29 oktober 2017

Vroeger is voorbij

Alweer een boek over emigreren.
Maar dit keer vanuit een familie die al geëmigreerd is. De familie Timmermans woont al in Canada. Waar vader en broer Nico, zo lijkt het, vooruit gereisd zijn om alvast werk te vinden en een huis te zoeken. Daarin blijken ze geslaagd, nu is ook de rest van de familie overgekomen.

Moeder wordt de stereotype huisvrouw, die het niet direct nodig vindt om Engels te leren en zich uitsluitend inlaat met bekenden die ook uit Nederland komen. De kinderen hameren vooral om een nieuwe, Engelse naam. Nico wordt Nick, Eva Eve en Hanneke Joan. Zo gaat de schrijfster ze na verloop van tijd ook zelf aanduiden. 

Nico / Nick heeft een verloofde in Nederland, Marian. Ze komt hem over een jaar achterna, als ze twintig is. Pas dan mag ze van haar ouders het land uit. Niet eerder. In de tussentijd schrijven ze elkaar, maar het kost Nico steeds meer moeite haar trouw te blijven. Hij troost zich met collega Jeanet. Die relatie strandt. Marian staat er toch nog steeds tussen. Maar als ze eenmaal over is uit Nederland blijken ze niet meer bij elkaar te passen. Nico beëindigt hun relatie. Hij troost zich opnieuw met een ander. Dit keer is het Sharon, die ook Nederlands is en eigenlijk Sjaan heet. Maar dan treft hij Marian weer, die nog altijd in Canada woont en breekt hij ook met Sharon. Om met Marion te kunnen trouwen.

Eva / Eve kan zich moeilijker aanpassen. Ze heeft heimwee en slaagt ook niet echt in het vinden van geschikt werk. De overtocht van haar vriendin Marijke gaat niet door. Als vader en moeder Timmermans haar aanbieden om terug naar Nederland te gaan, om te kijken of ze daar misschien beter zou kunnen aarden, is de man in haar leven gekomen. En uiteraard hoeft ze nu niet meer zo nodig naar haar oude vaderland. 

Hanneke / Joan is de wervelvind. Ze past zich uitstekend aan op school, wordt al snel bevorderd naar een hogere klas en sluit ook verbazend snel vriendschappen. Het lijkt wel of ze nooit in Nederland heeft gewoond, zo snel is ze vertrouwd met de zo andere feestjes daar. Dat begint al als ze naar school gaat. Daar wil ze niet met haar schooltas naar toe, maar met een looseleaf binder. Een soort ordner met een rits, waar dan weer geen boeken bij in passen. Want iedereen heeft zo'n ding en de boeken stapel je er wel boven op. Handig is het niet, maar ze krijgt 'm wel, dat typisch Canadese ding.

Dat is de teneur van het hele boek. Het begint op de flaptekst al. Om te kunnen wennen aan een ander land zul je het Hollandse theemeubel achter je moeten laten. En nog veel meer uit je duffe vaderland. Je voertaal wordt Engels, ook thuis. Je haar zit voortaan Amerikaans, de kerstversiering wordt kakelbont. Als vader schaf je je een tweedehands Chevrolet aan en eten halen in één van de Chinese wijken wordt al snel normaal. Emigreren is vooral: niet meer omkijken en niet piepen. 

Gezien de spelling van de achternaam, Vanderzee in plaats van Van der Zee, zou de schrijfster zelf ook best eens wel eens geëmigreerd kunnen zijn. Ze schreef er nog een ander verhaal over, dat West-Friesland eveneens uitgaf. In dezelfde strekking. Dat heet, overduidelijk: Emigreren is voorgoed. 

23 oktober 2017

Voorspel

Schrijfster Miep Schröder-van Goch was de echtgenote van een Neerlandicus en historicus. Ze komt voor op foto's met Godfried Bomans. Haar dochter kreeg later een goede positie binnen de PvdA. Een nogal intellectueel milieu dus, en dat is aan dit boek goed te merken. De ondertitel van Voorspel luidt eenvoudig meisjesroman, maar daarvoor vind ik het te ingewikkeld. Er zijn er veel hoofdpersonen en daarbij wisselt ook het vertelperspectief nogal eens.

Het verhaal gaat over de drie dochters Jenner. Eva, die op de kweekschool zit, Marian, de gymnasiaste en Guusje, die pianiste wil worden. Vader Guustaaf runt met zijn broer een winkel in muziekinstrumenten. Ze verkopen er ook bladmuziek en hebben een reparatie afdeling. Moeder Margreet doet het huishouden. Dan is er nog de jongere oom Reinier, die pianoleraar is. En dat heeft allemaal wel eens de hoofdrol, terwijl de schrijfster ook nog als verteller optreedt. Bovendien zijn er ook enkele hoofdstukken 'uit het dagboek van'. Veel te lange beschrijvingen, die een meisje nooit zo zou formuleren. 

We lezen over Eva, die verkering krijgt met Bertus Mol. Marian die zich door haar gymnasium heen worstelt. Guusje die lichamelijk niet erg sterk is. Over mevrouw Jenner, die af en toe bij haar voornaam Margreet genoemd wordt. En over meneer Jenner, die afwisselend Vaar en Guustaaf wordt genoemd. Dat wat ze meemaken, is niet altijd logisch beredeneerd.

Waarom is Eva een modepop, die tegelijkertijd op de kweekschool zit? Ze heeft ook geen nuffige vriendinnen, maar kan Bertus toch niet bij zich houden, om die stadse mentaliteit. Waarom moet Marian zich door dat gymnasium heen worstelen? Van wie? Ze wil toch niet gaan studeren en weet van zichzelf dat ze het niet kan ook. Bovendien heeft Bertus dan al voor háár gekozen. Guusje wordt ziek, moet zelfs geopereerd worden, maar wat mankeert haar precies? Het gaat slecht met de zaak van Jenner, maar hoe slecht, dat wordt verder niet verteld.

Eva is boos op Marian dat ze Bertus heeft gekozen. Toch verlooft ze zich al heel snel met John Renkins. Guusje wordt uiteraard beter, besluit met school te stoppen en maakt dan ineens heel snel Europees carrière. Terwijl er verder helemaal niet gesproken is over optredens of talentenjachten, die ze eerder zou hebben gehad. Ze is jaloers op de vriendin van oom Reinier, maar daarvan komt ze snel terug.

En dan komt er nog een inwonende oma in het verhaal voor. Plus een oom, een tante, twee neven, vriendinnen van de drie zussen. Het eindigt met twee verloofde en een zeer succesvolle zus, die samen besluiten hun leven definitief te gaan beginnen. Nu het voorspel over is. Tja.

De schrijfster had er beter drie voorspellen van kunnen maken. Alle drie de zussen een eigen verhaal. En voor de duidelijkheid vader en moeder aanduiden als meneer en mevrouw. Dat zou het geheel een stuk leesbaarder hebben gemaakt. 

17 oktober 2017

Dansen is plezier voor twee

Het is nog steeds te leen in de bibliotheek, als ik de online catalogus mag geloven. Beschrijving van gezelschapsdansen vroeger en nu, zo luidt de omschrijving, waarbij veel verduidelijk wordt in de rijkelijk aanwezige kleurenfoto's.

Die beschrijving, het klopt helemaal. Eerst leende ik het boek geregeld in de bieb, later vond ik het voor een schappelijke prijs bij de Slegte. Ook al iets wat verleden tijd is. Iets leuks vinden bij de Slegte, nadat je het jaren eerder bij de bieb leende. De Slegte bestaat niet meer. Maar goed, dat is een ander verhaal.

Dansen is plezier voor Twee dus. Ik gebruikte het als naslagwerk om mijn Engelse spreekbeurt mee voor te bereiden, in de vierde van de havo. En later, op de bibliotheekopleiding, had ik het nodig om mijn diaserie mee te maken, als onderdeel van het vak audiovisuele media. Ik heb er heel wat foto's uit nagetekend. Uitvergroot, ingekleurd, kado gedaan of zelf gehouden. Want ik was dol op stijldansen, in die tijd.

Tussen 1987 en 1994 stond ik minimaal eens per week op de vloer, bij dansschool Bilderbeek. Om mijn chachacha nog maar eens uit te voeren of gezellig te kletsen tijdens een quickstep, waarbij mijn ene voet automatisch voor de andere ging. Nog altijd kan ik hele stukken uit het omvangrijke repertoire uit mijn hoofd. En bij al dat dansen hoorde dus een boek. Naderhand vond ik meerdere boeken over hetzelfde onderwerp. Maar zoals deze waren ze niet.

Dit is juist geen droge opsomming van pasjes, met getekende voeten en pijltjes. Geen lange lijst van figuren. Het zijn foto's en tekeningen, met daartussen een goed verhaal. Perfect om een spreekbeurt mee voor te bereiden, inderdaad. Of om te gebruiken als begeleidende tekst bij een diaserie. En natuurlijk, het is jaren tachtig. Zoals het toen op de foto stond, zowel de amateurs als de professionals, zo is het nu al lang niet meer. Maar het blijft wel heel leuk om te zien.

Een boek vol herinneringen. Heel letterlijk. Ik heb kasten vol met boeken, maar deze staat echt op de bovenste plank. Goed zichtbaar. Uitgegeven in samenwerking met de Federatie Dansleraren Organisaties, zo staat er in de catalogus verder. En er zit een literatuuropgave in. Daarmee is het nog een officieel naslagwerk ook. Een officiële organisatie die de verantwoording op zich wil nemen en een lijst met boeken om verder te raadplegen. Zo zijn ze zeker niet allemaal uitgegeven. Ik denk dat ik t maar weer eens ga opzoeken. Wie weet valt er nog wel wat na te tekenen.

02 oktober 2017

Je hoort bij hem Katrientje

Katrientje de Wit woont in een boerendorp, in een oude hoeve. De Kickers Bloem is een van de weinige boerderijen die niets heeft overgehouden aan de watersnood van 1953. Het staat op een terp, daardoor zijn alle bomen bewaard gebleven.

Ze heeft de HBS gedaan en daarna een knip- en naaicursus. Nu brengt ze haar dagen door met moeder helpen en haar eigen kleren maken. Plus die van wat familieleden. Of er vriendinnen zijn, van de HBS, welke vakken dat ze graag volgde, of ze favoriete leraren had, we komen het allemaal niet te weten. De HBS was een voorloper van het atheneum. Als meisje ging  je daar niet zo maar naar toe. En na je diplomering niets anders doen dan je moeder helpen en een korte cursus kleermaken, was toch meer iets wat je deed, als je al verloofd was. Maar dat is Katrientje nog niet. Al gaat het er wel van komen.

De kandidaat is Harmen Oostveen, een boerenzoon een eindje verderop in de straat. Hij heeft ook de HBS doorlopen. Zijn broer werkt al in het bedrijf van hun vader. Desalniettemin blijft er voor Harmen ook nog genoeg werk over. Al zal hij de boerderij nooit erven. Die gaat naar zijn broer Cor, die gaat trouwen met Tiny. Hij blijft er ook wonen. Harmen wil vooruit in het leven. Het liefst naar Canada. Emigreren, jawel, daar gaan we weer.

Natuurlijk moet Katrientje met hem mee. Al kan ze haar thuis eigenlijk niet missen. Dat spreekt toch voor zich. Wat doet een mening van een vrouw er toe. Zelfs het aanbod van vader De Wit, om zijn boerderij over te nemen, wordt door Harmen in de wind geslagen. Logisch toch?

Ze heeft er nog een logeerpartij bij haar broer in de Noordoostpolder voor nodig, om er achter te komen. Daar waar haar schoonzus Adrie in een koor zit en de knappe dirigent Katrientje het hof probeert te maken. Want ze is een verademing te midden van al die kakelende kippen, die niet eens wijs kunnen houden. Dirigent Van Bree moet haar er op wijzen, dat ze Harmen moet volgen. Waar ook ter wereld.

Bruiloften worden in een boerenschuur gehouden en kermis is er de grootste vorm van vermaak. Kinderen uit het dorp gaan met een HBS diploma op zak gewoon bij hun ouders op de boerderij werken. Als je getrouwd bent, moeten er kinderen zijn. Kinderloos zoals Adrie is een groot verdriet. Maar vier kinderen krijgen in vier jaar tijd, zoals Katrientjes zus, is ook niet zoals het zou moeten. In een dorp koop je geen bruidsjurk, die laat je je schoonzusje in elkaar zetten. En datzelfde meisje steelt de show op het bal in een sprei, waar ze met een paar steekjes een prachtige rok van weet te maken.

Het is allemaal heel rolbevestigend. O, er werd met elkaar getrouwd, dat klopt. En een meisje had verder niet veel meer te wensen als ze eenmaal een verloofde had. Maar een beetje meer aandacht voor haarzelf had Cok Grashoff haar toch wel kunnen meegeven. Illustrator Borrebach had Marilyn Monroe voor ogen, zo lijkt het wel. Het maakt Katrientje alleen maar nog ongeloofwaardiger.