18 juli 2013

Puck reikt naar de maan

Puck werkt bij rubberfabriek Patria, in Den Haag. Het is er saai en het gebouw is oud. Puck, die secretaresse is, zou willen dat er iets bijzonders gebeurde. En wordt op haar wenken bediend. De secretaresse van de beide directeuren, vader en zoon Verhaar, is ziek geworden. Net nu er een zakenreis naar Londen op het programma staat. Dan moet Puck maar mee, op het allerlaatste moment. Roef, roef , kantoorvoorraad en typemachine mee, in een taxi van de zaak naar huis, gauw spullen inpakken, vlug naar Hoek van Holland, waar de taxi nog een lekke band krijgt en razendsnel de boot op. Daar treft ze haar beide directeuren. De vader een gemoedelijke gezellige oude heer, de zoon een onsympathiek individu, goed in tennis, maar ongenaakbaar. En eigenlijk weet je het dan al.

Eerst ontstaat er vriendschap op de boot, waar Puck ook kennismaakt met ene Jules Limette, die - hoe toevallig - werkzaam blijkt bij een van de Engelse rubberfirma's waar Puck met haar directeuren naar toe gaat. En dan wordt je als lezer even op het verkeerde been gezet. Wie zal het worden? Jules of de jonge directeur, Max Verhaar? Puck moet hard werken en wordt gewantrouwd, aangezien ze zo maar is meegekomen en niet de 'echte' secretaresse is. Maar ze is accuraat, heeft haar 'vijfjarige met glans doorlopen' en volgt Engelse handelscorrespondentie, waar ze binnenkort examen voor moet doen. 

In het hotel schuift de jonge directeur haar een paar Engelse ponden toe, om haar onkosten mee te voldoen. Puck gaat er mee op pad en sluit prompt vriendschap met een meisje wat ze in de stad tegenkomt. Ze mag er zelfs komen logeren in het weekend. En Max Verhaar, die eigenlijk met de trein naar Brighton wilde gaan, weet Puck te overhalen, mee te gaan. Incognito, als een vriend, niet als haar baas.  Dan volgt een weinig relevant verhaal over een feest en een avontuur in de Engelse buitenlucht, een optreden met zang en gitaar van Puck en Max en vervolgens de terugtocht naar Nederland.

Waar alles al snel weer is zoals het was. Of toch niet? Want Puck heeft niet alleen vriendschap gesloten met May, ze is in dat ene weekend ook nog eens verliefd geworden op Max. Het levert haar een onduidelijke ruzie met haar ouders op, die verder nergens in het verhaal een rol spelen. En dan blijkt zijn secretaresse toch zieker dan gedacht, zodat Puck nog wat langer voor de jonge directeur moet werken. Iets, wat haar niet makkelijk afgaat. Ze besluit te solliciteren naar een andere baan en komt terecht bij de PTT, waar - alweer heel toevallig - de man van een oud collegaatje van Patria blijkt te werken. Er volgt nog een onduidelijke vriendschap met Han, een jonge mannelijke collega. Misschien wel alweer bedoeld om je als lezer op het verkeerde been te zetten.

Lang werkt Puck niet bij de PTT, een paar weken maar. Dan zoekt de oude meneer Verhaar haar op en vertelt, dat hij uit het bedrijf is gestapt en met pensioen gaat. Hij emigreert naar Zuid Frankrijk, waar hij een secretaresse / chauffeuse / typiste / gezelschapsdame voor zoekt en dat mag opnieuw Puck zijn. Want hij heeft vele secretaresses gezien, zoals Puck waren ze nooit. Waarmee een flink aantal pagina's zonnige zuiden gevuld kunnen worden. Na Londen, een promotie en een andere baan ook nog een baan in Frankrijk. Het kan niet op. Het eindigt met een bezoek van Max, die ze van het vliegveld moet gaan halen. En zijn aanzoek aan haar. Wat er precies met Jules en Han verder is gebeurd, wordt niet duidelijk. Ja, Puck wilde de maan, als het om de liefde gaat. En die heeft ze gekregen. In de vorm van haar voor haar ouders zo onbereikbare directeur.

Ook dit is wel een beetje veel verhaal voor één deel. Als ik Hella Jansonius was geweest, had ik dit over twee of drie delen uitgesmeerd. Hoe Puck bij Patria kwam, de reis naar Londen en ten slotte die naar Frankrijk.

Geen opmerkingen: