28 februari 2017

Een popster te paard

De titel zegt alles, het omslag zegt niets. Er komt een zanger logeren op De Witte Hengst, met zijn eigen paard. Een charmante zanger uiteraard, die het hoofd van vele meisjes op hol brengt. De zanger van dé popgroep van het moment. En het meisje van zijn dromen moet eigenlijk helemaal niets van hem weten. Ze vindt hem maar een verwaand ventje. Maar als ze hem beter leert kennen wordt alles anders.

Nog vóór ik een letter in dit zesde deel van het jeugdhotel had gelezen, wist ik al dat het zo gaan zou. De band blijkt Pink and Purple te heten. Roze en Paars. Zou er ooit een band met uitsluitend mannelijke leden ook maar op het idéé gekomen zijn, zich zo te noemen? Daar had Helen Taselaar toch wel wat langer over na mogen denken. Ze heeft het niet gedaan. Over de werkelijke inhoud van het verhaal is ook niet bijster lang nagedacht, trouwens. Dat komt regelrecht van het kopieerapparaat van alles wat ze eerder schreef, voor Kluitman.

Het meisje op de omslag heet Linda Montijn. Ze gaat na de vakantie naar zes atheneum. Hoewel ze goed kan leren, is ze helemaal niet met school bezig. Wel met zingen. En met paardrijden. En uiteindelijk ook met Joey, de zanger van de meidenkleurenpopgroep.

Een recensent maakt er, zoals zo vaak bij dit soort boeken, gehakt van: Leesvoer voor niet-veeleisende meisjes, van 12-14 jr. Een verhaal van dertien in een dozijn. Even later gevolgd door: In het boek staat niet één illustratie, zoals de tekst op de achterflap suggereert. Geïllustreerd houdt hier dus in: de omslag. Dat is inderdaad waar. Maar in dit geval niet zo erg. De omslag is van Ab van Houten en spreekt totaal niet tot de verbeelding. Eén tekening van de beste man was dan ook meer dan genoeg.

Op de laatste pagina verklaart Joey, zanger van een jaar of vijfentwintig zijn liefde aan de achttienjarige Linda, die nog eindexamen moet doen. Hij houdt van haar en gaat dat ook steeds meer doen. Wat Linda gaat doen spreekt voor zich. Eerst examen en daarna trouwen, natuurlijk. Wat zou je anders willen, met een atheneumdiploma op zak, ergens rond 1990?

In die tijd was ik zelf ook achttien en had ik vriendinnen in de laatste klas van het atheneum. Die meiden wilden studeren, aan de universiteit. Ze volgden met belangstelling al hun lessen en schreven, in mijn ogen, moeilijke werkstukken. Maar met mannen hielden ze zich totaal niet bezig. En áls ze al verliefd waren, ging dat zeker niet ten koste van school. Want daarvoor zaten ze niet op het VWO.

Van dat alles lees je in dit verhaal niets. Wel wordt nog even een toespeling op deel zeven gemaakt. Het verhaal eindigt met de opmerking: Ja, en wat ze allemaal nog met Daniëlle op de Witte Hengst gingen beleven, wist Edith toen nog niet...En dat was maar goed ook!

Deel zeven zou echter nooit meer verschijnen. Wat die nieuwe medewerker van het jeugdhotel allemaal nog zou gaan uitspoken, blijft dus voor ons lezers een raadsel. Waarschijnlijk had ze een man leren kennen, van een paar jaar ouder. Een knappe, arrogante kwast met een paard,die de meisjes om zijn vinger kan winden, maar kiest voor Daniëlle. Zoiets.

24 februari 2017

Documentaire 20e eeuw : Kroniek en aanzien van onze tijd

Bijzonderheden: 3 linnen banden met 52 tijdschriften, veel achtergrond en foto's. Prijs: € 45. Verzamelbanden. 25x32,5 cm. foto’s. ill. Complete set van 52 tijdschriften verdeeld over 3 banden. Prijs: € 60. 
Hardcover linnen cover met 52 delen. Met de meest bijzondere hoogtepunten van deze eeuw in binnen- en buitenland. Prijs: € 30. 
Schitterend 3 delig naslagwerk met veel foto's. Prijs: € 27,50. Onderbieden is zinloos. 

Zo maar wat advertenties waarin dit werk te koop aangeboden wordt. Ik heb het ook. Alle 52 delen, in 3 linnen banden. Gekocht op de rommelmarkt voor € 5. Ze waren niet te tillen. Ze zijn om die reden ook bijna niet te lezen. Groot en zwaar. Je moet met zo'n complete band aan tafel gaan zitten, of in de bank met je benen horizontaal. Zodat in elk geval het boek ergens op steunen kan. Of je haalt zo'n los nummer uit de band en leest het als een tijdschrift. Maar dan moet je het er naderhand weer terug in zien te krijgen.

Wat uitgeverij Waanders op de markt brengt / bracht is vaak de moeite waard. Dat was ook mijn overweging, om deze banden destijds aan te schaffen. Of het in dit geval ook van toepassing is? Ik weet het eigenlijk niet. De ondertitel: aanzien van onze tijd, doet vermoeden dat het lijkt op de onverwoestbare Aanzien-serie. En dat is ook zo. Dat merk je, als je zo'n band doorbladert.

De twintigste eeuw was vooral ellende, als we deze kroniek moeten geloven. Oorlogen, hongersnoden, staatsgrepen. Zo af en toe een huwelijk en een troonswisseling, maar dan wel tegen de achtergrond van krakersrellen. Omdat de uitgave uit begin jaren negentig is, gaat het laatste nummer over de machtswisseling tussen Grobatsjov en Jeltsin. Dat geeft, achteraf, een onvolledig gevoel. De twintigste eeuw duurde immers nog tien jaar langer.

Er staat niets meer in over Irak en de golfoorlog. Over Bosnië, Servië en Kroatië. De watersnood en evacuatie van het rivierengebied. Geen Bijlmerramp. Het moest allemaal ook nog gebeuren. Voor een échte kroniek had Waanders daarover toch ook nog moeten berichten. Het is niet gebeurd. De afzonderlijke deeltjes laten zich lezen als tijdschriften. Er is geen index gemaakt over het geheel, iets wat een overzicht als dit toch wel had moeten hebben.

En, heel praktisch, het past niet in de kast, tenzij je het plat legt. De banden zijn te hoog voor de gemiddelde boekenplank. Bovendien hebben de tijdschriften weliswaar glanzend papier, maar trekt het krom als je het rechtop zet. Zo wil je je naslagwerk toch ook niet de geschiedenis in laten gaan. Moet het eigenlijk nog wel mijn geschiedenis in? Gisteren heb ik weer eens een deel doorgebladerd. Het ligt me eigenlijk vooral in de weg.

De Documentaire 20e eeuw is vooral iets wat je op een studiezaal moet neerleggen. In een bibliotheek of archief. Scholieren kunnen er nog wat uithalen voor een spreekbeurt misschien. Maar ja, die hebben tegenwoordig voor alles internet paraat. Die zoeken niets meer op, via papier. Zo wordt zo'n naslagwerk uiteindelijk gewoon weggegooid. Opgeruimd anno 21e eeuw: we plaatsen het te koop op Marktplaats of Boekwinkeltjes.

14 februari 2017

Burgemeesters Tweeling

Het heette oorspronkelijk De Stormers, omdat Storm hun achternaam was. Maar na een paar drukken werd het toch een minder goed gekozen titel. Zo ontstond Burgemeesters Tweeling. In twee edities geïllustreerd door Hans Borrebach en later nog door Herson, het pseudoniem van Herry Behrens.

Wat vond men van deze Van Marxveldt? In de jaren dertig werd het boek nog tegelijk besproken met een van haar andere boeken, De Kingfordschool, en daar ging toen de voorkeur al naar uit. In de jaren zestig, toen de tweeling inmiddels al talloze malen was herdrukt, was men nog iets minder aardig. Deze Cissy van Marxveldt-herdruk haalt het niet: in vergelijking met een boek als "Een zomer-zotheid" heeft dit verhaal niet die humor en boeiende intrige om de veroudering te weerstaan. Een mooie recensie voor: het boek is voorgoed uit de tijd.

In de jaren na de oorlog maakte Borrebach er zijn eerste omslag voor. In de bekende filmsterren variant, die zo heel erg goed verkocht. En die ook best nog wel bij de inhoud past, bovendien. Borrebach las de boeken die hij moest illustreren zelden, zo zei hij later, maar voor Cissy's werk maakte hij een uitzondering. Dat kon hij waarderen. We zien hier overigens alleen Juut, Jaap doet er voor het omslag blijkbaar niet toe.

Het verhaal van Juut en Jaap, de tweeling van de burgemeester. aldus de flaptekst op de eerste Witte Raven editie. Een gezellig en leuk boek van Cissy van Marxveldt, dat in de gebonden reeds vele drukken beleefde. Die melding moest de jonge lezers waarschijnlijk over de streep trekken. Iets dat vaak herdrukt is, moet vast leuk zijn. De lezers zien Jaap ook terug op het omslag. Een tweeling is ook altijd met twee.

In de Herson-uitgave begint de flaptekst met: Juut en Jaap de tweeling van de burgemeester, beleven op school de gekste dingen, maar thuis valt het vooral voor Juut, wel eens niet mee. Het is dan inmiddels al ver in de jaren zeventig. Herry Behrens maakte er zoals altijd nog een sprekende omslagtekening bij. Eentje die totaal niet paste bij de inhoud. En geen woord meer over een zoveelste herdruk.

We zijn dik dertig jaar verder. Inmiddels zijn de boeken van Cissy van Marxveldt al lang cultureel erfgoed. Ja, ik bezit Burgemeesters Tweeling ook. Wat ik er van vond, toen ik het gelezen had? Het lijkt vooral heel erg op allerlei andere verhalen van Cissy van Marxveldt. Het euvel waar meer schrijfsters aan beginnen te lijden, als ze langer bezig zijn.