27 april 2016

Doro ontdekt zichzelf


Google books vat het als volgt samen:Episode uit het leven van een egocentrisch jong meisje, dat totaal uit haar evenwicht raakt, als ze bij haar vriendin, die een stiefmoeder krijgt, niet langer op de eerste plaats staat. Ze wordt dermate humeurig en ongezeglijk, dat haar moeder, die haar vergeefs wat zelfkennis wil bijbrengen, haar voor een tijdje van huis stuurt.

Borrebach maakte er een omslag bij die totaal niet overeenkomt met de inhoud van het boek. Hij suggereert, dat Doro iets letterlijk ontdekt. Wat niet zo is. Maar ook de samenvatting die Google er van geeft, klopt niet met de werkelijkheid.  Ik weet niet, waar die samenvatting vandaan komt. Een aanbeveling is het zeker niet. Door het zó op te schrijven leg je het boek als meisje ongelezen opzij.

Alsof het gaat om een onmogelijk kind, waar geen land mee te bezeilen is. Zó erg heeft Annie Oostenbroek-Dutschun het nu ook weer niet neergezet. Ja, vriendin Anneke krijgt een stiefmoeder. Maar daarvoor heeft ze het heel lang zonder moeder moeten doen, waardoor ze kind aan huis werd bij Doro en haar familie.

Doro zit erg met zichzelf in de knoop en besluit uiteindelijk inderdaad bij een tante te gaan logeren. Dat is niet, omdat ze van haar moeder uit huis moet. Dat is, omdat tante heeft haar been gebroken en hulp nodig heeft. Bovendien zoekt oom een assistente in de winkel. Doro komt zelf tot de conclusie, dat het beter is dat ze bij haar oom en tante gaat wonen. Ze wil eerst voor haar tante gaan zorgen en daarna oom gaan helpen. 

Doro sluit vriendschap met Mies, een andere klasgenoot, die eveneens naar de stad van oom en tante trekt, om er coupeuse te worden. De vriendschap met Anneke raakt bewust uit beeld. Doro komt tot het besef, dat zij haar nu niet meer nodig heeft. Ze heeft nu immers weer een moeder. En Anneke, op haar beurt, realiseert zich, dat ze Doro wel erg heeft geïdealiseerd. Als het aan haar lag, was de vriendschap nog niet ten einde. Maar ze voelt wel aan, dat er dingen gaan veranderen. Best zielig voor Anneke, eigenlijk. Want behalve een moeder is het toch ook goed, vriendschappen te hebben. Of Anneke nog andere vriendinnen heeft of krijgt, wordt niet duidelijk.

Doro ontdekt zichzelf maar ten dele. Ze weet nu wat ze worden wil en ze weet ook, dat het beter is als ze daarvoor uit huis gaat. Maar tegelijkertijd ziet ze in, dat ze fout is geweest. En laat haar moeder haar duidelijk weten dat, als ze heimwee krijgt, Doro altijd terug naar huis kan komen. Zo egoïstisch is ze dan toch ook weer niet. Doro heeft best een goed hart, ze drukt zich alleen niet altijd even gelukkig uit. 

19 april 2016

De Uruguees

Een jongensboek, dit keer. Ik spaar ze eigenlijk niet. En liet ze eigenlijk ook altijd liggen. Maar ja, we hebben het hier wel over een vroege Borrebach. Een kadootje van een meisje aan een jongen, althans, dat is wat ik uit het kriebelschrift in kroontjespen kan halen, op de eerste pagina. Gekregen in 1930. Zesentachtig jaar geleden. Laat de ontvanger toen een jaar of veertien zijn geweest. Dus geboren in 1916. Honderd jaar geleden.

De Uruguees lag zo maar voor een euro bij de kringloop. Met een heleboel illustraties tussen de tekst. Een mooie omslagtekening op het linnen en aan de binnenkant zat ook nog een gekleurde illustratie geplakt. Ik heb het dus gekocht. En meteen gelezen. Het geheugen van Nederland geeft een mooie omschrijving van het verhaalWouter Duynstee, bijgenaamd 'De Uruguees' (veel voetbalhelden kwamen uit Uruguay) ziet af van de Olympische Spelen in 1928 omwille van zijn studie.

Er is een volledige versie te lezen via de website van de digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren. In ouderwetsche spelling, dus met extra klinkers op plaatschen waar ze nu al lang niet meer hooren. Maar het verhaal is nog veel meer dan een voetbalboek. Het weerspiegelt de jaren twintig. Er is nog standsverschil. Mag Wouter wel zo maar lid worden van die voetbalclub, als HBS-er met een eenvoudig vader? Het wordt nog een heuse discussie op de bestuursvergadering.

Wouter krijgt via zijn directeur dus een baan aangeboden, maar hij heeft ook de kans om als voetballer te schitteren in het Nationale elftal. Om de baan als sportleraar te kunnen aanvaarden, zal hij zijn diploma zo snel mogelijk moeten halen. Maar dan kan hij niet trainen voor de Olympische Spelen. Hij vraagt zijn leraar om advies. Die zegt, dat hij zeker voor de studie moet gaan. Immers, als gymleraar kan hij elk mens van dienst zijn, als lid van het Nationaal elftal doet hij het hooguit voor het team. En wat is nou beter?

Dat eerste natuurlijk. En Wouter krijgt de baan, nadat hij is afgestudeerd. Ook al omdat hij katholiek is. Hij doet zijn werk niet alleen voor zichzelf. Hij doet het voor alle menschen. In dienst van O.L.H. Onze Lieve Heer. Want de schrijver was katholiek en daarmee het boek ook. Kees Spierings droeg zijn boek op aan zijn kameraden uit zijn sport tijd.

Zelf was hij meer dan vijfentwintig jaar onderwijzer in Den Bosch, aldus de Bossche encyclopedie. Hij bewerkte toneelstukken en regisseerde ze ook. En schreef, behalve dit boek, nog meer verhalen voor jongens. Wie weet kom ik er nog wel eens een tegen, zo bij de kringloop. Dan schaf ik het aan. Voor de verzameling zijn ze prachtig, bij nader inzien.

14 april 2016

De Mieke serie van Netty Koen-Conrad

Ze doen het bijzonder goed bij een grauwe, grijze avond of dag, in combinatie met een fleecedeken, pantoffels en een kat op schoot. De boeken van Netty Koen-Conrad. Het heerlijke jaren vijftig of zestig leven. Het was de tijd van zuinig aan en sparen, maar er was niets meer op de bon. Het huishouden, bij voorkeur gecombineerd met de zorg voor een paar eigen kinderen, was nog steeds het hoogste ideaal voor een vrouw.

Een echtgenoot, vader of broer, hij mocht dan druk zijn met zijn werk of studie, dat gaf allemaal niets, zo lang jij er maar voor hen was, als rots in zijn branding. Huishouden doen, zelfs met een hulp, was wel degelijk een beroep. En de hobby's, die je als vrouw uitoefende moesten in het teken van de huisvlijt staan. Dat laat Netty in al haar boeken wel doorschemeren, maar bij haar boeken over Mieke Carels-Hogengbirk slaat ze door.

Mieke als oudste zus, als echtgenote, als moeder, ze doet werkelijk niets anders. En ze doet het met plezier. Met een grote verantwoording. Deel 3 begint met een Miek, die in slaap gevallen is op een stoel. Haar tweeling is ziek geworden die nacht en ze heeft nauwelijks geslapen. Zo vindt haar vader haar, midden op de dag. Stel je voor, dat Leo me zo had gevonden. Mooie vertoning van de ijverige huisvrouw, zo berispt ze zichzelf. Dan staat ze vlug op, om zichzelf in het fatsoen te brengen en de verloren tijd in te halen.

Als we haar toch niet hadden, is een uitspraak die ook in bijna elk hoofdstuk wel voorkomt. Vader verzucht het in deel 1, de broers en zussen in deel 2, haar man in deel 3 en haar kinderen in deel 4. Ja, wat moesten we zonder Miek? Dan was het gezin uiteen gevallen, omdat ze moeder zo goed heeft vervangen (deel 1). Dan had Leo nooit zo'n zorgzame en lieve echtgenote gehad (deel 2). Dan had broer Remco nooit met Sylvia kunnen trouwen, het was immers Miek die het contact in stand hield, toen Sylvia's vader dat verbood (deel 3). En had zus Tonia zichzelf nooit gerealiseerd dat John Faber, haar oude leraar Engels, zo'n ideale echtgenoot kon zijn. Het was immers Miek, die hem als tafelheer uitnodigde voor Tonia (alweer deel 3).

In deel 4 kan Minca Miek's taak al een beetje overnemen. Maar dan is zus Emmy er nog. En die vindt haar rust bij Miek. Komt daar ook tot het besef, dat ze als doktersassistente bij Otto moet gaan werken. Trouwt met hem. Otto, de broer van Sylvia, en de eerste liefde van Miek. Waar Sylvia een vriendin van Tonia was en net als Emmy een paar jaar eerder nog dweepten met John Faber. Tussen de meisjes op de middelbare school en de verloving met Tonia ligt slechts een jaar of vier. Dat is niet veel, op een mensenleven.

Miek doet de was, ze strijkt, maakt de kamers aan kant. Ze kookt. Smakelijke schoteltjes als lunch, variaties op bestaande gerechten als avondeten. En ze weet van een eenvoudig maal een diner te maken, als de omstandigheden dat van haar vragen. En in die uren die overschieten, zet ze zich achter de naaimachine of de breipennen. Dusters voor Emmy en Tonia, een sjaal voor broer Bas, een eigen trouwjurk. Een japonnetje voor Minca. IJstenues voor haar zusjes, haar broertje, haar kinderen, haar pleegdochter. Zou ze wel ooit een moment voor zichzelf hebben gehad?

Nou ja, helemaal aan het eind van deel vier, wordt het haar te veel en krijgt ze 'een inzinking'. Het is bepaald erfelijk te noemen. Vader Hogenbirk kreeg er een, na het overlijden van moeder. Broer Remco, na het beëindigen van zijn verkering. Zus Emmy na een verloren liefde. Broertje Karel is zelfs helemaal nooit echt in orde geweest. Maar  Mieke zal er wel weer bovenop komen. Wat moeten we immers zonder haar? Dan waren wij allen reddeloos verloren.