21 oktober 2012

Floortje

Floortje Vermeer is negentien en sinds kort in het bezit van haar HBS diploma. Een vijf jaar durende middelbare school opleiding, waar ze dus twee jaar langer over heeft gedaan. Waarom dat is, wordt in het verhaal niet duidelijk. Wel, dat Floortje hiermee op de drempel van de volwassenheid staat. Het speelt zich wederom af in het begin van de jaren zestig en in die tijd ging je na het behalen van je middelbare school diploma nog gewoon aan het werk, om een vak te leren.

Wat ze precies wil worden, weet Floortje niet. In ieder geval iets, wat haar voldoening geeft. Niet alleen maar werken voor het geld en anders niets. Het liefst werd ze verpleegster, en dat gebeurt ook. Ze heeft dan, tijdens een vakantie bij haar tante Trix en oom Diederik in Den Haag, Hans Ferwerda al leren kennen. Een medisch student van drieëntwintig, zoon van vrienden van haar oom en tante. Hans is lang haar grote liefde, maar ook een student die het leven niet zo ernstig neemt en met andere meisjes flirt. Dat maakt, dat Floortje uiteindelijk hun relatie beëindigt.

Wanneer stap je eigenlijk die drempel over. Wat is een huwelijk waard. Wat, als er in een huwelijk geen kinderen komen. Hoe geef je je leven zin. Deze grote levensvragen houden Floortje bezig. Opmerkelijk, voor een meisje van negentien. Het verhaal draagt haar naam, maar gaat tegelijkertijd ook heel veel over de mensen om haar heen.

Het niet zo gelukkige huwelijk van Els, haar zus, en Karel. Een huwelijk dat gered wordt door de komst van een baby, Herman. Een zoon die naar zijn opa heet, gelukkig waren Karel en Els niet zo modern om zo maar een naam te kiezen, maar wilden ze wel degelijk nog vernoemen. Waarmee de schrijfster meteen een oordeel heeft over de samenleving van toen.

Mevrouw Kapitein had over meer dingen een mening. Een huwelijk zonder kinderen wordt oppervlakkig en leeg, zeker dat van een vrouw. Tante Trix mag dan heel veel om haar nichtjes Els en Floortje geven, haar geluk wordt pas compleet als ze een pleegkind te verzorgen krijgt. Dan maalt ze  niet meer om modieuze toiletjes, maar heeft ze het verlangen, dat diep in haar hart verborgen lag en waar niemand van wist, pas beantwoord.

Een student is pas wat waard, als hij niet op het geld van vader teert, maar werkt voor zijn studie. Daarom laat ze de vader van Hans overlijden, zodat de familie niet meer zo luxe leven kan en Hans de kost zelf bij elkaar moet verdienen. Dan doet hij wel wat langer over zijn studie, maar heeft hij wel ingezien dat het leven iets minder oppervlakkig in elkaar zit, dan hij aanvankelijk dacht. Pas dan kan hij weer aan een relatie met Floortje beginnen.

Want ware liefde is de boodschap om met elkaar verder te gaan. Niet met iemand, die je zo maar aardig vindt, zoals Floortje en Henk Wassink. En als je niet trouwt, moet je zorgen dat je in je werk je ziel en zaligheid kwijt kunt. Zoals Floortje's oudere collega Ria, die door bemiddeling van haar oom, directrice van een verzorgingshuis wordt.

Er zitten talloze boodschappen, levenslessen in dit boek. Daarom werd het ook uitgegeven door Callenbach. Deze protestants-christelijke uitgeverij zag dergelijke vragen graag beantwoord. Liefst met hulp van God en ook die wordt genoemd. Hans Borrebach maakte er een frivole, niet bij het verhaal passende omslag bij. Van een meisje met blond krullend haar, bruine ogen, mascara, rode lippen en gemanicuurde handen. Zoals hij dat altijd deed. Alleen met zo'n omslag leek een boek werkelijk te verkopen. Al was de inhoud dan totaal iets anders dan het omslag suggereerde.

Het leven is geen oppervlakkig beetje zwemmen in zee en zonnebaden aan het strand. Het leven is ernst. Daarvan ben je al overtuigd, zodra je van de middelbare school komt. Nu alleen nog even zien, hoe je dat het beste kunt gaan invullen.

16 oktober 2012

Annewieke

Opnieuw een vlot, gezellig verhaal van de schrijfster, die door haar zo veel gelezen Goud-Elsje serie bij tienduizenden meisjes bekendheid kreeg, zo begint de uitgever de wervende tekst op de flap van het omslag. Op de haar prettige, zonnige wijze geeft Mevr. De Lange-Praamsma hier de geschiedenis van Annewieke, die met het hele gezin en een nichtje uit Amsterdam haar vacantie gaat doorbrengen op een Veluwse boerderij.

Annewieke lijkt inderdaad heel erg op dat andere succesverhaal van de schrijfster. De door Rie Reinderhoff gemaakte tekening tegenover de titelpagina is bijna identiek aan de tekening tegenover de titelpagina van Goud-Elsje draagt een dubbele naam. Ook de beschrijving die Max de Lange-Praamsma haar hoofdpersoon meegeeft, doet aan Goud-Elsje denken. Annewieke heeft ook lichtblond haar, dat van nature een beetje golft, al heeft ze het dan niet in twee vlechten, maar kort. En ze heeft, net als Els, aardige, blauwe ogen. Haar moeder wordt omschreven met juffrouw Verweel, zoals Els' moeder met juffrouw Berkhout wordt aangeduid. Merkwaardige aanduiding voor een getrouwde vrouw, in die tijd.

Moeder Verweel is een wijze vrouw, die haar soms wat al te kortzichtige dochter op een milde  manier opvoedt, door haar er op te wijzen, dat haar manier van handelen niet goed is geweest. Door haar haar fouten te laten inzien. Precies zoals moeder Berkhout dat doet. Broer Frank zit op het gymnasium, net als Els' broer Joop. Meneer Verweel is een blonde reus, op wie Annewieke sprekend lijkt. Max de Lange had een voorkeur voor dergelijke mannen, want Els' haar Taco was ook blond en fors.

Tante Lucie, de moeder van Agaath, is niet sterk en moet veel rusten, zoals Lotty, de vriendin van Els. De vakantie naar het Berner Oberland gaat nu niet door. Ankie en Uco, die Els leert kennen in het tweede deel van de serie, zijn ook op weg naar een vakantie in het Berner Oberland.

De moeder van Annewieke heeft een hulp in de huishouding. Dat had de moeder van Els niet. Die deed nog alles zelf. In het gezin Berkhout heerste geen weelde, wat hier in het gezin Verweel toch al wel iets meer duidelijk is. Verweel is ook de naam van een van de pensiongasten in het pension waar Elsbeth werkt.

Dit verhaal is jonger dan de Goud-Elsje serie. En het bleef ook bij een deel. Het werd geen reeks van tien. Of Max de Lange-Praamsma het op verzoek van haar uitgever geschreven heeft, omdat de Goud-Elsje reeks zo'n succes was? De uitgever verzuimt in elk geval niet, de serie nog eens te noemen op de achterflap van het omslag.

Een serie, die door haar prettige, warme en vooral ongekunstelde sfeer zo vele meisjesharten veroverde, zo noemen ze het. Er zit een climax in deze boeken, die in het laatste deel z'n hoogtepunt bereikt. Met het laatste deel werd in dit geval Riet Berkhout bedoeld. Daarna zouden er nog drie delen verschijnen. Waarmee de serie dus over het hoogtepunt heen zou moeten zijn. Dat van die climax begrijp ik ook niet zo. Ik ken de serie uit mijn hoofd, maar zo heb ik het nooit begrepen.



07 oktober 2012

Zelf kleurenfoto's maken



Het is een reeks in een reeks, eigenlijk, dit boek. En daarbinnen dan weer het eerste deel. Hoe je zoiets bibliotheektechnisch ooit in een catalogus op zou moeten nemen, weet ik niet. Een kaartcatalogus wel te verstaan, want ik schat dit boek uit het begin van de jaren zestig.
Betere kleurenfoto's maken is als eerste deel in de serie Kleurenfotografie voor iedereen verschenen. Het tweede deel, Het zelf afwerken van uw kleurenopnamen, bezit ik ook. Daarover een andere keer meer. Dit boek verscheen in de Hobby serie, van Uitgeverij Veen. Moderne dansen, van de dansleraar Victor Silvester, werd ook in die serie uitgegeven. Bezit ik eveneens, daarover eveneens een latere keer meer...

De fotoboeken van Borrebach zouden in deze serie nog een aantal keren worden herdrukt, omdat hij als estheet, vond, dat ze snel verouderd raakten. Dit exemplaar moet een van zijn eerste boeken in de serie zijn geweest. Een geblondeerde dame siert het omslag, de naam van de auteur is in de bekende vormgegeven letters weergegeven. Onder aan, in een rode band, staan de verschillende onderwerpen beschreven, die overigens niet gelijk zijn aan de hoofdstuktitels.Dit alles moest de koper over de streep trekken, het boek aan te schaffen, ook zonder dat hij het boek door hoefde te lezen. Een man, ja. Want fotograferen en afdrukken was mannenwerk. 

Het is een technisch verhaal, geïllustreerd met een aantal kleurenfoto's op glanspapier, waarop zo af en toe een donkere dame in miniem kostuum te zien is. De tweede mevrouw Borrebach, al wist de lezer dat niet. Hans Borrebach gebruikte zijn goed-uitziende echtgenote heel regelmatig voor zijn fotowerk. En voorzag zijn afdrukken vervolgens van passende bijschriften. Wanneer we iets bijzonders voor de lens krijgen,maken we het liefst meerdere schoten in verschillende poses. Dat soort taal.

Halverwege zijn boek maakt hij alvast even reclame voor het tweede deel in deze serie, door heel summier iets te vertellen over het ontwikkelen van foto's. En er vervolgens bij te vertellen, dat, wanneer de lezer daar meer over zou willen weten, hij het beste ook Het zelf afwerken van uw kleurenopnames kan aanschaffen. 

Mijn vader was ook al vroeg in het bezit van een fototoestel, al heeft hij zijn films nooit zelf ontwikkeld. Maar de kleurenafdrukken kwamen pas, toen ik al was geboren. Omdat het anno 1974 pas betaalbaar en gangbaar werd, je foto's in kleur te (laten) afdrukken. Dit boek is zeker tien jaar ouder. Borrebach laat de lezen in de waan, dat het allemaal heel vanzelfsprekend was, toen. Dat was het absoluut niet. Zelfs de trouwreportage van mijn ouders - 1971- bevat maar vijf kleurenfoto's. En die was dan nog wel gemaakt door een professionele fotograaf, niet door de amateur, die Borrebach wil aanspreken. 

Betere kleurenfoto's maken telt vijftien hoofdstukken, een slotbeschouwing en een index. De slotbeschouwing is, als altijd weer een mooie overweging die je een kijkje geeft in de belevingswereld van de schrijver. En in dit geval is hij hoopvol voor de toekomst, aangezien hij eindigt met: Dit wordt dus géén afscheid. Ik wens u goed licht en een briljant kleurresultaat.

Een soortgelijk boek over kleurenfotografie zou hij even later bij Veen opnieuw uitgeven. Kleurenfotografie I. Ook dat boek bezit ik. Het mag een herdruk lijken, dat is het beslist niet. Even verderop in de jaren zestig schreef hij vol enthousiasme gewoon een totaal nieuw boek over de wondere wereld der kleuren.