16 september 2015

The Mini Oxford school thesaurus

In 2001 werkte ik als mediathecaris op een hogeschool in Den Bosch. Ze onderhielden een vriendschapsband met een school in Canterbury, Engeland. Bij wijze van uitwisselingsproject mocht ik er tien dagen naar toe. Het werden heel leerzame dagen, met lessen in het Engels. Maar er bleef genoeg tijd over om wat van het stadje te zien, bij werkelijk schitterend weer. Zo kwam ik tot de ontdekking dat boeken in Groot Brittanniƫ op veel meer plekken worden verkocht dan alleen in de boekhandel. Voor heel schappelijke prijzen. Inmiddels is dat bij ons ook wat meer gebruikelijk, maar dat was het toen nog niet.

The Mini Oxford school thesaurus kocht ik bij een soort van bouwmarkt. Drie centimeter dik, zes centimeter breed en tien centimeter hoog. Met recht een klein formaatje. Een thesaurus. Ik heb het de volgende dag in de les aan onze docente gevraagd. Hoe het kon, dat zoiets bij een bouwmarkt te koop was. Zij vond het heel gewoon. En ze kende het woord, wat ik aan mijn Nederlandse klagenoten moest uitleggen. Een thesaurus is een bibliotheekwoord, bij ons.

Van oorsprong het een naslagwerk. Een soort woordenboek, waarin de begrippen met andere begrippen die het zelfde betekenen, wordt omschreven. Later werd het ook een methode om te ontsluiten, wat in bibliotheekland zoveel betekent als: een netwerk met verwijzingen voor het toegankelijk maken en koppelen van (collectie)gegevens. In het digitale tijdperk is een thesaurus vaak niet eens zichtbaar. Ooit eens een woord opgezocht in een catalogus en een vraag als antwoord gekregen? Koe. Koe is niet gevonden. Bedoelt u misschien rundvee? Wanneer je zoiets leest, weet dan: daar zit een thesaurus achter.

Engelse scholieren en studenten gebruiken een thesaurus bij hun studie, om hun woordenschat te vergroten, zo hoorde ik in Canterbury. Dat doen ze eigenlijk allemaal. Het exemplaartje wat ik had gekocht, was afkomstig van de uitgeverij van de Oxford Universiteit, zo bleek. Een gerenommeerd exemplaar, maar daar waren er veel meer van te koop. Ik moest maar eens een kijkje nemen in de plaatselijke boekhandel, zo werd me verteld. Dat heb ik gedaan. En mijn ogen uit gekeken.

Canterbury was een zinvolle kennismaking met Engeland en met hun manier van studeren. Maar na een tegenvallend avontuur in Londen met dito weer heb ik het land verder voor gezien gehouden. De laatste jaren kom ik veel in Duitsland. Ook daar verkopen ze studie hulpmiddelen niet alleen in boekhandels, maar eigenlijk overal. Ook dingen, die in Nederland al lang verleden tijd zijn en voornamelijk in bibliotheken werden gebruikt. Zoals kaartenbakken. En cataloguskaartjes. In alle kleuren, soorten en maten. Waarom? Het helpt de Duitse kinderen met het structureren van hetgeen ze leren. Eigen overzichten maken, zelf systematiseren. Het is eigenlijk net zoiets als in Engeland.

Onze buren links en rechts laten hun kinderen veel actiever met de lesstof omgaan, dan dat wij dat doen. Of ik het zelf zo had gewild? Misschien was het wel beter geweest. Want ik leerde pas structureren en systematiseren, toen ik twintig was en op de bibliotheekopleiding kwam. Ik was het niet gewend en vond het moeilijk, om zo te gaan denken. Ja, het was beter geweest, als ik het op de middelbare school al had geleerd. Met een thesaurus of kaartenbak in miniformaat.

02 september 2015

In jouw handen

Op het gezellige feestje, ter ere van Sylvia Grevenbricht, die zojuist geslaagd was voor onderwijzeres, dient zich nog een late gast aan. Het is een meneer Vermeulen. Hooguit dertig, grijze ogen, lang en fors postuur, keurig gekleed. Hij is hoofd der school. Een basisschool in een dorp. En hij wil het ijzer smeden nu het heet is. Want er is een tekort aan onderwijzers, speciaal op dorpsscholen als die van hem. Dus als Sylvia er voor voelt om in Ellinchem aan school te komen?

Ze neemt de baan, in het dorp dat als zodanig niet bestaat. Wel als naam van een kindertehuis, in Ellecom. Dat is een dorp in Gelderland, op de Veluwe. Ellecom ligt tussen Rhenen en Doesburg, niet ver van Dieren, wat weer de achternaam van de schrijfster is. Het zou dus heel goed kunnen, dat ze inderdaad Ellecom heeft willen beschrijven. Want het plaatsje had inderdaad een station vroeger, op de lijn Arnhem-Leeuwarden. Het werd echter al in 1929 gesloten. Dit verhaal speelt zich later af.

Een vrij realistisch verhaal, waarin de sfeer van lesgeven op een dorpsschool als beginneling goed wordt weergegeven. De voornemens die je maakt en de praktijk die daar dan op volgt. Al het nieuwe, dat op je af komt. Niet alleen het werk, ook de collega's, de treinreis er naar toe. Hoe je op kamers besluit te gaan, als de treinverbinding niet meer blijkt aan te sluiten op je werktijden. Hoe je je settelt in een nieuw dorp, vriendschap sluit met kamergenoten. Hoe je in toneelspelen een hobby vindt. Hoe de liefde om de hoek komt kijken en daarmee ook de jaloezie en het onbegrip.

Helaas zitten er ook veel cliche's in. Want de ware Jacob is natuurlijk het hoofd der school, die uiteraard weduwnaar is. Vanzelfsprekend heeft hij een klein kind, een meisje, dat hij zo goed als alleen op moet voeden. En ja, Sylvia sluit haar direct in haar hart. En dankzij Marianneke komt Louis Vermeulen haar zeer na. Dat ontdekt ze op vakantie. Een vakantie aan zee, waar, hoe toevallig, hij ook verblijft.

Er is een jaloerse concurrent, in de vorm van collega Ali Groefser, die eerder met Louis wilde trouwen. Maar zij mist de gave, van kinderen te houden. De gave die, aldus Louis, een vrouw moet bezitten. Ali is wel degelijk een vrouw en daarbij nog onderwijzeres. Maar dan wel een die niet van kinderen houdt. Wonderlijk dat zo iemand dan zo'n beroep kiest. En dan is er nog vriendin en pensiongenoot Gerda, die verliefd is op regisseur Jaap. Hij ziet haar niet staan, ziet op zijn beurt weer meer in Sylvia. Dat leidt dan weer tot ruzie tussen de beide vriendinnen. Een ruzie die ze bij leggen, want Sylvia geeft niets om Jaap.

Om het allemaal nog iets minder waarschijnlijk te maken viert Sylvia de strandvakantie met Gerda en blijkt Louis erelid van de toneelvereniging waar Sylvia en Gerda in spelen en Jaap de regisseur is. Uiteindelijk legt Sylvia haar jonge leven in de handen van Louis. Met tranen van ontroering in haar ogen. En heeft Gerda zich met Jaap verloofd, die bij nader inzien toch ook wel wat in haar blijkt te zien. Zoals dat dus altijd gaat, in boekenland. En o ja, die Ali Groefser blijkt uiteindelijk toch ook minder jaloers en zelfs aardig. Tuurlijk. Met illustraties en een omslag van Hans Borrebach. Alweer een veel te mooi meisje met elegante wangen, rode lippen en golvende lokken.