11 september 2017

Een hart klopt voor Pepita

Ze heet eigenlijk Petri en ze woont op het platteland. Waar precies, dat wordt niet duidelijk. Wel, dat ze er heel snel weg wil. Ze heeft haar middelbare schooldiploma. Welk diploma, is niet opgeschreven. Dat ze erg veel lol beleeft met haar oud klasgenoten, dan weer wel. Zo begint het verhaal. Met een (te) lollige scène in de stationshal. Kennelijk komen ze met een heel stel van een feestje af. Of een vakantie, of allebei. Allemaal niet opgeschreven.

Petri is goed in fotograferen. Ze ontwikkelt haar foto's zelf ook. Als er in de buurt een vliegtuig neerstort - gelukkig zijn er geen gewonden - weet ze het belangrijkste slachtoffer op de foto te krijgen. Een prins van Maisoer. Waar dat dan ook liggen mag. Met die foto gaat ze naar een landelijk tijdschrift, waar ze prompt op ongeveer vaste basis een baan aangeboden krijgt. Niet op het hoofdkantoor in Amsterdam, maar in het kantoor in Den Haag. Daar woonde de schrijver / illustrator zelf en dat was dus makkelijker om op te schrijven.

Op aanraden van haar klasgenoot en goede vriend Max neemt ze Pepita als pseudoniem. Het is niet eens een pseudoniem, niemand noemt haar meer Petri. Ook Hans Borrebach zelf niet. Zijn hoofdpersoon transformeert in no time naar een stadse dame met rood gestickte lippen. Al was ze ook al vrijgevochten toen ze nog op het platteland woonde. Daar fietste ze ook gewoon met een volledig open blouse in de zon. En op een vrij plekje in de natuur ging ze zelfs helemaal topless liggen.

Die band met haar ouders, die in het eerste hoofdstuk nog zo goed was, wordt al snel verbroken. Petri / Pepita moet nu eenmaal die vrijgevochten vrouw uit Den Haag worden en dat moet snel gebeuren. Ze wordt ontslagen, neemt al snel ander werk aan, want haar foto's zijn o zo goed getroffen. Zelfs als het Kerst wordt bezoekt ze haar familie niet meer. Uiteraard komen er dan een stel vrienden binnenvallen op haar kamer. Vrienden die blijkbaar ook geen familie meer willen zien tijdens de feestdagen.

Het is al even geleden dat ik dat boek over Hans Borrebach en zijn illustraties kocht. Er staat ook een hoofdstuk in over de illustrator als schrijfster. Zijn boeken komen er niet als goed uit de bus. Dit is helemaal een Borrebach boek. Het gaat over fotografie, over zijn voorliefde voor meisjes die wat van hun lichaam laten zien, over Den Haag. En uiteindelijk eindigt het traditioneel, met een verloving.

Pepita verlooft zich namelijk met de 'prins', die ineens niet blijkt te bestaan. Het was Max, vermomd als prins. Omdat hij acteur wilde worden en zich toevallig als oosterse rijke heer had geschminkt. Of zoiets. En op het moment van de verloving realiseren ze zich allebei ineens de belofte aan hun klas. Toen, op het station. Toen ze afspraken, elkaar over een jaar weer te treffen. Dat jaar is nu precies voorbij. Gauw naar dat café dus. Einde.