15 mei 2011

Maar Mieke bleef op haar post

De omslag van Herson (alias Herry Behrens) is typisch jaren zeventig. Misschien is het ook wel een van de latere werken van Netty Koen-Conrad, want in een oudere versie ben ik ze nooit tegengekomen. We zien Mieke met een frivool groen sjaaltje op een witte blouse. Wie het verhaal leest, komt al snel tot de conclusie, dat ze er nooit zo uit kan zien, met het leven dat ze leidt. Lijdt, eigenlijk, met i-j.

Want Mieke is de huissloof, al sinds moeder overleed. Zestien jaar, was Mieke toen en vader had geen geld voor een hulp. Hij verbood het haar eenvoudig om nog langer naar school te gaan. En dus zorgt Mieke voor het gezin. Voor vader, haar broers Remco en Bas, haar zussen Tonia en Emmy en vooral voor Kareltje. Het jongste broertje, dat niet helemaal in orde is. Die er de oorzaak van is, dat moeder overleed. Op de omslag is er weinig van te merken. Daar staat Kareltje vrolijk te wezen, in een rood t shirt. Hij heeft alle aandacht voor een heer in blauwe spencer en gele blouse met grote puntkraag.

Die man met bril is Leo Carels, een onderwijzer van dertig jaar. Een broer van Trees, de nieuwe buren van de familie van Mieke. Hij is wijs en verstandig en krijgt het voor elkaar Kareltje het een en ander bij te brengen, zodat hij naar de gewone lagere school kan. Helemaal op de achtergrond staat een arts. Dat is Otto van Zevenaer. Jeugdvriend van Mieke, zoon van de burgemeester en van adel. In ieder geval vermogend, want in dat geval hebben ze in het geval van Netty Koen-Conrad altijd een naam die je normaal met dubbel a en nu met ae spelt.

Otto maakt opnieuw werk van Mieke, maar zij kan het gezin niet in de steek laten. Zij blijft 'op haar post'.  Hij zegt van haar te houden, dat ze aan zichzelf moet denken. Mieke noemt het 'eigenliefde' wat hij heeft. Wat praat ze wijs, voor een meisje van twintig. En wat is ze een voorbeeldig huisvrouw, al was ze vier jaar geleden nog net zo'n onschuldige scholier met pretjes als haar beide zussen. Ze weet de lievelingskostjes van haar broers en zussen, maakt schooljurken, smeert brood, kookt, poetst, kortom: ze is de vervanger van moeder.

Dan komt Leo om haar hand. Tegen hem kan ze zeggen, dat ze van hem houdt, maar nu nog niet. Ze wil de relatie zuiver vriendschappelijk houden, tot de tijd er rijp voor is. Tot ze thuis gemist kan worden. Aldus een meisje van twintig tegen een man van dertig. En hij accepteert. Hij zal wachten. Op die voor beiden hoopvolle toekomst, die ze tegemoet gaan. En hoe die er uit ziet, lezen we stellig in deel 2. Wordt vervolgd dus. Alleen nu nog niet. Want onlangs kocht ik op een rommelmarkt naast dit eerste deel, ook het derde en vierde. Deel 2 is dus nog niet in mijn bezit.

En Otto? Die verlooft zich met Aleid van Opsomeren tot Wassenaer. Jawel, een freule die Wassenaer met ae schrijft. Deel 3 en 4 heb ik intussen ook gelezen. We zijn nog niet van Otto af, al lijkt het daar in het eerste deel wel op. En met Leo? Dat blijft wat. Zo veel is al wel duidelijk. Dat mag geen verrassing zijn, voor wie Netty en haar oeuvre kent.

Geen opmerkingen: