11 oktober 2018

Anneke Bloemen vertelt over zichzelf

Ze schreef ontzettend veel, vaak meerdere boeken per jaar. Veel er van werden meerdere keren herdrukt. Toch is er digitaal bijna niets over haar te vinden. Leni Saris, Max de Lange, Cissy van Marxveldt, Sanne van Havelte, ook al leven ze geen van allen meer, ze hebben toch hun plaats op internet veroverd.

Als ik Anneke Bloemen aan Google vraag, krijg ik eigenlijk alleen maar advertenties van haar boeken te zien. Over haarzelf lijkt niets te vinden. Een aparte pagina kan ik er dan in deze blog met goed fatsoen ook niet van maken. Maar na iets beter zoeken - blijft handig, die bibliotheekopleiding... ;-) - vond ik, in een PDF van de IDIL, een interview met haar terug. Waar ze iets over haarzelf opschrijft. Het is niet alleen een echt verhaal van een schrijfster, de manier waarop ze het vertelt, zou zó in een van haar boeken gekund hebben. Ze kan het leuk vertellen. 

Hoe afgezaagd en misschien wel er dik bovenop gelegd voor iemand die boeken schrijft, zo schrijft ze, ik was stápel op lezen. Even verderop: Zoals veel kinderen vond ik het heerlijk om een nieuw schrift te vinden [...] Dat nieuwe schrift werd altijd een 'boek'. Een schrift waarin blaadje na blaadje entoesiast werd volgepend. In precies dezelfde spelling liet ze Annemieke, Polly, Loesje, Merel en al hun vriendinnen ook praten in haar verhalen.

Na de schriften, die meestal niet vol kwamen - geen vervolg, schrift kwijt, verhaal ging vervelen, volgden de dagboeken. En daarna werd er getrouwd. Was er geen tijd meer voor schrijven. Dat laatste vermeld Anneke niet, dat mogen we als lezers zelf constateren. Het was haar man, die beschikte over een onuitputtelijk optimisme, die haar aanspoorde om toch vooral weer te gaan schrijven. Iets dergelijks stelden de mannen van Cissy en Max ook al voor, vlak na het trouwen. Ze werden er alle drie succesvol in.

In Anneke's geval vroeg haar uitgever zelfs direct om twee verhalen. Vervolgdelen, om meteen mee in de aanbieding te gaan. Min of meer gedwongen, zo zegt ze, verscheen dus direct het tweede boek. En zo zou het blijven, jarenlang. Meteen twee boeken over hetzelfde meisje, graag in hetzelfde jaar. Want, zo las ik ooit in een artikel, series zetten aan tot sparen.

Dit artikel is, zoals zo vaak, voor mij persoonlijk ook weer heel herkenbaar. Anneke Bloemen dekt zich in, als ze zegt, iedereen lacht altijd als ik vertel hoe ik schrijf, maar ik kan het niet helpen. Ik lach er niet om. In tegendeel. Ik zit alleen maar heel instemmend te knikken. Met een vaag plan in mijn hoofd begin ik aan een boek en terwijl ik schrijf, spelen de gebeurtenissen zich als het ware voor mijn ogen af en hoef ik alleen maar te vertellen wat ik 'zie'.

Anneke Bloemen was een pseudoniem, zo heb ik ooit gelezen in de vakliteratuur. In het echt heette ze A.M.C. Geurts- Govers. Haar werkelijke roepnaam weet ik niet. In dit interview schrijft ze dat ze geboren in in Den Haag. In 1929. Dat staat hier niet bij, maar ik had het al eens eerder ergens gelezen. Of ze nog leeft? Het tegendeel heb ik nog nooit ergens gevonden. Maar het zou natuurlijk best kunnen, zo langzamerhand. 

Geen opmerkingen: