27 juli 2014

Rondom Holten ligt de wereld

Het landgoed ligt niet ver van de hoofdweg, zo begint hoofdstuk 1, tussen Hallum en Eerlo. Plaatsen die niet bestaan, maar wel Achterhoeks klinken. En het behoorde aan de ook al niet bestaande baron Aerlandt van Eerlo, die het verkocht aan ene meneer Holten, die er De Holterburcht van maakte. Een middelbare school met internaat voor jongens en meisjes, die geen eigen thuis bezitten of daar niet wonen kunnen, om de een of andere reden, aldus de omschrijving.

Eénmaal in het verhaal lijkt de schrijfster zich te verspreken. Dan heeft een van de karakters in het verhaal het ineens over dat vervelende Beuningen. Wat wèl een bestaande plaats is. Twee plaatsen, zelfs. Een grote plaats en gemeente in Gelderland, en een kleine plaats in Overijssel, waar het tot de gemeente Losser behoort.

Beuningen Gelderland, dat ken ik. Ik groeide op in die regio. In de buurt is weliswaar een groot landhuis, maar het ligt niet in Beuningen zelf. Bovendien was dat al in de jaren vijftig niet zo landelijk meer. In Beuningen, Overijssel, is volgens Wikipedia Borgbeuningen te vinden. Een havezate, of wel een versterkt huis of burcht. Dat zou best nog wel eens model kunnen hebben gestaan voor de Holterburcht.

Wie er in het verhaal voorkomen, wordt op de eerste pagina al duidelijk. Er is namelijk een lijst met personen opgenomen, voor het verhaal van start gaat. En dat is nodig ook. Victor Marits, directeur, Miss Wall, lerares Engels en Nancy van Brederode, haar assistente. Enkele leerlingen van de meisjesklas 5a en de jongensklas 5b. Ten slotte nog wat familieleden.

Zes delen bevat het boek. En wat gebeurt er nou eigenlijk? Niet veel. Een hoop geharrewar, tussen de meisjes onderling, tussen de meisjes en de jongens, tussen de meisjes en hun families, met de lerares Engels, maar zelden met Nancy. Er moeten toch ook nog eerste, tweede, derde en vierde klassen zijn. Een internaat heeft meer personeel dan alleen een directeur. En op een school krijg je les in meer vakken dan Engels alleen. Daar lees je allemaal niets van.

Er wordt even gestipt aan de gezinssituaties, gestipt aan de liefde, verliefdheid, spijbelen en andere verboden uitgangetjes. Maar niet meer dan dat. Het verhaal wordt nergens echt goed. Ja, op de laatste pagina blijkt Nancy ineens met de directeur getrouwd. Dat zag je op de eerste bladzijde al aankomen. Nancy is een wondermiddel. En uiteraard gaat de lerares Engels met pensioen. Wie er verder nog werkt, wat alle lagere klassen doen, je komt het als lezer niet te weten. De vijfde moet een HBS klas zijn geweest, want ze hebben tegen het einde van het verhaal ineens allemaal examen gedaan. En zijn allemaal geslaagd ook. Wat ze dan gaan doen, wordt niet verteld. Wel dat ze de Holterburcht hebben verlaten. En dat er nieuwe leerlingen zullen komen. Dat is het dan.

Geen spanning, geen mooie omschrijvingen van emoties, of de natuur. Geen echte vriendschappen of warme familiebanden. Alles even oppervlakkig. Maar goed om te bewaren, als deeltje uit de Zonnereeks. Met illustraties van Borrebach. Het gaat terug de kast in, dus. Niet bij het oud papier. Om de verzameling. Maar niet om het nog eens te lezen.

09 juli 2014

The Heartbreakers: videoclip in Venetië

Het verhaal is, volgens de catalogus van de Koninklijke Bibliotheek, uit 1990. Heel erg uit 1990, zou ik er aan toe willen voegen. Die titel alleen al, is veelzeggend. Want welk jong meisje zou er nu nog een boek willen lezen over een meidengroep die een videoclip gaat opnemen? Dat was toen heel wat, hoe mooier hoe beter. Maar nu spreekt het al zo lang voor zich. Dat doet iedere artiest. Al zullen ze dat niet allemaal in Venetië doen. Maar dat komt door hun nieuwste single, die Italian Love Affair heet.

Over een paar maanden kwam de C.D. uit, zo staat er op pagina 7 te lezen. Nog zo'n leuk tijdsbeeld. C.D, van Compact Disc, nog met puntjes tussen de beide letters. Als je die een mocht opnemen, als band in 1990, telde je mee. Een bijzonder feit, dat zelfs als tekening tussen de tekst op de achterkant is opgenomen.

In deze prachtige stad, zo staat er verder te lezen, lopen de problemen tussen zangeres Roanna en manager Thierry steeds meer uit de hand. Debbie, invalster van de ziek geworden drumster Sharon, gaat meteen achter Thierry aan.
Debbie heeft geblondeerd haar en veel te veel make up. Een teken, dat ze niet geliefd is en ook niet zal worden. De auteur geeft haar niet populaire personages, die gaan stoken in alles wat eerst goed was, vaker zo'n uiterlijk mee. En ook hier komt de dame tot inkeer, ergens tegen het einde van het verhaal, wanneer ze inziet, dat de meidengroep niet op haar zit te wachten, en ook de mannen in haar buurt verliefd worden / zijn op de Heartbreakers en haar niet zien staan.

Een paar pagina's is het dan nog het probleem wie Debbie gaat opvolgen, want Sharon was ziek. Maar ook dat valt mee, want, ze was dan wel oververmoeid, maar had vooral heimwee naar Rámon. En nu ze die terug heeft, kan ze er weer tegenaan. Ramón en Sharon, je zou het niet bij elkaar bedacht hebben. Roanna heeft na een paar misverstanden om een vrouw voor de derde keer toch Thierry weer terug. Want voor Debbie was het al Desirée met wie ze overhoop lag, omdat ze achter haar Thierry aan zat. Weinig eergevoel heeft ze, die Roanna. Een kerel die je toch met twee vrouwen bedriegt, hoef je toch niet meer terug.

Verder heeft Charlie heeft haar Stefan, Cindy haar Roberto. Alleen Dorith en  Olga zijn nog niet voorzien. Misschien was daar nog een vierde deel voor nodig geweest. Maar dat is er niet meer van gekomen. Een oppervlakkig, ireëel, romantisch verhaal, aldus de recensiePrententieloze ontspanningslektuur die echter voor een nog grote groep meisjes aantrekkelijk blijkt te zijn. Ja. De recensenten herhalen zichzelf ook, net zoals de schrijfster. Die zure professionele boeklezers lijken maar niet te willen inzien, dat meisjes dit soort verhalen gewoon graag lezen. Ook al is het dan volgens hen zo, dat De liefdesintriges (ook van andere meisjes die behoren tot de groep) zeer zwak zijn uitgewerkt en weinig verrassend. Aan karaktertekening is nauwelijks aandacht besteed.

Dat maakt niks uit. Dat deed het in 1990 niet, dat doet het nu anno 2014 nog steeds niet. Dit soort verhalen deden het goed, doen het goed en zullen dat ook altijd blijven doen.

02 juli 2014

Auto's en hun typische eigenaars

Zijn die er eigenlijk nog wel? Mensen waarvan je het vermoeden hebt dat ze wel in Automerk Zus, type Zo rijden? Tegenwoordig lijken alle auto's op elkaar en is er alleen nog maar een onderscheid in kleur en grootte. Oudere auto's, ik herken merk en type vaak al van een afstand. Maar die nieuwe, karakterloze prut, nee. Dit boekje is uit '99. De auto's die er in worden besproken gemiddeld een jaar of tien ouder. Erg leuk. Grappige tekeningen, raak geschreven. Het had, wat mij betreft nog veel dikker mogen worden. En helaas kan ik ook nergens een deel 2 van dit werkje vinden. Misschien heeft de schrijver wel hetzelfde vermoeden als ik. Er zijn gewoon geen auto's met typische eigenaars meer.

Maar hier, in dit boekje vol 'herkenbare vooroordelen', aldus de recensie, komen er dus een aantal voorbij. Herkenbaar, ja, allemaal. En dankzij de illustrator weet je ook meteen welke auto bedoeld wordt. Want ze worden heel duidelijk neergezet. Bovendien weet de schrijver zelf ook aardig wat van auto's af. Eigenlijk moet je het gewoon zelf zien te krijgen, want het laat zich bijna niet omschrijven, dit boekje. Maar goed. Ik doe een poging.

Op elke linkerpagina staat het merk en model auto, met een omschrijving van de kleur, het bouwjaar en een opgave van de kilometerstand. En daaronder een rake tekening. De Citroën 2CV, staat er bijvoorbeeld in. Die is, aldus de schrijver, matgroen met nog matter geel van kleur, van bouwjaar 1977 en de kilometerstand luidt: teller is blijven staan op 264.000.
Rechts staat steeds de naam, leeftijd, het beroep en de woonplaats van de eigenaar. Meestal al heel cliché, maar daardoor erg grappig. De eend is van de 23-jarige Floris Jan van Bierhijssen, die, inderdaad student is en, gezien zijn dubbele naam, uiteraard in Leiden woont. Floris Jan rijdt met z'n eend al jaren langs de kapper, maar is er nooit binnen geweest, zo begint de omschrijving van de eigenaar.

De Mercedes van Henk Groot Abbink staat er ook in. Die woont, gezien zijn naam, inderdaad in Almelo en is, aangezien zijn auto van het type 300 D is, uit 1992, met een kilometerstand van 380.000, vanzelfsprekend koppelbaas van beroep. Henk heeft als hobby motorcross en is een verwoed supporter van Heracles. Hij rijdt altijd veel te hard en ontvangt dan ook regelmatig post uit Leeuwarden. 

En wat te denken van de Citroën DS Break uit 1968 van de 44-jarige Harrie van Gutsen, leraar handenarbeid op een Montessorischool, die altijd gekleed is in een lang grof gebreid vest met grote knopen. Hij heeft een oude, bruine leren schooltas die van hetzelfde bouwjaar is als zijn oude snoek. 

Jan-Riekes Hardering staat er in, met zijn Opel Kadett GSI. Een agrariër uit Barneveld, die helemaal gek is van Normaal en als hij niet met zijn vrienden aan het høken is, bugel speelt in de plaatselijke fanfare BOM (Blaast op Maat).

Dames kunnen ook zo hun voorkeuren hebben. Kimberly, zeg maar Kim, uit Nieuwegein, met lang geblondeerd haar, coupe Benidorm, rijdt in een mintgroene Suzuki Vitara en draagt dag en nacht een te klein Jane Fonda-pakje. Ik vraag mij wel eens af, aldus de schrijver, of je bij het halen van het vakdiploma fitness-beauty- en zonnestudio gratis een Suzuki Vitara krijgt. Want het kan toch geen toeval zijn, dat al die dames in zo'n auto rijden.

Tot slot, Miep van Straten-van Lanen, uit het Friese Olderbekoop. Minister van Verkeer en Waterstaat, in een Ford Scorpio 2.9 I Ghia, die zich met chauffeur laat verplaatsen. Ze zegt dat ze als hobby's snert koken en fierljeppen heeft. En stiekum kijkt ze naar Jerry Springer, als de kinderen naar bed gaan. En o ja, op de tekening lijkt ze verrassend veel op Annemarie Jorritsma, de toenmalige minister van V&W. Maar dat is toeval, want dat staat voorin het boekje. Dat gelijkenis met bestaande personen op toeval berust.
Tegelijkertijd zijn ze, aldus het omslag, buurman, collega, baas en schoonzuster. Ze staan er allemaal in.