24 februari 2016

Lekker eten - eenvoudig koken

Deze Elsevier Pocket is weer een leuke uitdaging voor het vak 'titelbeschrijven' dat ooit op de bibliotheekopleiding werd gegeven. Omslag, titelpagina en rug, het luidt allemaal net iets anders. Wat dit in elk geval is? Een handzaam boekje met een kleurige jaren zestig omslag. En behalve veel genummerde recepten, in hoofdstukken verdeeld en per hoofdstuk een aparte, alfabetische index, staan er ook een paar overwegingen van de schrijfster in. Die zijn 'om te smullen'. Om in stijl te blijven.

Neem nou het hoofdstuk Hoe kookt de moderne gastronoom. Daarin wordt uiteengezet hoe zeer de manier van koken afwijkt van die van 25 jaar geleden. In het geval van deze pocket was dat dus nog vóór de Tweede Wereldoorlog. Er worden gerechten opgesomd, die toen populair waren, maar 'nu' nauwelijks meer opgediend worden. Kijk, afgezien van de kosten ligt de zaak toch wel zó dat wij huisvrouwen overbelast zijn, zo luidt de verklaring van dat fenomeen. Een Aaltje of Mientje achter ons formuis, met haar fijne witte mutsje op, haar zwarte japonnetje en haar zwarte wollen kousen, behoort tot een haast niet meer te geloven legende. Inderdaad. Maar Aaltjes en  Mientjes waren ook vóór de oorlog niet gangbaar, hoor. Ik ken ze eigenlijk alleen uit de boeken van Cissy van Marxveldt. De meeste huisvrouwen uit de jaren dertig zorgden zelf voor het eten, het poetsen, de opvoeding.

Ook het hulpvaardige, alles voor ons opknappende meisje in huis, die het ons huisvrouwen vroeger mogelijk maakte om uitgebreid en weloverwogen te winkelen en dan net zo lang in de keuken te gaan kokkerellen als we wilden, behoort tot het grijze verleden. Dat soort meisjes, daar heb ik inderdaad meer verhalen over gelezen. Toch is het nooit zo geweest, dat de gemiddelde Nederlandse huisvrouw zich zo iemand standaard kon veroorloven. In de jaren vóór de oorlog was het crisis. Zo'n hulp in de huishouding moet toch al snel luxe zijn geweest. In de latere delen van Goud-Elsje komt het niet kunnen vinden van een meisje nog wel eens ter sprake. Of gaat het er over vrouwen die 'uit zuinigheid eigenlijk alles alleen doen'. Maar dan zitten we al in de jaren vijftig.

Ook dat was dus allemaal toen. 'Nu' moet moeder de vrouw het allemaal zelf doen. Voor echt, uitgebreid koken is niet veel tijd meer over en dus is het zo handig, dat er 'tegenwoordig' allemaal zo veel diepvries- en blikproducten te koop zijn. Het bespaart veel tijd en is net zo goed als vers. Naar maatstaven van het echte nu, dus opnieuw vijftig jaar later, duurt het allemaal nog veel te lang. En o, wat is het toch weer allemaal vet. Alles met een sausje, gebakken in de boter, royaal voorzien van olie en soms zelfs alle drie. Het waren de jaren zestig, het kon niet op. Letterlijk.

Elsevier moet een gedegen uitgever zijn geweest. Zelfs van een pocketkookboek als dit werd nog een naslagwerk gemaakt. Het is een chronologisch overzicht van gerechten, met tussendoor alfabetische indexen die verwijzen naar genummerde recepten. Waarom een chronologische lijst met nummers, die vervolgens op alfabet worden gezet, vraag ik me als informatiespecialist af. Misschien dat een huisvrouw zo een recept makkelijker kon onthouden. Zodat ze het, als het bij haar heer gemaal en hun gezin in de smaak viel, nog eens kon maken. Het geheel eindigt met een grote, overkoepelende index, ook weer op alfabet met verwijzingen naar receptnummers.

Ik bezit lijvige boekwerken uit die tijd, die zichzelf 'Encyclopedie' noemden, die heel wat beroerder zijn in structuur en opbouw, dan deze pocket. Wat dat betreft is dit kookboekje fenomenaal.

Geen opmerkingen: