatjes zou voorzien.

De omslag en illustratie zijn dit keer van Addy Kubbinga. Of het een hij of een zij is, weet ik niet. Ik bezit een heleboel pockets van Kluitman. Veel met tekeningen van Herry Behrens, een enkele keer Reint de Jonge en wat vaker Charlotte Leene. Addy Kubbinga komt alleen in dit boek voor. De reden is duidelijk: het spreekt totaal niet aan.

Het verhaal wel? Het is inderdaad een iets volwassener gegeven. Andrea is een jonge weduwe, met een dochtertje. Het huwelijk van haar en haar man stelde niet zo veel meer voor en ze is nu bezig de draad weer op te pakken. Een vroegere buurjongen bezorgt haar een baantje in een kledingzaak. Ze heeft goede vrienden aan buurvrouw Loes en haar man, die ook een dochtertje hebben.

Buurjongen Johan, die gecharmeerd is van Andrea, stuurt haar naar Londen om kleding te kopen voor zijn winkel. En al op de boot ontmoet ze de knappe Gregg. Een Nederlander, al doet zijn naam anders vermoeden. Hij is al eerder gevallen voor een getrouwde vrouw en gaat er van uit, dat ook Andrea getrouwd is, aangezien ze over haar dochtertje vertelt. Hij gaat, net als zij, naar Londen.

Een stad zo groot als de provincie Utrecht, toch komen ze elkaar tegen, tijdens het winkelen. En later, bij een musical. Londen mag dan een stad zijn met honderden theaters en evenzoveel vertoningen. Andrea en Gregg blijken onafhankelijk van elkaar hetzelfde uit te hebben gekozen en... plaatsen naast elkaar te hebben, bovendien.

Natuurlijk blijft het eenmaal in Nederland niet bij die ene ontmoeting. Gregg zoekt Andrea in haar huis op. En als hij er achter is, dat ze weduwe is en dus te veroveren, gaat het snel. Het verhaal wordt alsmaar zoetsappiger. Johan blijkt eerder verloofd geweest en nu het met Andrea niets wordt, zoekt hij haar weer op. Met succes.

Natuurlijk trouwen Andrea en Gregg. In vol ornaat zelfs. Want al is het dan Andrea's tweede huwelijksdag, haar eerste was zo saai, dat moet goed over. Met haar eigen dochtertje en het dochtertje van haar buurvrouw als bruidsmeisjes. Tja. Zo zit het echte leven niet in elkaar. Maar ach, het leest lekker weg, op een grijze dag.

28 september 2009

Het nieuwtje van De Wildhof

Ergens in 1991 ontdekte ik De Wildhof. Een serie van Helen Taselaar. Nu eens niet over paarden, maar over een labradorkennel. Bij De Slegte kocht ik als eerste deel 5. De andere delen volgden snel. Zowel nieuw als tweedehands goed te betalen. En ik raakte er net zo verslingerd aan, als aan Goud Elsje. Ik bleef ze lezen. Keer op keer.

In het gezin van vader en moeder De Wild zijn zes kinderen. Een zoon, vijf dochters. De beide oudsten werken bij pa op de kennel, de vier jongsten zitten nog op school. Zo begint het eerste deel: Het nieuwtje van De Wildhof. Er is een hoofdrol voor Elke, de oudste dochter. Ze is negentien, blond, aardig en nog vrijgezel. Schoonheidsspecialiste worden leek haar wel wat, maar de honden van haar vader trokken meer.

Een vriendin heeft ze niet, wel gaat ze als vriendinnen om met haar twee jaar jongere zus Josta, met wie ze ook een kamer deelt. Ook van een vriend wil ze nog niets weten. Dan komt Dave in het vizier. De zoon van de buurman, die een tijdje in het buitenland heeft gezeten. Een echt stuk, zo oordelen drie zussen De Wild. Josta voelt er zich te oud voor en Elke ziet hem helemaal niet zo zitten. Maar andersom wel.

Dave blijkt een vriendin te hebben, Belinda, die hij liever kwijt dan rijk is. Zij is alleen gericht op uiterlijk schoon. Verwaand, arrogant, bezitterig. Dergelijke typen laat Helen vaker opdraven in haar verhaal. Ze dienen altijd om de hoofdpersoon in te laten zien dat de man, die verliefd op ze is, toch de ware blijkt. Zo ook hier. Ruzie tussen Belinda en Dave blijkt zo gemaakt. En na enige misverstanden kan de wederzijdse liefde zegenvieren. Elke en Dave, tot ongenoegen van de drie zussen.

Aan het einde van het boek wordt er zelfs getrouwd. De bruiloft zelf komt niet meer ter sprake.
Het is gewoon een leuk verhaal, dat gemakkelijk weg leest. Bijzondere of te toevallige dingen komen in De Wildhof niet voor. En dat maakt het heel geloofwaardig.

Waarom Josta Dave niet zo ziet zitten, blijkt aan het einde van het eerste deel. Er zit een jonge leraar Engels in de weg. Stof voor een tweede deel, dus. Wordt vervolgd. Ze zijn nog een keer herdrukt, met nieuwe illustraties. Maar mijn voorkeur gaat toch, als vanzelf uit, naar de realistische plaatjes van Herry Behrens.

15 september 2009

De reis om de wereld in tachtig schotels


Oké. Men brengt zijn vakantie in het buitenland door om te ontsnappen aan de dagelijkse sleur? Dat is ook ontsnappen aan de dagelijkse culinaire gewoonte. Gelukkig hebben we daar een Maraboe Flash voor uitgegeven. Dit verrukkelijke boekje laat de gerechten uit alle werelddelen zo van de pagina's springen. Bij wijze van spreken.

Aldus de achterflaptekst. Toch maar eens gaan lezen, deze 300 recepten van de bekende (?) kok R.J. Courtine en schrijver annex vertaler Hugh Jans. De eigenlijke titel luidt: Maak in uw eigen keuken... de reis om de wereld in 80 schotels én 200 verrukkelijke recepten. Maar dat is te lang om op een 10 centimeter breed en hoog boekje te zetten, als er ook nog een fotootje bij moet.

Eens kijken. We kunnen onze vrienden onthalen op z'n Chinees, Russisch, Scandinavisch of Arabisch. Er worden niet alleen recepten gegeven, nee, er staat ook iets in over de cultuur en gebruiken van elke streek.

Er staan wetenswaardigheden in: waarom bestaat er geen Chester kaas, wat zijn de geheimen van paprika of van Turkse koffie, maar ook de wetten van de joodse keuken. Ten slotte nog een alfabetisch overzicht van alle recepten. Van Aal (gestoofde) tot Zwetschen Knödel. Consequent bibliotheektechnisch, om aal (gestoofde) bij de A weg te zetten en niet bij de G van Gestoofde Aal. Het gaat om de aal, niet om het stoven er van.

Het boekje biedt opschrijfruimte voor goede adressen en recepten om te houden. En ten slotte, ook niet onbelangrijk: een overzicht van reeds eerder verschenen Maraboekjes. Per onderwerp. Ze zijn er over levenskunst, gezondheid, huisinrichting, wetenschap, familieleven, keuken, hobby en luchtvaart. Wordt dus vervolgd. Want ik bezit er al vele. Magnifique.



'De reis om de wereld in tachtig schotels' verscheen oorspronkelijk bij uitgeverij Gérard & Co, te Verviers, onder de titel: Le tour du monde en 80 plats'.

06 september 2009

Goud-Elsje

Een blog over het eerste deel van mijn favoriete reeks. Goud-Elsje, van Max de Lange-Praamsma. Protestants christelijke lectuur voor jonge meisjes, ook prachtig voor katholieke exemplaren zoals ik.

We maken kennis met de vijftienjarige Els Berkhout. Goud-Elsje, wordt ze door haar buurjongen 'en grote vriend' Taco Schaafsma genoemd. Vanwege haar 'lange, goudblonde vlechten, die elk in een mooie krul eindigden'. Taco, die, net als zijn vader, voor arts studeert is al van kindsaf aan Elsje's grote vriend. En de dingen, die ze niet met haar ouders bepraten kan - wat niet zo vaak voorkomt - kan ze altijd 'zo fijn' met hem bespreken.

Ze is de oudste in een gezin van vier. Vader Berkhout is kweker van groente en fruit. Het zijn de jaren dertig: ze hebben het niet breed. Elsje moet er na drie jaar HBS mee ophouden, omdat studeren te veel geld kost. Want broer Joop, dertien, gymnasium, zusje Nel 'die niet van leren houdt' en nakomertje Rietje van vijf, zijn er ook nog. Moeder Berkhout neemt een dame met dochtertje in pension. Dat dochtertje, Lotty, wordt een vriendin van Els. Maar ze heeft ook Paula, het 'Indootje' nog, dat Poeleke genoemd wordt.

Het is vooral een verhaal waar de mensen voor de komende delen in geïntroduceerd wordt. Het gezin Berkhout en het zoveel rijkere gezin Schaafsma. De armoe en de hartelijkheid. Het geloof in God. Alles wat gebeurt tussen zomer en kerst. Geen bijzondere dingen, wel heel mooi opgeschreven.

Goud-Elsje was niet het eerste deel uit de serie wat ik kocht. Zoals dat vaker gaat, als je series spaart. Je begint ergens in het midden en uiteindelijk heb je de tien delen allemaal te pakken. Dit deel schafte ik aan in 1992. En ik schat, dat ik het sindsdien zeker honderd keer heb gelezen. Het is meer dan zestig jaar oud en het blijft mooi. Net als de negen delen, die er nog op volgen.

02 september 2009

Pam krijgt een vader én een man


Het zijn twee deeltjes uit de Witte Raven reeks van West-Friesland. Pam krijgt een man volgt direct op Pam krijgt een vader. Schrijfster Nel van der Zee heeft wel heel veel last gehad van toeval.

In het eerste deel woont Pam van Haaften nog samen met haar tweelingbroer Niek en hun moeder, die bezig is een akte MO Nederlands te halen. Moeder Suze wordt ziek en moet kuren in Zwitserland. Pam en Niek belanden in een pension, waar een aardige heer De Winter tevens gast is. Hij wordt niet alleen rector van hun school maar bovenal verliefd op hun moeder. Er wordt halsoverkop getrouwd. 'Wat lijkt ze nog jong', mijmert Pam op de trouwdag.

Moeder is jong genoeg om nog een kindje te krijgen van de rector, zo blijkt. Aan het einde van het verhaal hebben Niek en Pam zo maar een halfzusje, Annelie. Al moet moeder toch wel omstreeks de veertig zijn, met een tweeling van zeventien.

Hoe oud pappa de rector precies is, wordt niet duidelijk. Wel dat hij een zoon heeft van vierentwintig. Ruud. En Ruud is al in het eerste deel gecharmeerd van zijn halfzusje. Maar hij mag het van zijn vader nog niet laten blijken. Daarom schreef Nel deel twee. Daarin wordt getrouwd. En Pam is de rebelse echtgenote, die door haar vader tot de orde moet worden geroepen. Dat lukt, want Pam is o zo blij met haar nieuwe vader. Niek heeft er meer moeite mee gehad. Maar dat was in deel 1. Gaandeweg deel 2 verlooft hij zich ook, met Rosalie.

Hans Borrebach verzorgde als gewoonlijk de omslagen. In het verhaal lijken vader en zoon De Winter op elkaar. Op beeld lijken ze zelfs bijna even oud. Daar had de uitgever toch best wel wat kritischer naar kunnen kijken. Naar het verhaal eigenlijk ook.

Moeder trouwt met pensiongenoot en rector, die minstens tien jaar ouder is. Ze bezorgt Pam niet alleen een halfzusje, maar ook nog een echtgenoot. Dat betekent: je moeder is ook je schoonmoeder. Je vader is tevens je schoonvader. Je stiefbroer wordt je man. De stiefbroer van je man, is ook je broer. De verloofde van je broer is daarnaast de verloofde van je stiefbroer. En tenslotte is je halfzusje tevens je schoonzus. Lees deze laatste alinea nog maar eens een keer over, als je dit niet in een keer begrijpt. Of koop via Marktplaats beide deeltjes en verbaas je, net als ik.

24 augustus 2009

Netwerken werkt

Netwerken werkt. Het was zo'n must-have boekje, uitgegeven door de Volkskrant. Getuige de uitleencijfers van de bibliotheek, wordt het nog steeds veel gelezen. Ja, ik heb het ook. De bibliotheek schreef het namelijk binnen een jaar af. Slecht gebonden. Na drie uitleningen viel het van ellende uit elkaar.

Ik heb het geplakt en ben beginnen te lezen. De nieuwe manier van een baan krijgen op HBO niveau is niet meer solliciteren, maar bedelen. Zo staat het er niet, maar zo bedoelt schrijver Rob van Eeden het wel. Al zegt hij het netter.

Netwerken. Dat wil zo veel zeggen als viavia een baan krijgen. 't Is mij ook wel eens gelukt hoor. Maar niet omdat ik het zelf zo graag wilde. In beide gevallen had ik een tijdelijk contract, dat niet zou worden verlengd. En via mijn deelname aan een bepaald project kwam ik in contact met iemand, die een andere baan voor me wist. Die ook weer tijdelijk bleek.

Een baan viavia krijgen is altijd nog beter dan koud solliciteren. Dat ben ik wel met Rob eens. Je bent op de een of andere manier al bekend met het bedrijf en dus heb je een streepje voor. Maar netwerken heeft een vervelende bijkomstigheid. En die wordt in het boek niet genoemd.

Je bent niet meer zo maar een leuke collega. Je mag niet meer iemand gewoon aardig vinden. Nee. Je wilt met mensen in contact komen, omdat ze zo goed zijn voor je netwerk. Omdat ze iets voor je kunnen betekenen. Of andersom. En beteken jij niets meer voor hun netwerk, laten ze je vallen ook. Als een baksteen. Wordt het toch weer ouderwets afgewezen zijn. Dit keer niet dankzij een officiële sollicitatie, maar dankzij een niet betrouwbaar netwerk.

13 augustus 2009

Vuren in de nacht



Sommige boeken gaf uitgeverij West Friesland eerst uit in de Zonne-reeks voor oudere meisjes. Gebonden in linnen, met daarop een tekening van Hans Borrebach. Wanneer je een goed exemplaar hebt, zit de originele omslag daar ook nog bij. Ook van Borrebach, net als de illustraties. Wanneer zo'n boek goed verkocht was, werd het door West Friesland vervolgens herdrukt en uitgegeven in de goedkope Witte Raven pocketeditie. Diezelfde Hans Borrebach maakte er een nieuw omslag en illustratie voor.

Zo heb ik een aantal titels dubbel. Een ervan is Vuren in de nacht, van Medy Dona. Die schrijfster ben ik daarna nooit meer tegengekomen. Ze schrijft over Rudi Daelhuys, dochter van rijke ouders en bezig een nuf te worden, daar in Amsterdam. Ze heeft de leeghoofdige vrienden, de vader die het eigenlijk allemaal maar niets vindt, dat zinloze bestaan en de moeder die druk is met teaparty's, de manicure, de kleedster en de kapster. Tot zo ver iets nieuws.

Meestal ontwikkelt de hoofdpersoon zich in haar woonplaats zelf tot een aangenaam individu, voor wie geld niet meer telt, lief, aantrekkelijk en verloofd. Bij Rudi is het andersom. Zij gaat uit eigener beweging uit logeren, bij tante Emmy in Zuid Limburg. Oom Ad is er opzichter bij de staatsmijnen. Vandaar ook de 'Vuren in de nacht'. Tante Emmy, een zus van moeder, heeft ze al lang niet meer gesproken.

'Er moet iets anders zijn in het leven', bedenkt Emmy zich al in het eerste hoofdstuk. Maar wat?
Al lezende kom je er achter. Het leven in Zuid Limburg, en de mensen die er wonen. Haar oom en tante, de mijnwerkers en de jonge opzichter Jan Don, die bij haar familie in huis is.

Wat is hij anders dan Wim Rijkema, haar Amsterdamse kennis, die haar gevraagd heeft zijn meisje te worden. En wat weet hij veel van de mijnen en de omgeving. Van het delven van onze brandstof. 'Je denkt er niet bij na, hoe er eerst gezwoegd is om die kolen uit de grond te krijgen.'

Als de logeerpartij ten einde is, wil Rudi eerst niet weg, maar uiteindelijk gaat ze toch. Ze mist Jan. En tegelijkertijd mist ze het Amsterdamse stadsleven. Jan, die niet van haar stand is... ze schrijft hem een brief. Maar die bereikt zijn bestemming nooit. Want Jan komt die avond niet meer thuis om hem te lezen.

Jan raakt bekneld in een van de mijnen. En het duurt dagen voor ze hem gevonden hebben en kunnen redden. Die onzekerheid voor Rudi is lang genoeg om haar ervan te overtuigen dat Jan wél de ware is. Al stoffend en poetsend vindt ze de brief op de piano, ongeopend. Ze scheurt hem symbolisch in snippers, op de rails. EINDE.

Ja, want dat stond er nog onder vroeger, bij de boeken van West Friesland. Mocht je zelf die conclusie al niet hebben getrokken...

10 augustus 2009

Vliegreis naar het geluk

De vliegreis gaat naar Blanes. Volgens een oud collega het n..kdorp van Spanje. Zij had er destijds haar vriend leren kennen. Het klikte meteen, aangezien hij zo'n beetje de enige was die niet aan ketsen dacht.

Helen Taselaar ziet het allemaal veel romantischer, in haar Vliegreis naar het geluk.
Miranda van Eijsden, stiefdochter van een horecamagnaat, gaat alleen in Blanes kamperen. Ze leert er Roy kennen, die de zoon blijkt van een hotelmagnaat. En de beide vaders zijn compagnons, maar dat weten ze in eerste instantie nog niet. Miranda wil zich namelijk niet voordoen als de rijke stiefdochter van en verzint allerlei smoesjes om maar geen argwaan te wekken.

Maar eenmaal in Nederland terug komt Roy er achter. En, volgens beproefd Taselaar recept, slaat de liefde dan om in haat. Roy wil niets meer met Miranda te maken hebben, om de leugens die ze heeft verteld. Gelukkig heeft hij nog een zus. Tracy Lenting wordt de vriendin van Miranda. Alweer zo'n beproefd recept.

Vader Lenting is moderner dan vader van Eijsden. Zijn dochter mag wel werken voor haar geld. En als Miranda besluit, dat ook te gaan doen, gaat vader Van Eijsden door de knieën, waar hij eerst streng en onverbiddelijk was. Miranda mag de sportauto, die ze van hem kreeg, inruilen voor een 2CV. De dure kleren, die ze van haar moeder kreeg, naar het Leger des Heuls brengen.
De hond, die ze in het bos vindt, blijkt een Rottweiler en pa Van Eijsden is er helemaal weg van. Ouders die inzien dat ze fouten maken. Het kan, in boekenland.

Miranda mag met Tracy opnieuw naar Blanes. Op zelfverdiende kosten, ditmaal. Daar leert Tracy Bas kennen. Een student aan de TU Delft. Alweer zo'n zeldzaam exemplaar dat in het beroemde Spaanse dorp niet meteen aan ketsen denkt, maar het serieus meent. Ze gaan met zijn vieren naar Lloret de Mar en zelfs daar zijn geen lastige Spanjaarden te vinden. Wel wordt er verloofd. Miranda met Roy en op de valreep ook nog Tracy en Bas. En natuurlijk willen ze nog eens terug naar de Costa.

Het enige Spaanse aan het verhaal is de cider, de paëlla en de markt. Er zijn goede disco's en gezellige campings. Wat er werkelijk gebeurde daar schreef Helen Taselaar niet over. Alles is goed, komt goed en blijft goed. Herry Behrens maakte er opnieuw de sprekende tekeningen bij.

05 augustus 2009

Ik kan huishouden


De vierde, herziende druk, bezit ik. Uit 1962. De eerste druk is al van voor de oorlog, geloof ik.
Een boek als dit moest je in die tijd ook wel geregeld herzien, want er kwam zo veel nieuws bij, voor het huishouden. En je moest het ook geregeld herdrukken, want huisvrouw was het beroep van alle getrouwde vrouwen, toen.

Wat staat er allemaal in dit kloeke naslagwerk? Iets over financiering en inrichting van het huishouden. Het onderhoud van het huis, de inrichting. Verlichting, electriciteit. EHBO, opvoeding, tuinieren. Kortom, alles wat de huisvrouw weten moest.

Zo vreselijk leuk om door te lezen. Op pagina 22: een werklijst voor het wekelijkse werk, voorafgegaan door een lijst voor dagelijks werk. De houding bij het afwassen, op pagina 104. Hoe doeken en kleding te vouwen, pagina 227. Een item over het verwennen en verwaarlozen van kinderen, op 263. En ten slotte nog iets over etiquette, want dat was nog heel vanzelfsprekend, maar moeilijk, in die tijd. 'Alleen bij sportkleding kan een man zich veroorloven zijn fantasie uit te leven en zijn persoonlijke smaak te laten domineren... niet teveel want dan is hij weer een fat! En niets is erger dan dat!' Tegenwoordig vinden mannen het schijnbaar niet erg meer, een fat te zijn, kennelijk. De fantasie viert hoogtij, zo'n vijftig jaar later.

Advertenties zitten er ook in. Van Tomado, bijvoorbeeld. Negen fotootjes op een pagina: voorraadrek, fritessnijder, theecomfort, jampothouder, verstelbare schotelhouder, toastrekje, glazendragen, verstelbare schotelwarmer en een afdruiprek. Maar ook van Vegla weckglazen, 'het enige inmaakglas dat werd goedgekeurd door de Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen'. Voor het 'Pas Aan' servies, dat alleen Pas Aan is, als er een Pas Aan merkje op staat. Van Gero Zilvium bestek: 'distinctie en sfeer aan uw dis'.

In de 'Ik kan' serie verschenen meer handboeken. Over fotograferen, handwerken, koken en tuinieren, bijvoorbeeld. Naast een dure editie, ook in een goedkopere variant. Ik heb er meer in mijn bezit. Wordt vervolgd.

23 juli 2009

De ideale secretaresse


De uitgave, eentje in de Elsevier Pockets reeks, is er een uit MCMLXI. 1961, als ik de Romeinse cijfers goed vertaal. En de titel slaat op een beroep, dat toen nog echt een beroep was.
Iets wat je kon doen na de HBS, Gymnasium of ULO. Waarvoor je, al was het nog op zo'n bescheiden manier, iets in het maatschappelijk verkeer moest doen, bovendien.
Dit staat beschreven in het eerste hoofdstuk: secretaresse worden.

De volgende hoofdstukken gaan over je werk, als je eenmaal secretaresse bent. Wat deed je zoal, in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw?

Telefoneren, telegraferen en telex, corresponderen, boekhouden, bezoek ontvangen, vergaderingen organiseren en reizen boeken. Voor elk van deze taken is een apart hoofdstuk gereserveerd.

Maar er staat ook iets in, over administratief technische hulpmiddelen. Hoe je een kaartenbak - samen met het losbladige boek niet meer weg te denken uit een kantoor - sorteert, bijvoorbeeld. En over waar zal ik het zoeken. In dat laatste hoofdstuk wordt de secretaresse aangeraden, toch vooral een privé kaartenbak aan te leggen, met daarin de belangrijkste, nuttigste dingen voor een goede bedrijfsvoering. Zo'n kaartenbak is samen met de termijnmap, termijnkaartsysteem en agenda het fundament van de secretaresse.

Er bestond nog geen Office, daarom moest elke brief getypt worden. En ondertekend, door de directeur. Daarom staat er iets in over tabellen typen, over het maken van een planbord en het al eerder besproken kaartsysteem.

Het moest allemaal nog zonder Outlook, Word, een printer, een fax, een mobieltje of een centrale. Ik had het best willen worden, secretaresse. Toen was het een verantwoordelijke functie. Als ik het lees, oogt het leuk. Dat is het nu, met al die techniek, al lang niet meer. Want laat die je eens niet in de steek, dan wordt deze wel misbruikt. E-mailen in plaats van een belletje. Of complete stress als het netwerk weer platligt en je niets meer kan. Want alles is geautomatiseerd, nu. De kaartenbak van vroeger kon niet crashen.

01 juli 2009

Wie had dat gedacht, Michelle?


Bij elk nieuw of tweedehands boek dat ik koop, schrijf ik er de datum van aanschaf in. Dat doe ik al zo lang ik boeken koop. Wie had dat gedacht, Michelle? is een van mijn eerste zelf gekochte boeken. 11 juli 1986. Ik had het al een paar keer in de bibliotheek geleend en wilde het nu graag zelf hebben.

De Kluitman Jeugdserie was betaalbaar. Onze kantoorboekhandel had achterin zijn winkel zo'n smalle, witte kast staan, en daar stond deze ook tussen. Geschreven door Inge Neeleman. Een pseudoniem van Helen Taselaar, zo begreep ik later. En wederom met mooie illustraties van Herry Behrens. Een leuk verhaal, ook nu nog.

Michelle Dumas, eenentwintig, werkt op een kantoor, maar daar heeft ze het niet zo naar haar zin. Liever bezit ze een eigen winkeltje. Daarvoor studeert ze in de avonduren aan haar middenstandsdiploma. En net, voor ze dat haalt, komt er een winkeltje te huur. Het snoepwinkeltje van vroeger. Michelle slaagt voor haar middenstandsdiploma en zet zich, met haar broer Marc aan het klussen.

Ze komen uit een kunstzinnige familie. Vader Jean is amateurschilder en bezit een galerie, moeder Marie is handwerklerares. Marc werkt ook op kantoor. Hij is bevriend met Edward Vermaire, de zoon van de baas. En heeft zijn hart verloren aan Monique, de zus van Edward.

Het klikt goed tussen de beide broers en de beide zussen. Monique wordt een vriendin van Michelle, en Michelle en Edward worden het samen zeer eens. Twee vrienden, twee vriendinnen en twee stellen. Schoonzus en vriendin, vriend en zwager. Combinaties die in het dagelijks leven ook wel eens voorkomen.

Het verhaal van Michelle was een van de eersten van Helen Taselaar. Later zou ze de ingrediënten nog vaak herhalen. Want Michelle vindt Edward onuitstaanbaar, in eerste instantie. En dan is er nog de rivale, die in dit geval Francoise heet, maar die ook hier een ander krijgt, waar ze meer van blijkt te houden.

Verder speelt het verhaal zich grotendeels af in 't Grasduintje, de winkel van Michelle. Echte opzienbarende dingen gebeuren er niet. Maar het is wel heel gezellig. Bij Michelle thuis ook. Ik kon me er zo iets bij voorstellen. Goed geschreven. Ja. Dat vind ik eigenlijk nog steeds.

Inge Neeleman of wel Helen Taselaar, was helemaal geen tiener meer, al doet de naam van de serie anders vermoeden. Ze was al een echte vrouw toen ze het schreef. Het is de suggestie dat de schrijfster door haar leeftijd dicht bij haar lezers zou staan. En daarin is Uitgeverij Kluitman zeker geslaagd.

25 juni 2009

Alleen de liefde telt


't Is zo'n Kluitmannetje, met een omslag van Herry Behrens. Geen pocket in de Jeugdserie, maar in de Romanserie. Voor een jaar of tien terug kwamen ze ineens met honderden tegelijk op de rommelmarkt te liggen. En zo af en toe kocht ik er een, als het verhaal me aanstond. Een aantal heb ik na het lezen ook meteen bij het oud papier gegooid, onder het motto: te waardeloos om te bewaren.

Alleen de liefde telt, van Tessa van Es, heb ik wel bewaard. Of het de moeite waard is? Tja. Er gebeurt weer heel veel tegelijk, wat eigenlijk niet kan.

Jella werkt in een boekwinkel. Ze is negentien en woont samen met haar moeder en stiefvader. Haar moeder is hertrouwd, met een man, die graag een beetje over Jella vadert, maar dat wil Jella absoluut niet. Ze moet ook de deur uit, mensen leren kennen. Dat wil ze eigenlijk ook niet, maar ze doet het toch. Zo leert ze Ellen kennen. Dat wordt haar vriendin. Ze gaan samen op ballet en samen naar de soos.

De ontmoetingsplek van de jaren zeventig en begin tachtig, in een oud gebouwtje, met een beheerder die Meindert heet, en visnetten aan het plafond. Jella en Ellen maken er kennis met een tweeling. Anton en Menno Schenk. Ze zijn eigenaars van... een boekwinkel. Anton is aspirant schrijver. De vriendinnen tikken het manuscript uit op de typemachine en raken met de tweeling bevriend. Zeer bevriend.

Anton en Menno zijn opgevoed door hun tante. Met hun vader hebben ze geen contact meer. Hun moeder is overleden. Niet veel later komen ze vader weer tegen... het blijkt de stiefvader van Jella te zijn. Jella en Anton zijn het samen zeer eens. Jella gaat een poosje op zichzelf wonen. Hoewel het niet meevalt iets te krijgen, dat wordt dan nog wel verteld in het boek, heeft Jella meteen geluk. Anton ook. Natuurlijk wordt zijn boek uitgegeven en natuurlijk is het een succes.

Tante Martha blijkt de oude liefde van vader. Een probleem dus, voor de rest van het o zo gelukkige gezin. Dus wordt ze ziek en sterft, maar niet nadat ze om vergeving heeft gevraagd en deze ook heeft gekregen. Met Ellen gaat het ook even wat minder goed. Ze blijkt aardig te kunnen schilderen en haalt met haar schilderijen meteen een bijdrage in een boek binnen. Collega Bert blijkt een fotograaf van sexbladen en bijna zou ze zich met hem inlaten. Maar dan is er Menno en die wil wel met haar trouwen.

Jella en Anton zijn dan al getrouwd. En ze krijgen nog een tweeling ook. Leuk en onverwacht slot, maar verder.... een beetje al te gemakkelijk en vanzelfsprekend. Want hoe veel tijd er nu precies is verstreken, tussen de eerste kennismaking en de zwangerschap, wordt niet duidelijk. Maar het lijkt maar een paar maanden te zijn. Enfin. Maar weer terug in de kast zetten. De tekening op de voorkant is wel weer mooi. Als altijd, bij Herry Behrens, trouwens.

23 juni 2009

Idylle op de 'Morgenster'


Waar Netty haar inspiratie vandaan haalde, weet ik niet. Ze leverde gewoon elk jaar een nieuw boek af. Soms viel haar het verhaal zo in, soms ook niet. Maar altijd was er weer de uitgever, die aan de telefoon hing. Of het wilde vlotten met haar nieuwe boek. Ze had nog een paar maanden, dan wilde hij toch wel weer wat nieuws op de markt brengen.

Zo moet Idylle op de 'Morgenster' geschreven zijn. Met de deadline van de uitgever in het achterhoofd. Gauw maar weer een nieuw verhaal. Met bestaande elementen. Ernst en zijn moeder komen inwonen bij Maud en haar ouders. Ernst is Maud's nieuwe chef. En wat voor een. Dat is ook de verhaallijn van 'En toch werd de einder blauw'. De vader van Truusje handelt in bont, net als meneer Moss in 'Ineke en Anneke hebben een baan'. Maud moet naar het ziekenhuis, Ernst bezoekt haar met een bos bloemen en vindt haar er zo lief uit zien in haar bedjasje. Precies als Jeff en Joan in 'Cupido speelt kiekeboe.' Maud wordt ook wel Maudy genoemd door haar moeder, zoals Joan door haar moeder Joany genoemd wordt.
Allemaal al eerder gelezen, dus.

En het slot van het verhaal? Nou, er gaat getrouwd worden. Ook al is er het probleem van de woningnood. Geen nood. Ernst, chef van kantoor, bouwt gewoon een boot. Dat kan hij, schijnbaar. Inclusief keuken met ingebouwde schoorsteen, dressoir en boekenplanken. En hij houdt het tot het einde toe voor Maud geheim. Behalve dan de naam. Die mag ze nog niet weten.
Die verklaring bewaart Ernst tot de laatste bladzijde:

'Toen wij elkaar vonden liepen we vergezeld van de morgenster naar jouw huis. Maar hier begint onze idylle, liefste, in ons huis, van jou en mij, waar Venus het hoogste woord zal voeren.'

Nee, Netty had er echt moeite mee, dit keer. Iemand die zo tegen je praat is geen vlotte, sportieve zeiler van dertig, maar iemand van minstens twee eeuwen oud.

06 mei 2009

Eind goed, al goed

Ze heeft het opgedragen aan haar ouders, dit boek. En het verhaal heeft een vervolg, dat 'Je kunt niet alles hebben, Marijke!' heet. Dat draagt ze op aan Pim.

Pim is ook de naam van de buurjongen, verloofde en later man van Marijke Bosman. Maar voor het zo ver is, moet Marijke na het behalen van haar diploma eerst een baan zien te vinden. Oom Adriaan, 'de verstokte vrijgezel' en broer van vader, weet iets voor haar. Een baantje in de bibliotheek van de universiteit Delft. Natuurlijk doorloopt ze de sollicitatie glansrijk en zo tramt Marijke vanaf dat moment dagelijks heen en weer van bibliotheek naar huis.

Op het platteland is tegelijkertijd Annie van de Heuvel gediplomeerd van school gekomen. Haar ouders zien haar graag getrouwd met de jonge onderwijzer Jacob. Annie voelt niets voor hem. Wel voor het baantje in de bibliotheek dat ze kan krijgen via Mattie, het moderne zusje van haar vader, die eigenlijk Maartje heet. Vader en Moeke moeten er niets van hebben, maar ze gaat met Mattie mee naar Delft. En Jacob krijgt de bons.

Annie krijgt een permanente plaats in het uitleenbureau, Marijke op de postkamer. Gé en Lous verlaten de bibliotheek, na hun nieuwkomers ingewerkt te hebben. 'Om zich voor hun a.s. huwelijk nog wat te bekwamen in het huishouden'.
Ted Tans, werkt er ook nog. Ze is secretaresse. En Hanja. Maar dat is meer ter bladvulling. Vrolijke, onbezorgde meiden, om het verhaal wat levendiger te maken. De directeur- bibliothecaris heet Reynders en zijn assistent Ric Henken. Hij is blond met blauwe ogen. Jong nog, en gecharmeerd van Ted. Maar die moet niets van hem hebben. Carla Boomsma, de nieuwe medewerkster van het uitleenbureau weer wel. Veel zelfs.

Gelukkig blijkt Carla niet goed voor haar werk en wordt ze ontslagen. Ted wijst Ric op Annie, die altijd al verliefd op hem was, maar dat niet durfde te zeggen. Ze opent Ric de ogen. Annie en Ric verloven zich in een mum van tijd. En Marijke, die eerst nog even onder de indruk is van de stadse Eugène met zijn verwijfde manieren en zijn ontrouw, ziet in, dat Pim de ware voor haar is.

En dan zijn we er nog niet. Want zelfs voor oom Adriaan komt het goed. Die verliest zijn hart aan Mattie, en omgekeerd. Aan het eind van het verhaal zijn dus alleen Hanja en Ted nog vrijgezel. Maar daarvoor bedacht E.M. Zwart- van den Bergh dus deel twee. Dat bezit ik ook. Maar het is wel al te vanzelfsprekend. En dertien in een dozijn. Dit eerste deel is leuk. Al was het alleen maar, omdat het zich in een bibliotheek afspeelt.

Eentje waar de catalogus nog uit grote ladenkasten bestaat. Waar tijdschriften nog ingebonden worden en waar de uitleenadministratie nog uit duplicaatbonnen bestaat. Eentje uit de jaren vijftig. Waar een versgezet kopje koffie nog een van de grootste attracties is, vooral als deze verleidelijk geurt door de gezellige keuken.

10 april 2009

Brieven... brieven... en nog eens brieven


  • Als u schrijft aan een dokter, zet u dan boven aan de brief weledelgestrenge heer, zeer geachte heer Heilweg of meneer de Dokter?
  • Als u schrijft aan een ongetrouwde vrouw zet u dan boven de brief Geachte mejuffrouw, Mejuffrouw of Zeer geachte mejuffrouw De Wit?
  • Als u uw brief typt, gebruikt u dan een dubbel velletje postpapier, ruitjespapier of wit briefpapier?

Gelukkig hoef ik over het antwoord niet na te denken, ook daar heb ik een Maraboekje voor. Brieven... brieven... en nog eens brieven, heet-ie. En de inhoud is weer net zo mooi als in Wij ontvangen. De brief die u verzendt, vertegenwoordigt u. U moet hem verzorgen zoals u uw toilet zou verzorgen als u op bezoek ging bij de geadresseerde.


Er staat een lijst in met titulatuur. Hoe precies een visitekaartje van een man en vrouw er uit moet zien. Waar je het voor gebruikt. Dat privé postpapier aan te raden is. Maar ook honderd voorbeelden van brieven. Voor elke gelegenheid. Je kunt het zo gek niet bedenken, of het staat er tussen.

Verloving. Brief aan de vader van het meisje: Zeer geachte heer Van der Horst, Nu het mij niet mogelijk is persoonlijk naar u toe te komen, wilt u mij wel toestaan schriftelijk de hand van uw dochter Liesje te vragen....

Antwoord daarop van vader Van der Horst: Beste Hugo, Zoals je zult begrijpen was je brief geen verrassing voor me. Je bent al geruime tijd vaste gast in ons huis en je weet dat wij je graag mogen....

Suggestie voor Liesje van der Horst aan haar beste vriendin: Lieve Annemieke, Dit briefje dient om je een groot nieuwtje te vertellen. De kogel is door de kerk! Je mag me feliciteren. Vader en moeder vinden het goed dat Hugo en ik ons met Kerstmis officieel verloven...

Waarop Annemieke zou kunnen antwoorden: Lieve Liesje, Kindlief wat een heuglijk nieuws! Geweldig zeg! Ik vond al dat Hugo en jij geweldig goed bij elkaar passen....

Ten slotte volgen er voor Annemieke nog twee voorbeelden. Eentje, waarin ze ingaat op de uitnodiging voor het verlovingsfeest, en eentje waarop ze de uitnodiging helaas verhinderd is. Maar dat spreekt denk ik al wel een beetje voor zich. Lezen dus. En lachen vooral.


'Brieven... brieven... en nog eens brieven' verscheen oorspronkelijk bij uitgeverij Gérard & Co, te Verviers, onder de titel: Mon courrier'.

26 maart 2009

Wij ontvangen




Ontvangt u óók graag vrienden en kennissen? Kent u de gulden regels van een geslaagd feest? Zullen ook uw gasten met plezier en voldoening aan uw avondje terugdenken? Meneer en mevrouw Flash vertellen u hoe het hoort en presenteren u voor alle gelegenheden een keur van spelletjes, verrassingen, snacks, cocktails, enz. enz.
De ontvangst moet slagen dankzij....

Zo luidt de achterflaptekst van 'Wij ontvangen'.
Het is het eerste deeltje uit de Maraboe Flash reeks. 'De miniatuur encyclopedie van het dagelijks leven'. Miniatuur, want niet groter dan 10*10 centimeter. Ik heb er een heleboel deeltjes van. Zo af en toe zal ik er een voorbij laten komen. Vandaag dus alles 'van familiediner tot cocktail'.

Wat staat er allemaal in? Nou, hoe je die diverse dingen organiseert. Een instuif, een cocktail, een dansavond , een diner. Alles over lekkere hapjes. Een buffet. Spelletjes. Muziek.

Dat je als gastvrouw nooit als eerste klaar moet zijn met eten. En je altijd voor een tweede keer opschept. Daarmee geef je aan, dat de gasten dat ook mogen doen. Zelfs als er een vriend komt, moet de kamer opgeruimd zijn, moeten de ingrediënten alvast klaargezet en de bloemen ververst.

Aangezien er tegenwoordig veel gerookt wordt moet je zorgen voor voldoende sigaretten en enorme asbakken. De telegrammen die op een bruiloft bezorgd worden, dienen tijdens het diner te worden voorgelezen. Wat je moet doen bij rampen als: een juskom in het decolleté.
Etiquette als: de invitaties voor verloving gaan van de ouders van het meisje uit. Voor een diner van meer dan acht personen huurt u iemand in om de gasten te bedienen.

Het boekje is intussen zevenenveertig jaar oud. Het is in goede staat, maar wat inhoud betreft: er is niets meer van over. Jammer. Want ik lees het nog steeds graag. En was er graag bij geweest, bovendien.


'Wij ontvangen' verscheen oorspronkelijk bij uitgeverij Gérard & Co, te Verviers, onder de titel: Nous recevons'

19 januari 2009

De tweeling van het doktershuis


Alweer een tweeling. Alleen is deze geen vondst van Arja Peters maar van Elisabeth Stelli. Of ze ook olijk zijn, weet ik niet. Wel, dat ze er bijna net zo uit zien als Ellis en Thelma Bongers, de 'echte' olijke tweeling. Al heet de tweeling in dit verhaal Marga en Bets en is ze ook wat ouder. Een jaar of achttien. Dat ze zo op elkaar lijken, beide tweelingen, komt, omdat ze door de zelfde illustrator zijn bedacht. Hans Borrebach. Dat was destijds ook de reden, dat ik het boekje kocht.

En destijds is lang geleden. De tweeling van het doktershuis was het eerste meisjesboek, dat ik kocht. Op de ruilbeurs van tweedehands boeken, die we op de lagere school hadden. Ik kocht het puur om de tekeningen. Die waren herkenbaar. Dat vond ik toen al, als meisje van tien.

Al vond ik Marga en Bets ouderwetse namen, het verhaal was leuk.

Dat is het nog. Goed, er komt romantiek in voor. En helemaal zonder sentiment is het niet. Maar het is leuk geschreven. Dokter Cruys is weduwnaar, tobt met huishoudsters, maar het wordt nu eens niet direct opgelost met een lieve mevrouw. Die mevrouw komt er uiteindelijk wel, maar wordt ook niet de vrouw van vader, wat je als lezer wel verwacht.

Hun nieuwe moeder wordt Moeder de Gans, de lerares geschiedenis, want die blijkt een oud klasgenoot van hun vader. Vroeger maakten ze elkaar het leven zuur, nu verklaren ze elkaar de liefde.

Marga gaat uit naam van een ziek klasgenootje naar een internationaal Esperanto feest. Marga leert nog vlug wat van die taal, maar wanneer ze Erik Gallestrup naast zich krijgt, is ze alles totaal vergeten. En moet de klasgenoot in kwestie woord voor woord, ziek en wel, later door de telefoon vertalen, wat hij op het briefje voor haar heeft geschreven. Het komt allemaal nog op het nippertje goed. Al valt Marga haar Erik nog niet in de armen. Nee. Zo ver komt het niet. Nog niet. En Bets? Helemaal aan het einde van het verhaal blijkt dorpsgenoot Leo haar zo speciaal aan te zitten kijken. Daar wordt ze zo maar verlegen van.

Geen merel die een zuiver lied fluit, geen innig en ernstige zoen. Wel een vader die moet weten dat Marga van een Noorse jongen is gaan houden. Tijdens dat serieuze gesprek speelt pa achteloos met een elastiekje. Niet streng en rechtvaardig, maar veel meer zoals een vader zijn kan.

Marga en Bets zijn nog niet in staat om voor vader en zijn vriend een oudjaarsouper te maken. 'Alles wat de kruisjes maakten, verandert in soep', zo schrijft Elisabeth Stelli het ergens heel beeldend. Ze hameren op de piano, ze praten dialect. En ze zijn leuk om te lezen. Dat ga ik weer eens doen, nu, denk ik.

02 januari 2009

Cupido speelt kiekeboe


De titel alleen al. Fantastisch. Over Joan Arlon. 'Ze genoot een populariteit, welke bij een 18 jarige HBS-er gebruikelijk is.' Iedereen houdt van haar. Ze heeft een lieve zorgzame moeder, die op haar beurt weer een zorgzame dienstbode heeft. Haar vader is overleden, maar heeft nog twee broers. Frits, leraar aan het jongensgymnasium, is 'een leukerd', maar de oudere vrijgezelle oom Ben, haar voogd, 'een knorrepot'. Althans, zo lijkt het.

Dan is er Hans, haar vriend, die zich wel haar verloofde zou willen gaan noemen. 'Lang en niet onknap', maar niet de man aan wie Joan zich wil binden. Haar vriendin Mies is 'een blozend dikkerdje', die alles van haar kan velen. Net als Toos met haar bromstem en Heleen van Aerdt, die leuk is maar niet zo leuk als Joan zelf.

Joan breekt haar been en sluit in het ziekenhuis vriendschap met Cora Pelster. Maakt en passant de verboden verloving van Cora met Henri van der Hoeven weer in orde. En als Cora overlijdt, wil Henri maar wat graag, dat Joan met hem mee gaat naar Engeland. Ook dat wil Joan niet.

Eigenlijk wil ze alleen haar directeur maar. De dertigjarige Jef van Merlen, 'zijn mond gesloten tot een streep, een hoog voorhoofd, scherpe grijze ogen'. Ook hij houdt van Joan, maar doet tot het laatste hoofdstuk zijn uiterste best, om dat niet te laten merken. Al weet je als lezeres al vanaf het eerste hoofdstuk al, dat het er toch van komen gaat die verloving.

Nou, en die komt er ook, in het laatste hoofdstuk. En hoe. De strenge directeur heeft een ware metamorfose ondergaan. Hij blijkt gedichten te kunnen schrijven, koopt honderd rode rozen voor haar, een close for ever armband en alvast ook maar een ring. 'Het is maar een bagatel, vergeleken, bij dat wat ik voor je wil bereiken, kindje.'


Jawel. 'En met haar hoofd tegen zijn schouder luisterde ze innig gelukkig naar zijn plannen voor hun toekomst.' Volgens mij was dit zelfs voor jaren vijftig begrippen al zwaar overtrokken. Wie komt er op zo'n manier nou aan een man. Welke man kan zo veranderen, onder invloed van de liefde. Toch werd het boek drie keer herdrukt. Een van de succesnummers van Netty Koen-Conrad, kennelijk.

En, eerlijk is eerlijk, toch nog steeds leuk om te lezen. Liep alles in de wereld maar zo goed en mooi af.