30 mei 2018

Wies maal vier


In 1969 verscheen het eerste deel van vier verhalen over Wies Brinkman. De serie zou in de jaren tachtig worden overgenomen door uitgeverij Bruna, die de reeks in pocketvorm uitgaf. Dat was ook mjjn eerste kennismaking met Wies. De oudere delen zou ik pas veel later bij elkaar sparen.

Wies Brinkman, heet het eerste deel eenvoudig. Het zou vijftien jaar later opnieuw worden uitgegeven onder de titel Wies is de eerste. Ze heeft een vader die professor is en een moeder die gedichten schrijft. Haar vader is een soort geleerde en haar moeder een beroemde dichteres. Haar broers en zussen zitten 'uiteraard' op het gymnasium. Zelf komt ze maar net in aanmerking voor het lyceum, in een latere druk vervangen voor havo.

Wat is er mis met de havo? Dat vroeg ik me af in de jaren tachtig, toen ik het voor het eerst las en anno nu vraag ik het me nog steeds af. Het antwoord wordt niet gegeven in deel 1. Deel 2 gaat vrolijk verder over haar geleerde vader. Die is professor geworden. De familie Brinkman verhuist naar een groot huis, waar Wies een zolderkamer krijgt. Ze is er in het begin eenzaam, maar dan maakt ze kennis met de buurkinderen Tim en Tom. Het wordt vriendschap en er wordt zelfs iets van verliefdheid gesuggereerd. Het wordt vakantie en Wies maakt een dubbele afspraak. Ze gaat mee met Tim en Tom en in dezelfde periode wil ze ook met haar nichtje op stap. Hoe dat goed moet komen, dat mag Wies zelf uitzoeken.

In het derde deel komen er, aldus de flaptekst van de pocket, 'abnormaal  veel problemen' voorbij. Haar geleerde, maar verstrooide vader kan ze uiteraard niet zelf oplossen. Haar al net zo verstrooide, maar creatieve moeder al net zo min. Wies moet het dus in haar eentje zien te klaren. En uiteraard lukt haar dat. Er komt wel een beetje geluk bij kijken, zo wordt er eerlijk toegegeven, maar dit is boekenland en daar lukt nou eenmaal altijd alles. Op precies het moment dat je het nodig hebt. Anneke Bloemen doet er ditmaal zogenaamd nonchalant over, maar in feite verschillen de belevenissen van Wies niet zo heel veel van die van Loesje. Ook daar waren de problemen eigenlij al abnormaal groot, al werd dat in het begin van de jaren zestig nog niet zo genoemd.

Als het vierde deel van Wies verschijnt is het 1971 geworden. Twee jaar na het verschijnen van het eerste deel lezen we hier in het laatste deel hoe Wies met een vriendin in Engeland gaat werken. Op een kostschool natuurlijk. Die combinatie van land en locatie doet het immers altijd goed in meisjesboekenland. Daar had de schrijfster haar eigen fantasie niet voor nodig. Meisjes gaan in boeken nou eenmaal geregeld op kostschool, naar een internaat of iets wat daar op lijkt. Andere meisjes, die gewoon thuis wonen, lezen daar graag over.

Herry Behrens maakte er in de eerste drukken herkenbare illustraties bij, die duidelijk een meisje uit het eind van de jaren zestig voorstellen. Will Berg deed er in de herdrukken van Bruna hetzelfde mee, maar dan in de jaren tachtig. De serie over Wies zou niet de laatste serie boeken over een meisje zijn. Wel raakte het verschijnsel 'meisjesboek' uit de tijd. Anneke Bloemen besloot daarom, om zich meer op kinderen te richten. Want op Wies zou in de jaren zeventig Juultje volgen. En die is heel wat jonger dan Wies, Merel, Loesje, Polly, Annemieke en al hun vriendinnen.

22 mei 2018

De verborgen fontein

Kleine Daantje is intussen een volwassen Daan geworden. Hij is een paar keer ter sprake gekomen als 'oudste' van Bob en Hanna, maar in dit tiende deel uit de serie krijgt hij ook echt de hoofdrol.

Van de ooit zo mondaine Bob en de losbol Hanna is weinig meer over. Hij is een bezadigd advocaat, zij een huismoeder met een hulp. Na pleegzoon Daan werden achtereenvolgens dochter Anneke en zonen Job en Henk geboren en ten slotte nog een tweede meisje, een nakomertje. Marie-José. Ze is de lieveling van iedereen en ook Daan vindt haar onweerstaanbaar.

Het gezin Van Hemert- van Eek is dus druk, met vijf kinderen, waarvan alleen Daan al echt volwassen is. Hij wil met alle geweld naar Zuid-Afrika. Een meisje achterna dat hij alleen maar van een gevonden fotootje kent, waar haar naam op geschreven staat. Ze heet Klaartje en, zo staat er verder, ze gaat naar Zuid-Afrika.  Meer weet hij niet van haar. Toch is het voldoende voor een nuchtere, Hollandse jongen uit een prima gezin, om op de boot te stappen en haar achterna te reizen.

Klaartje, dat is Klaartje van 't Hoff. De schrijfster laat ons lezers ook met haar kennismaken. Klaartje is de dochter van een kunstschilder. Een dromer, die niet aan de zekerheid van een inkomen denkt. Dat moet zij dus doen, aangezien moeder is overleden. Klaartje pakt alles aan. En wanneer ze, eenmaal in Zuid-Afrika, als gasten in een sjofel hotel belanden, wordt ze van pensiongast werknemer. En haar vader ook. Hij als kok, zij als, ja, iets wat je nu manager zou noemen. De eigenaresse is er ook nog gewoon, maar die maakt er een rommeltje van. Dat kan ze dus beter aan een ander overlaten.

Zuid-Afrika is een groot land, met talloze hotels en pensions en bovendien heeft Daan de Jager nog steeds niet meer dan haar voornaam achterop een fotootje. Toch weet hij een kamer in het hotel van Klaartje en haar vader te boeken, waar de liefde uiteraard wederzijds wordt.

De liefde overwint alles, zelfs kilometers ver. Wie voor elkaar bestemd is vindt elkaar ook. Liefde voor het leven kan zich baseren op slechts één fotootje. Van zo maar een pensiongast kun je je opwerken tot leidinggevende in een hotel, als je maar van aanpakken weet. En als kunstschilder leg je je penselen opzij om kok te worden, zodra dat geld oplevert. Want inspiratie is mooi, maar als het niets op blijkt te leveren, moet het maar voorgoed te kast in. Werken zul je.

Sanne van Havelte heeft zelf wél altijd van haar pen kunnen leven. Royaal zelfs. Ze kon er mee in Zuid Afrika terecht komen, wat haar de inspiratie opleverde voor dit verhaal. Het wordt er allemaal niet geloofwaardiger op. Waren de problemen van Tim, Miek, Frans en Hanna nog wel te overzien, hier lukt dat niet meer. Woede aanvallen, een kunstvoet, een te frivool leven, dat is allemaal nog wel op te lossen met de liefde. Maar dit gegeven van Daan en Klaartje, had Sanne toch anders op moeten lossen.

Het toeval speelt een grote rol bij het verloop van de romance, aldus de omschrijving van de bibliotheek in de online catalogus. Dat klopt helemaal. Een te grote rol, is het zelfs.

11 mei 2018

Hippe omslagen die de plank misslaan

Romans met een foto omslag. Je moet er van houden. Of het goedkoper is dan een illustrator te vragen, weet ik niet. Misschien is het ook wel een poosje mode geweest. Want ik kom ze meer tegen, bij boeken uit de jaren zeventig.

Van Holkema en Warendorf besloot in 1977 de dertien delen van Sanne van Havelte op die manier uit te geven. Van Hun geheim, dat een eerste druk had in 1934, tot en met Jils roeping, dat voor het eerst verscheen in 1966. Die foto editie zag ik voor het eerst op de boekenmarkt van Deventer, waar een handelaar de hele reeks aanbood, voor € 1 per deel.

Later zou ik ze vaker tegen gaan komen. En elke keer weer, als ik ze nu zie, vraag ik me af: waarom? Sanne van Havelte was een veelgelezen schrijfster. Hoe heeft een uitgever de plank toch zo kunnen misslaan? Een foto als omslag is zo veel meer tijdgebonden dan een illustratie. Het doet al na een paar jaar ouderwets aan. Tekeningen kunnen langer mee. Maar voor wie de inhoud kent: het klopt ook zo heel erg niet.

Deze bijvoorbeeld. Je kunt wel een meisje tegen een oude auto aan laten leunen, maar daarmee is het nog niet meteen Hanna uit Hanna's vlucht, die ergens in de jaren dertig met Bob in nader contact komt en uiteindelijk voor hem kiest. Dit is heel duidelijk een meisje uit 1977, die tegen een Hispano Suiza aangeleund staat. Want dat staat duidelijk op de grille van de auto. Het is dus in elk geval niet zo'n Citroën als die van Bob. Was het nou zó moeilijk om een auto van dat merk te kunnen vinden voor de foto? En waar is Bob zelf, waar is Daantje? Van wie is die hond? Hanna heeft helemaal niet iets speciaals met honden. 

Of deze versie van Het ene talent. Wat heeft het zusje van Tina Turner uit de tijd dat ze nog bij Ike was te maken met Lies Wessels, die niets zo goed kan als een huislijke sfeer om zichzelf heen scheppen, waarmee ze niet alleen haar broer behoed voor verval, maar ook nog de man van het leven weet te vinden? Deze oosterse meid tussen de tropische bladeren slaat de plank volledig mis. Lies gaat de grens niet eens over. Het verhaal speelt zich grotendeels af in de polder, ver van de bewoonde wereld, waar je alleen met een auto je goed kunt verplaatsen. Dit lijkt er totáál niet op. 
Nog eentje dan. De omslag van De rozen van Hofwijck. Het verhaal van Doede, die zijn concentratiekamp verleden probeert te verwerken en daarbij steun krijgt van Annemarie. Wat heeft dat nog te maken met deze sensuele foto, waarin deze dame zich laat verleiden door een nauwelijks zichtbare man? Er is helemaal geen sprake van twee individuen die vrede met zichzelf moeten hebben, voordat ze een relatie met elkaar aan kunnen gaan.

De verhalen van Sanne van Havelte zouden ook in de jaren tachtig nog worden herdrukt. De Zuid-Hollandsche Uitgeversmaatschappij gaf ze uit in omnibussen en dubbelromans. Opnieuw met tekeningen. Moderne tekeningen, die ook weer niet stroken met de inhoud. Maar minder storend dan deze foto omslagen uit de jaren zeventig. Zo gebeurde het niet alleen bij deze boeken. De uitgevers gingen weer inzien dat omslagen toch beter gewoon getekend konden worden. Gelukkig maar.