10 januari 2016

Kwikzilver

Als je zoo'n luchtig, lenig verhaal van Cissy van Marxveldt begint te lezen, is je eerste gedachte: m'n hemel, wat een oppervlakkig, frivool gedaas in de ruimte. Zo begint een bijna negentig jaar oude recensie van Kwikzilver in Het Kind, een tijdschrift uit 1927. Het was, anno december 2015, ook precies wat ik dacht toen ik er aan begon. En die gedachte blijft je bij terwijl je, geamuseerd en meegenomen door de intrique, aan één stuk dit boek uitleest: wat een hol gebabbel en wat een zouteloos gedoe. En toch ... De tweede indruk is: knap geschreven. Staat even verderop gelezen. Dat was ook exact wat ik dacht. Maar op een andere manier, dan dat het destijds werd bedoeld. Ik vind het vooral heel knap, dat je een boek zoveel decennia later nog altijd goed uit kunt lezen. 

Dertig jaar later verscheen de tweede druk. Zoals steeds: tintelend van leven, maar vooral in het eerste gedeelte wel wat erg mondain en oppervlakkig, aldus het tijdschrift Idil, in 1956. Bij de zoveelste herdruk, een aantal wordt niet meer genoemd, uit 1970 is het geworden tot: Deze meisjesroman met ouderwetse toestanden, getypeerd door volmaakt huispersoneel zonder hartelijke gevoelens, gewilde humor en zich onnozel gedragende volwassenen die heel gemakkelijk van een wuft, leeg leven overstappen naar heldhaftig dragen van moeilijkheden kan men niet meer au serieux nemen.

Inmiddels zijn we weer ruim veertig jaar verder. Inmiddels kun je geen enkele meisjesroman meer 'au serieux' nemen. Ook niet de verhalen die toen nog als zeer leesbaar werden gezien. Maar Cissy van Marxveldt was destijds natuurlijk ook al ouderwets. En misschien wel te vaak herdrukt. Dit verhaal over Babs van Reede, die een kantoorbaantje aanneemt als haar man zijn zaak moet verkopen en ziek wordt, doet inderdaad erg onrealistisch aan. Ik heb veel meisjesboeken waarin verwende dochters naar voren komen. Die eindigen doorgaans als echtgenote van een man zonder zorgen. En als er al wel zorgen zijn, dan weten ze écht aan te pakken en dan gaat het nog wel eens fout, ook. Daar leren ze van.
  
In Kwikzilver gaat zelden wat fout. Babs blijkt heel goed te kunnen aanpakken, terwijl ze dat nooit hoefde te doen. Haar rijke vriendinnen laten haar niet in de steek, terwijl het heel normaal was geweest, als dat wel was gebeurd. Het gebeurt in al die andere, soortgelijke verhalen namelijk wel. Babs komt ook nooit echt tot inkeer. En het eindigt bovendien met een mooie nieuwe toekomst in het dan nog ideale Indië, dat in de herdruk Indonesië blijkt te heten, terwijl het zich toch nog voor de Tweede Wereldoorlog afspeelt. Een rijke toekomst, waar weer nieuwe bedienden zullen zijn. Want eigenlijk kun je ook niet zo goed zonder, als welgesteld echtpaar.
Babs lijkt op Marijke. En op Joop. En op Judith. En op nog wel meer vrouwelijke hoofdpersonen, die Cissy van Marxveldt opvoerde in de boeken die ze schreef. Want ook deze Babs is vlot, windt alles en iedereen om haar vinger, is goede maatjes met dienstbodes en kindermeisjes, maar tegelijkertijd een meisje van stand. Zoals ik ze al veel meer gelezen heb.

Het is zoals zo vaak. Een schrijfster breekt door, haar boek wordt een succes en vervolgens worden alle volgende boeken in dezelfde stijl geschreven, omdat ze zo succesvol zijn. Leuk, om die drie recensies achter elkaar te zien staan. De inhoud van het boek bleef hetzelfde, de tijd verstreek. Kwikzilver werd in 1993 nog door Westfriesland in een dubbelroman opgenomen, samen met Het nieuwe begin, ook van Van Marxveldt, onder de titel Malligheid. De eerste druk verscheen in 1926. Dat is dus best bjizonder, dat een boek zo lang mee kon. Al zal het dan op het laatst vooral uit nostalgie zijn geweest, dat het nog werd gelezen. Maar ach, dat is zo'n beetje alles, wat ik hier bespreek. Nostalgie.

Geen opmerkingen: