23 augustus 2012

Libelle weet 't

Het was - of is misschien nog steeds wel - ook de titel van een van de vaste onderdelen van het gelijknamige tijdschrift. Waarschijnlijk destijds bewust zo gekozen. De ondertitel luidt De grote encyclopedie voor de vrouw. Het is een in groen kunstleer gebonden uitgave, uit 1969. Het omslag heeft een plaatsje gevonden in het archief van Het geheugen van Nederland, onder Spaarnestad Photo. Waar het per abuis 1970 als jaar van uitgave heeft gekregen. Het omslag is net zo grappig tijdgebonden paars als de band groen is.

Spaarnestad is ook uitgever van dit boek. Een gezaghebbende uitgeverij en drukkerij uit Haarlem, waarvan nu alleen nog maar het gelijknamige fotoarchief bestaat. Spaarnestad fuseerde tot VNU en ook dat verdween. Libelle wordt inmiddels al weer jaren uitgegeven door het Finse Sanoma.

Wat dit boek leuk maakt, is het voorwoord. En het daarop volgende Ten geleide. Dat laatste is geschreven , zoals al dit soort handboeken, door een directrice van een huishoudschool, die in dit geval officieel directrice van de Stichting Instituut voor Huishoudtechnisch Advies van de Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen.
De uitgave van een encyclopedie voor de vrouw in een tijd waarin de vrouw de traditionele beperkingen schijnt te doorbreken die een geschiedenis van eeuwen haar beschermend heeft opgelegd, roept een aantal twijfels op, zo begint het Woord vooraf. De tijd van intieme handboekjes is immers voorbij; meer dan ooit bevleugelt de interesse van de vrouw het gehele bestaan van de mens. En dat is nog niet alles, ook in omgekeerde richting heeft een verschuiving plaats: wie zal ontkennen dat de traditionele domeinen van de vrouw, het huishouden, de opvoeding, de kookkunst, ja zelfs de mode en meer óók door de man betreden worden?

Dorine Holdert zegt in haar Ten geleide in haar woorden hetzelfde. Tien jaar geleden nog heette een  soortgelijk boekwerk 'Encyclopedie voor de Huisvrouw' en daarin werden dan ook alleen die onderwerpen behandeld die van bijzonder belang voor de vrouw heette te zijn, namelijk de zorg voor huis en gezin en verzorging van eigen uiterlijk.' Dat sprak in de jaren vijftig nog voor zich, tien jaar later heet het: het hedendaagse leven is felgekleurd, soms op het schrille af. maar ook nooit vervelend en ook niet suikerzoet. Het is goed, dat de vrouw daar in ieder opzicht deel aan heeft, al is haar leven daardoor minder 'veilig' en 'beschut' dan vroeger.

En na zo'n voorwoord volgen dan toch weer de alfabetische rangorde, beginnend met Aalbes en eindigend met Zijde. Er zijn nog steeds gekleurde afbeeldingen van handdoeken, al zijn die dan niet meer in uitsluitend pasteltinten. Er zitten nog steeds schema's in voor zaken als Welk speelgoed op welke leeftijd en Bekende kaassoorten. Ja, er zijn weer dwarsdoorsnedes van koe en varken, waarbij aangegeven wordt welk soort vlees zich waar bevindt. Allemaal net zoals tien, twintig, vijftig jaar eerder. Er zijn hooguit wat moderne onderwerpen tussengevoegd. Ook hier weer een lange lijst van redacteuren. En ook dit boek zal niet goedkoop zijn geweest, om het aan te schaffen.

Hoe het leven van de vrouw er weer tien jaar later voor stond? Dat is een tijd, die ik mezelf  al ga herinneren. Of dit soort boeken toen nog werden uitgegeven? Dat weet ik niet meer. Ik bezit ze in elk geval niet. Eind jaren zeventig werkten al steeds meer vrouwen buitenshuis en werd het huishouden iets voor erbij, wat zo min mogelijk werk moest kosten. En voor algemene ontwikkeling werden al steeds vaker cursussen gehouden. Toch eens kijken, of die boeken er tien jaar later nog wel bestonden. Misschien waren ze inderdaad wel van het toneel verdwenen. Samen met dat andere favoriete verzamelgebied van mij. De meisjesboeken. 

15 augustus 2012

Peggy’s paardenpension springt bij

Judy McLaine is op weg naar Peggy’s paardenpension, met de auto en een trailer met daarin het kreupele paard Amrah. Ze moet zorgen dat ze op tijd is, want oom John mag er niet achter komen dat ze er vandoor is met het paard, dat hij naar het slacht had willen brengen.Een spannend begin van dit derde deel van de serie. Pas na een paar hoofdstukken blijkt, dat Amrah veilig is. Judy kan haar kopen, met geleend geld van meneer Thornwood. Ze woont met haar moeder bij oom John op zijn schutterij, waar ze uitgebuit en gekleineerd worden. Oom John, een broer van Judy’s overleden vader, is een echte tiran. Het maakt het verhaal nog een paar hoofdstukken langer boeiend: zullen ze het redden, moeder, dochter en paard?

Moeder McLaine krijgt een baan op Thornwood Grange, waar ze hulp in de huishouding wordt. En als oom John hen woedend de deur wijst, krijgen ze onderdak bij Peggy en haar man, Dion. Judy hernieuwt daar haar kennismaking met Roy Grant, die als hulp op de stoeterij gewerkt heeft. Ze vieren er de verjaardag van Dion mee. Dion krijgt voor zijn verjaardag een CD speler plus een pakket CD’s. Waarmee het tijdsbeeld is gezet. Weg met de platenspeler, welkom aan de compact disc. Het is begin jaren negentig.
Tussen Roy en Judy moeten eerst nog een aantal misverstanden uit de weg worden geruimd, voordat ze elkaar in de armen kunnen vallen. Er is een mannelijke rivaal en er is een vrouwelijke rivaal. En natuurlijk is Judy ook weer een kleine kattenkop, te trots om toe te geven, dat ze verliefd is geworden op Roy. Maar uiteindelijk komt alles goed. Tot volle tevredenheid van mevrouw McLaine, die maar wat graag de moederrol ook voor Roy op zich neemt. Want en passant wordt nog even vermeld, dat de moeder van Roy overleden is. 

Roy heeft dus geen moeder meer. Net zo min als alle vijf de schoonzonen van de familie de Wild. Dave, Tim, Edwin, Ad en Robin moeten het allemaal zonder moeder stellen. Gelukkig hebben ze wel een lieve schoonmoeder. De ouders van John leven niet meer. John, is in dit geval dus niet de oom van Judy, maar de vriend van Paula. En Roy, dat is in dit geval ook weer niet de vriend van Miranda, al heeft hij wel dezelfde naam.
Peggy’s zus Marcia komt er ook nog even in voor. Het voorheen verwaande model heeft inmiddels van haar carrière afscheid genomen, schrijft nu enkel nog wat modereportages. Maar is nu vooral moeder en huisvrouw, voor man Jon (zonder h) en haar kinderen Sharon en Per. Die weer  de namen dragen van de drummer van the Heartbreakers en de broer van Paula.
Schrijvers gebruiken vaker bekende namen in nieuwe verhalen. En Helen Taselaar had er natuurlijk al flink wat geschreven, aan het begin van de jaren negentig. Na een onverwacht spannend begin wordt ook Peggy’s paardenpension er een uit de bekende categorie. Krijgen ze elkaar? Ja, ze krijgen elkaar. En de droomprins komt wederom terecht in een echte familie, waarbij schoonzussen en zwagers als vrienden met elkaar omgaan. Net als al eerder in de series over De Wildhof en Picadero gebeurde.  

06 augustus 2012

Hermelijn

Veertien, is Marian Manders, aan het begin van dit boek. Ze is met haar ouders, zus Truus en broertje Bennie teruggekomen uit Indië. Voorgoed, want vader is ziekelijk en kon in Indië niet langer blijven. Marian moet in Nederland naar school en presteert het om op de eerste dag al bijna te laat te komen. Onderweg krijgt ze een lift van een jonge man, die haar Hermelijn noemt, vanwege haar witblonde haar. Hoe ze werkelijk heet en wat zijn naam is, komen ze van elkaar niet te weten. Ze verliezen haar een poosje uit het oog.

In de klas kan Marian maar moeilijk wennen. De meisjes in haar klas zijn echte nuffen, Julia, die van adel is en naar de prinses (Juliana) is genoemd, voorop. De enige die al vanaf het begin van haar komst aardig is en blijft, is Theo van de Bosse, de zoon van de dominee uit een paar dorpen verderop. Een vak als Engels heeft Marian nog nooit gehad, maar in Nederlands blinkt ze uit. Ze schrijft de prachtigste opstellen.

Waar Marian heimwee krijgt en bijna mensenschuw wordt, daar aardt Truus prima in haar vaderland. Ze sluit vriendschap met Greet Geurtsen en verlooft zich even verderop in het verhaal met Greet's broer Leo. Dan is ook de man die haar ooit Hermelijn noemde, weer op haar pad verschenen, als haar nieuwe leraar Nederlands. De enige die haar, buiten Theo om, een beetje begrijpt. Hij is ook de verloofde van Greet Geurtsen.

Zes jaar, bestrijkt dit boek. In die zes jaar wordt broertje Bennie ziek en sterft. Breekt de crisis uit en moeten ze mensen in pension nemen. Marian heeft vriendschap gesloten met Julia en de stugge Hanna uit haar klas. Besluit Toos op het laatste nippertje, de trouwjurk is al in de maak, toch niet met Leo te trouwen, omdat ze niet genoeg van hem houdt. Ze vertrekt naar Shanghai, als au pair. Besluit Marian haar school niet af te maken en te gaan werken. Wordt vader ziek. Verdiept zich met de jaren de relatie tussen haar en de man die haar Hermelijn noemde, Henri Wilmink. En verdiept zich ook de relatie tussen Leo en Hanna. Vraagt Theo haar ten huwelijk, maar ze wijst hem af. Haar gedachten gelden nog steeds Henri Wilmink.

Henri is een leraar Nederlands, die ook schrijver en dichter wil zijn. Hij zegt zijn baan op en besluit twee jaar om de wereld te gaan zwerven. Als hij terugkeert vraagt hij Hermelijn ten huwelijk. Ze is dan twintig en aarzelt, of ze een man met zo weinig toekomst, wel moet accepteren. Maar dan blijkt er toekomst. Want Henri heeft een baan in Indië aanvaard. En van Marian heeft hij al die tijd al gehouden, vanaf het eerste moment dat hij haar zag.

Waarom dit verhaal zes jaar heeft moeten duren, waarom er zo veel moet gebeuren, voor er getrouwd kan worden, is eigenlijk onduidelijk. Het voegt aan het verhaal niets toe, al die ballast. Een onlogisch gegeven ook, dat je als man-met-een-baan verliefd kunt worden op een meisje van veertien, je met een ander verloofd, en pas als je verloofde de relatie beëindigd, het meisje van je dromen ten huwelijk vraagt.

Schrijfster Mia Bruyn-Ouwehand moet ongetwijfeld zelf ook in Indië gewoond hebben. En het er, net als Marian, een stuk beter naar haar zin hebben gehad, dan in het koude Nederland. De heimwee spat gewoon van de pagina's af. En, weliswaar van voetnoten voorzien, het wemelt er van de Indische woorden. Het zou niet bij dit ene deel blijven. Bovendien vond de uitgever het mooi genoeg om jaren later nog te herdrukken in de Witte Raven reeks. Ik vond het vooral onwaarschijnlijk, onrealistisch en te zwaar aangezet. 

De foto omslag van Hans Borrebach toont een jongen in een modern leren jack. Zoals jongemannen er in de beginjaren zestig uit konden zien. Een onwerkelijk omslag. Want het verhaal is echter zeker dertig jaar ouder.