23 november 2009

Joos van Heek vliegt uit


Het verschijnsel meisjesroman begon al een beetje uit de tijd te raken. Boeken waren vanaf de jaren zestig of voor kinderen, of voor volwassenen. Maar dan bleef je als uitgever met een aantal schrijvers zitten, die moeilijk te plaatsen waren. Daarvoor werd een nieuw genre bedacht: streekroman. Een roman waarvan de handeling zich afspeelt tegen de achtergrond van het leven in een bepaalde landstreek met name op het platteland, aldus wikipedia. Er wordt altijd een beetje neerbuigend over deze lectuur gesproken, maar het is nog altijd een veel-geleend genre in de bibliotheek. Want het leest gemakkelijk weg.

Ook deze van Max de Lange werd een streekroman. Het speelt zich af in Friesland en Noord Holland, waar Joos van Heek, op aandringen van haar oma, de zaak van haar vader een poos verlaat om hulp in de huishouding te worden. Ze komt terecht in het gezin van kapitein Egbert Royer en zijn vrouw. Vier kinderen hebben ze. Jan Jaap, Edith, Wilfred en Marlieske.

Er gebeurt niet veel opzienbarends. Nou ja, Douwe Ploegstra, uit haar geboortedorp, die toont belangstelling. En Joos leert in Noord Holland nieuwe mensen kennen, die de moeite waard zijn. Het onderwijzers echtpaar Steven en Bauk, met hun drie kinderen. Bauk komt net als Joos uit Friesland en ze sluiten direct vriendschap. Dan is er nog Frans van Popta, de huisvriend van Steven en Bauk. Hij is geen weduwnaar, maar, zo blijkt later, getrouwd met een vrouw die ongeneeslijk krankzinnig is. Een boom van een kerel, met een groot verdriet. Maar als Joos hoort hoe het werkelijk zit, is ze al lang verliefd op hem geworden. Ze moet hem vergeten, want hij is al getrouwd. En hoe kan dat beter dan met je geloof?

Vader Van Heek is zwijgend en zorgzaam, net zoals vader Berkhout in Goud Elsje. Zusje Ineke is een gemakkelijk lui 'vlindertje', dat het leven niet al te serieus neemt. En moeder Van Heek? Daar komt Joos niet uit. Wel weet ze, dat ze terug moet naar haar huis. Vader heeft haar nodig en zelf... zelf moet ze Frans zien te vergeten. Of dat lukt? Max de Lange schreef een vervolg. Maar daarover later meer.

'Joos van Heek vliegt uit' heeft geen illustraties, slechts een omslag. En daarvan wordt de illustrator niet eens vermeld. Maar zo te zien is het Reint de Jonge geweest. Minder mooi dan Rie Reinderhoff, minder glamour dan Hans Borrebach, minder treffend dan Herry Behrens, maar beter dan gemiddeld.

15 november 2009

Heimwee naar de Wildhof


In het eerste deel van deze serie was de hoofdrol voor Elke. Haar jongere zus Josta slaagde aan het einde van het verhaal voor haar havo diploma en was voornemens om daarna als au pair te gaan werken.

Deel 2 begint met het einde van de zomervakantie. Josta de Wild heeft een paar mensen aangeschreven in Engeland en Frankrijk, die op zoek waren naar een au pair. Haar keus valt op de in Nederland geboren Trudy Dorning, die met een Engelsman is getrouwd. Ze woont met haar man en twee kinderen in Kensington, een voorstad van Londen.

Al in het vliegtuig maakt Josta kennis met de aantrekkelijke Gideon, die ook in Londen gaat werken. Eenmaal in Londen zoeken ze elkaar op en gaan ook een paar keer met elkaar uit. Maar Josta voelt voor hem niets dan vriendschap. Ook met haar werkgeefster is ze vrijwel meteen bevriend. De beide kinderen zijn aardig en de echtgenoot, die een hoge functie heeft bij de bank, ook. Al ziet ze die niet veel.

Omstreeks Kerstmis komt Trudy´s broer over. Het blijkt Tim Bramsen te zijn, de leraar Engels van Josta, op wie vorig jaar zo heimelijk verliefd is geweest. Hij is jong en aantrekkelijk, zeker zo buiten de school. En, wat mooier is, hij blijkt ook verliefd op haar. Nog voor het oudjaar is, zijn Josta en Tim een stel.

Wanneer Tim in Nederland is, komt er nog even ruzie. Want Gideon is er ook nog, en Tim kan zich niet voorstellen, dat Josta echt niets voor hem voelt. Maar Trudy is zo goed nog niet, of ze stuurt Josta voor een weekje op vakantie naar Nederland en zorgt ervoor, dat ze Tim op Schiphol treft. Dat lukt, al is de luchthaven nog zo groot.

Het verhaal eindigt met de dag voor de bruiloft van Elke en haar vriend Dave. Dat Josta en Tim gaan trouwen, is ook al iets wat zeker is. En passant komt ook Bonnie nog even voorbij. De derde zus, die volgt op Elke en Josta. Ze is de wildebras van de familie, maar, zo menen beide zussen, er zal toch ooit wel eens een man komen aan wie ze zich binden wil. Een die anders is, dan de jochies waar ze nu nog steeds mee uit gaat. Daarmee is de toon gezet voor het derde deel, met Bonnie in de hoofdrol.

Heimwee naar huis heeft Josta niet. Er is, zo luidt de achterflaptekst ´meer aan de hand´. Herry Behrens verzorgde opnieuw een mooie omslag. Fraaie tekening, waarin de hoofdpersoon ouder lijkt dan ze is, aldus de recensie van de Nederlandse Bibliotheekdienst. En dat is ook waar. Want Josta is in werkelijkheid negentien. Ze lijkt hier minstens vijfentwintig.

11 november 2009

Doe het zelf : maandblad voor praktische mensen

Wanneer je nu een abonnement op een tijdschrift hebt, verdwijnt dat na het lezen vaak bij het oud papier. Op zijn best worden de artikelen, die de moeite waard zijn, er uit gescheurd. Om te bewaren en nooit meer te lezen.

In de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw was een tijdschrift nog kostbaar om te hebben. Daarom werd het vaak bewaard en uiteindelijk ingebonden. Soms kom je ze op een boekenmarkt nog tegen, van die oude, ingebonden jaargangen. Van het maandblad 'Doe het zelf' bezit ik zo twee banden, die samen het klussen anno 1957 en 1958 beschrijven.

Het was in de tijd dat de man nog meer dan 40 uur per week werkte, inclusief de zaterdagmorgen. Zijn vrouw hield zich bezig met het huishouden, dat steevast uit meer dan twee kinderen bestond en dus ook druk genoeg was. Maar als we het blad moeten geloven, hebben man en vrouw tijd genoeg over om te klussen. Er was nog amper televisie, laat staan een klusprogramma. Volgens mij bestonden er ook nog geen Gamma's, Fixets en Kwantums.

Ondanks dat wordt de illusie gewekt, dat alles zelf te maken valt. Of te repareren. Van een zit-slaapbank, via een stofzuiger grasmaaimachine en radio naar nestkastjes, kerststukjes en een elektrische bel. Voor zowel de heer des huizes als moeder de vrouw. Er staan oproepjes in van lezers. Maar het allerleukste van zo'n tijdschrift zijn de advertenties. Die geven een prachtig tijdbeeld, van alles wat toen nog kon en mocht.

BoTop hardboardplaat met plasticlaag. 'Neemt geen vuil op en één veeg met een vochtige doek is voldoende om het oppervlak schoon te maken'. Handelsmaatschappij Practisch. Maak zelf in één avond een stabiel boekenrek. Met Bridges bent U een gelukkig man... één die alles kan! Doe dit ALLEMAAL ZÈLF en nog VÉÉL MEER! Schuren, slijpen, uw auto poetsen, zagen, plaatsnijden, of de heg snoeien, BRIDGES doet het voor u! Stop... stop... we kunnen u niet alle mogelijkheden vertellen.

Daar moest je toch de bon voor invullen, voor meer vrijblijvende informatie. En o ja, Bridges had tevens gemakkelijke betaling. Lenen dus, en in termijnen terug betalen. Dat hadden we toen dus ook al. Zo heel veel is er dus nog niet eens veranderd.


Doe het zelf kende in 1958 een oplage van 55.000 stuks en stond onder redactie van Drs. R. Zondervan en G. Kromdijk. Een abonnement kostte 9 gulden per twaalf maanden. Een los nummer was 90 cent.

02 november 2009

Goud-Elsje verlooft zich


In dit tweede deel is Elsje intussen Els geworden. Haar goudblonde vlechten heeft ze nog altijd, maar nu langs haar hoofd gebonden. Leeszaal assistente is ze niet geworden. Dat ging alleen maar met een diploma HBS. Daar moest ze, om de financiën, na drie jaar af. Maar ze zit toch tussen de boeken, als verkoopster in een kantoorboekhandel in de stad.

Haar vriend en buurjongen Taco is inmiddels afgestudeerd arts. Haar vriendin Poeleke is verhuisd naar Den Haag. Lotty, die een tijdje bij hen ingewoond heeft, zit met haar moeder in Lugano. Ze houdt met alle drie contact, door ze geregeld brieven te schrijven. Maar er komen meer bekenden en vrienden bij.

Meneer en mevrouw Huisman, de eigenaars van de winkel. Oud klasgenoot Jan-Willem, die aanvankelijk alleen maar een paar schriften wilde kopen, maar zich uiteindelijk met haar wil verloven. Els wijst hem af. Niet, omdat het een zuipende losbol is, zoals het in andere meisjesboeken vaak wel gaat. Nee. Ze geeft gewoon niet genoeg om hem.

Mevrouw Van Anholt, lerares Nederlands op de meisjes HBS, die Elsje's eerste werk bij de uitgever voorlegt, en zorgt dat ze het uitgeven. Els noemt haar dan al gauw tante Magda. Tante Loes Verschoor, de vriendin van tante Magda, is er ook. En Han Terhenne, het nichtje van tante Loes, met wie Els dikke vriendinnen wordt. De dames van de sokken stop club. Els leert steeds meer mensen kennen. Mensen met verhalen die de moeite waard zijn.

Els viert haar verjaardag, brengt een bezoekje aan Taco, die aan de Vecht is gaan wonen. Aan Lotty, in Lugano. Aan Poeleke, in Den Haag. Maar ondertussen vergeet ze haar ouders, broer en zusjes niet. Want die zijn er toch ook nog. En Taco, onder alles door. Haar buurjongen, met wie ze zich, aan het eind van het verhaal, verlooft.

Saai? Voorspelbaar? Nee. Gewoon heel mooi geschreven. Zonder rokerige feestjes, zonder opdringerige vriendschappen. Els is lief, spontaan en verstandig. Er gebeuren vervelende dingen, maar nooit heftig. En alles komt uiteindelijk goed. Je moet gewoon wel van haar houden.