16 december 2010

Als je ogen open gaan

Geen illustraties, maar een band- en omslagverzorging. En wel door Han Prins. Geen uitgeverij Callenbach meer, maar Kok, in Kampen. Het speelt zich dan ook niet meer af in de jaren dertig en veertig, maar al in de jaren zestig van de vorige eeuw.

De Rolling Stones komen voorbij. Nozems en hippies. Er is een getrouwde man, die er met een getrouwde vrouw vandoor gaat. Goed, de figuren in hun boek hebben er zo hun mening over, maar Max de Lange gaat in 'Als je ogen open gaan' niet langer aan de moderne tijd voorbij.

Het is het vervolg op 'Joos van Heek vliegt uit'. Het verhaal gaat verder met de volgende ochtend. Daar, waar Joos gisteren nog zo gelukkig was, in de wetenschap dat ze van Frans van Popta hield, is ze nu alleen nog maar verdrietig. Want hij is geen weduwnaar, maar getrouwd, met een krankzinnige vrouw.

Het vertelperspectief wisselt nog al eens, maar dat stoort niet. De hoofdrol is veel voor Joos, maar ook voor haar werkgeefster Maret Royer. Voor Frans van Popta en voor haar vriendin op het dorp, Bauk BesteBreurtje. Verder komen er alleen maar bekende namen voor. Joos' vader, die een ongeluk krijgt. Haar oppervlakkige moeder en dito zusje Ineke.

Joos moet thuiskomen, om bij haar vader in de zaak te komen helpen. Nog altijd is ze niet gecharmeerd maar wel bevriend met Douwe. Ze toont aan niemand, dat ze verdriet heeft om Frans. Ze sluit zelfs vriendschap met hem. Maar wanneer hij haar vraagt, als inwonende oppas voor zijn beide dochters, zegt ze nee. Niet uit zelfbescherming, maar omdat ze de verantwoordelijkheid niet aan kan.

Als vader genezen is, mag ze als dank mee op een groepsreis naar Noorwegen. En daar ontmoet ze Arjen Schotanus. Hij is de broer van Bauk. Ze blijken elkaar nog te kennen, van de doop van Bauk's jongste dochtertje. Het komt een beetje plotseling over. Zo maar een nieuwe man in de verder zo vertrouwde omgeving, met enkel bekende namen.

En terwijl dat van Frans nog niet eens zo lang geleden is, zet ze nu 'haar hart open' voor deze jonge ingenieur, die veel beter bij haar past. Hij moet eerst nog in dienst en zij gaat een opleiding volgen in de zwakzinnigenzorg. Ze hoeft niet meer terug naar de familie Royer en ook niet naar de winkel van haar vader. Wat kan het leven mooi zijn. Met God aan boord, uiteraard.

Geen opmerkingen: