23 juli 2017

Mieke van de Rozenlaan

Mieke zit in het laatste jaar van de lagere school. Ze heeft een moeilijke achternaam: Jonquière. Het is een Franse naam. Haar opa kwam uit Frankrijk. Broer Claude is naar hem vernoemd. Dan is er nog de iets jongere broer Flip en het nakomertje, babyzusje Louise, die Loulou genoemd wordt. Mieke's vader is leraar oude talen op het gymnasium. Moeder is huisvrouw, maar dan wel een met een hulp. Financieel is er dus niets te klagen.

Het verhaal speelt zich af in 1946. Net na de oorlog. En dat blijkt uit het hele verhaal. Het snoep is nog op de bon. Er zijn verhalen van bomen die gekapt werden bij gebrek aan brandstof in het laatste oorlogsjaar. Er komt een Joods meisje in voor, dat onder een andere naam heeft weten te overleven. Mieke's vader heeft ondergedoken gezeten. Klasgenootjes gaan bij oud onderduikers op vakantie.

Sinds een poosje is Mieke bevriend met Ada, die een slechte invloed op haar heeft. Mieke wordt er jaloers om. Bovendien verwaarloost ze haar vriendin Josje, die kinderverlamming heeft en niet meer naar school kan. Mieke komt gelukkig bijtijds tot inkeer. Ze herstelt haar vriendschap met Josje. En Ada is inderdaad geen goede partij voor haar. Dat blijkt, wanneer Mieke's moeder met Ada's moeder gaat praten.

Het slechte gedrag van Ada is gedeeltelijk te verklaren, aldus de schrijfster. Want we lezen, dat Ada's vader met zwarte handel een fortuin verdiend in de oorlog. Nu nog verkoopt hij snoep in het illegale circuit. Daarom kan de familie nu op stand leven. Maar eerlijk verdiend is het allemaal niet. En dan blijkt Ada ook nog van haar vader te te stelen. Moeder weet zich met haar brutale dochter geen raad.

Mieke gaat haar zomervakantie beleven. Josje komt logeren. Mieke krijgt een nieuw vriendinnetje. Non, het uit Indië teruggekeerde kleinkind van de buurvrouw. Broertjes Flip en Claude hebben ook vriendjes in de buurt, die komen spelen. Er zijn belevenissen rondom het huis. Maar over Ada geen woord meer. Die lijkt ineens wel van de aardbodem verdwenen. Er is nog één mededeling. Ada zou binnenkort misschien naar Amsterdam gaan verhuizen. Mieke hoopt het maar.

Door haar vriendschap met drie heel verschillende meisjes komt Mieke herhaaldelijk in conflict met zichzelf, aldus een officiële samenvatting, maar met steun van haar ouders en haar geloof vindt ze toch steeds de 'goede' weg. Dan volgt er nog een persoonlijke recensie. Zoetsappig braaf verhaal, waarin het protestants christelijk element een grote rol speelt, af en toe zelfs licht discriminerend. Alles wordt wel erg zwart-wit afgeschilderd.

Een duidelijk oordeel, dat ik in de recensies van de latere drukken van Goud-Elsje nooit heb terug gezien. En de recensent had gelijk, wat mij betreft. Mieke lijkt, dankzij de illustraties van Rie Reinderhoff, op Els en op Annewieke. Maar wat verhaal betreft niet. Dit werd voor het eerst uitgegeven in 1949. Misschien had Max de Lange nog veel last van eigen nare herinneringen aan de oorlog. En heeft de dat in een kinderboek van zich af proberen te schrijven. Ze had het beter niet kunnen doen. 

Geen opmerkingen: