21 april 2014

Ik zou zo graag...

Joecky van Arkel - voluit Jacqueline, maar zo noemt haar vader haar alleen als hij iets ernstigs met haar te bespreken heeft - is negentien jaar. Ze heeft een jaar geleden eindexamen gedaan en sindsdien lummelt ze maar een beetje rond. Vader is advocaat en procureur, moeder schrijft en broer studeert voor arts. Er is geld genoeg voor een dienstbode en een mooi huis in Den Haag.

Er is een vriendin die ze al vanaf de kleuterschool kent, Guus. Met haar drinkt ze thee en snoept ze bonbons. Guus werkt als privé secretaresse en is helemaal weg van haar chef, meneer De Faille. Die zich met een freule heeft verloofd en er ook mee trouwt.

Broer Wim heeft verkering met een Haagse nuf, zoals Joeky het noemt. Gelukkig ziet hij dat zelf ook bijtijds in en verlooft hij zich aan het eind van het verhaal alsnog met Guus. Volgens beproefd Koen-Conrad recept. Anneke verlooft zich met de broer van vriendin Ineke, Tineke verlooft zich met de broer van vriendin Loes, Sylvia verlooft zich met de broer van vriendin Tonia.

Halverwege het verhaal komt er nog een nichtje over uit Amerika en met haar komen de fatterige boemelstudenten ook weer om de hoek kijken. Niet bepaald voor het eerst. Er wordt gezeild. Ook eerder gelezen. Al is het dan nog niet eerder voorgekomen, dat er een zeilboot in de oorlog voor eten is verkocht, zoals de vader van Guus in dit verhaal wel blijkt te hebben gedaan.

Joeky moet haar best doen om een baantje te vinden, maar gelukkig heeft ze een invloedrijke vader, met talloze relaties. Zo probeert ze het even als reclame actrice, daarna als journaliste en ook nog even als telefoniste. Uiteindelijk wordt het een verloving. Met buurjongen en musicus Frederik, die ze eigenlijk altijd maar heel vervelend vond. En er is nog iets van een studie, die ze wil gaan volgen. Maar dat die niet af komt, is niet erg, want ze is toch al zo goed als verloofd.

Een erg van de hak op de tak spring verhaal, is dit geworden. Dat nichtje uit Amerika, daar wist de schrijfster niet zo goed raad mee. Uiteindelijk blijkt er dan een verloofde aan de andere kant van de oceaan te zitten, maar die kwam zo maar uit de lucht vallen. Net zoals die van Guus en Wim, of die van Joecky zelf. Dit keer geen nachten en dagen van twijfel. Ook geen hoofdpersonen die uitblinken in het huishouden, zodra dat nodig is, bij zus of moeder. Ook geen vriendin of bekende, die er voor zorgt, dat ze voldoening vindt als verpleegster, of zoiets.

Ik zou zo graag...  is vooral hap-slik-weg. Elk hoofdstuk zijn eigen verhaaltje. Dat vormt dan samen weer een nieuw West-Friesland boek, van de gevierd schrijfster Netty Koen- Conrad.  In twee edities, 1957en 1963. Met illustraties van Hans Borrebach.

Geen opmerkingen: