Dertig jaar later verscheen de tweede druk. Zoals steeds: tintelend van leven, maar vooral in het eerste gedeelte wel wat erg mondain en oppervlakkig, aldus het tijdschrift Idil, in 1956. Bij de zoveelste herdruk, een aantal wordt niet meer genoemd, uit 1970 is het geworden tot: Deze meisjesroman met ouderwetse toestanden, getypeerd door volmaakt huispersoneel zonder hartelijke gevoelens, gewilde humor en zich onnozel gedragende volwassenen die heel gemakkelijk van een wuft, leeg leven overstappen naar heldhaftig dragen van moeilijkheden kan men niet meer au serieux nemen.

In Kwikzilver gaat zelden wat fout. Babs blijkt heel goed te kunnen aanpakken, terwijl ze dat nooit hoefde te doen. Haar rijke vriendinnen laten haar niet in de steek, terwijl het heel normaal was geweest, als dat wel was gebeurd. Het gebeurt in al die andere, soortgelijke verhalen namelijk wel. Babs komt ook nooit echt tot inkeer. En het eindigt bovendien met een mooie nieuwe toekomst in het dan nog ideale Indië, dat in de herdruk Indonesië blijkt te heten, terwijl het zich toch nog voor de Tweede Wereldoorlog afspeelt. Een rijke toekomst, waar weer nieuwe bedienden zullen zijn. Want eigenlijk kun je ook niet zo goed zonder, als welgesteld echtpaar.
Babs lijkt op Marijke. En op Joop. En op Judith. En op nog wel meer vrouwelijke hoofdpersonen, die Cissy van Marxveldt opvoerde in de boeken die ze schreef. Want ook deze Babs is vlot, windt alles en iedereen om haar vinger, is goede maatjes met dienstbodes en kindermeisjes, maar tegelijkertijd een meisje van stand. Zoals ik ze al veel meer gelezen heb.
Het is zoals zo vaak. Een schrijfster breekt door, haar boek wordt een succes en vervolgens worden alle volgende boeken in dezelfde stijl geschreven, omdat ze zo succesvol zijn. Leuk, om die drie recensies achter elkaar te zien staan. De inhoud van het boek bleef hetzelfde, de tijd verstreek. Kwikzilver werd in 1993 nog door Westfriesland in een dubbelroman opgenomen, samen met Het nieuwe begin, ook van Van Marxveldt, onder de titel Malligheid. De eerste druk verscheen in 1926. Dat is dus best bjizonder, dat een boek zo lang mee kon. Al zal het dan op het laatst vooral uit nostalgie zijn geweest, dat het nog werd gelezen. Maar ach, dat is zo'n beetje alles, wat ik hier bespreek. Nostalgie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten