05 april 2011

Ik? Een boek voor meisjes

Ook dit boek kocht ik tweedehands, zoals de meesten uit mijn verzameling. En aan de aanschafdatum te zien - 6 maart 1999 - is het op een van de snuffelmarkten in De Brabanthallen geweest. Daar kocht ik veel, tegen het einde van de vorige eeuw. De vorige eigenaresse was ene Ans de Laat. Ze kreeg het in 1956, voor Sinterklaas. Zo staat het er ten minste in geschreven. Zulke boeken, waarin nog iets van de eigenaar zichtbaar is, zijn het leukst. En ik vraag me dan altijd weer af: waarom is het op de rommelmarkt terecht gekomen?

In ieder geval is het nu al weer ruim tien jaar in mijn bezit en ik gooi het niet zo maar meer weg. Je zult het wel een vreemde titel vinden, aldus de schrijvers in het voorwoord. Trouwens, het héle boek wijkt een beetje af van wat je gewend bent. We kennen jou niet, maar we zijn blij met je kennis te maken. De schrijvers hopen ten slotte, dat de lezeres het ook prettig vindt, met hen kennis te hebben gemaakt.

Het boek gaat inderdaad, zoals het voorwoord al vertelt, over van alles en nog wat. En het is geschreven in de meisjestaal van toen. Die uit de meisjesboeken. 'O..... ééééééééénig!!'' Dat was steevast de reactie van de meisjes wanneer ze de foto hiernaast zagen', staat te lezen op pagina 19. Hoe vindt u me? is de openingszin van het gesprek met een man, op pagina 28. Helemaal bont maken ze het op pagina 55: Telkens weer als ik ongesteld ben, en dat is nog maar drie keer gebeurd, heb ik het gevoel dat ik, ondanks alle pijn en narigheid, een zoet geheim met me meedraag en daarom, al heb ik er niets dan last van, verheug ik me in zekere zin weer op de tijd dat ik dat geheim in me zal voelen.

Jawel, menstruatie is een feestje. Sterker nog, een zoet geheim. Klopt, je bent er even zoet mee. Zo van je twaalfde tot je vijftigste. Ver voor en ver na dat je moeder zou willen worden. Maar dat vertellen ze er in dit boek maar niet bij. Bloot slaat dood, aldus pagina 110. Wat dat wil zeggen? Dat je niet altijd kunt doen, wat je graag zou willen. Er zijn mensen, die hun innerlijk kleden, zoals de mode dat eist. Geen bikini of korte broek, als je op de fiets stapt, dus.

Mijn eerste dansles, pagina 163: ik stond op de gladde vloer zoet te kijken naar de leraar, terwijl ik dacht aan de meisjes, die uitgleden en met hun partner op de grond vielen. Bij ritmische gymnastiek val ik ook vaak, dus er was geen enkele reden waarom ik dat hier niet zou doen. Dit is om te lachen en tegelijkertijd ook waar. Het verwoord precies de onzekerheid van een meisje. En niet alleen een meisje van toen. Zo denk je nu nog wel eens als je vijftien bent.

Er staat iets in over jongens. Over verliefd zijn, houden van, trouwen. Moeder worden. Hoe het over tien, of vijftien jaar zal zijn, met de lezeresjes. Het zou best kunnen dat jullie over een jaar of tien, vijftien al met je eerste baby op schoot zitten. Ten slotte nog iets over geloven. Het katholieke geloof, wel te verstaan. De redactie zat in Nijmegen. En richt zich op de laatste bladzijde nog eenmaal tot Ans, Leonie, Yvonne, of Ineke of hoe je ook heten mag. De voornaamste die kan beoordelen of dit boek geslaagd is, ben jezélf.

Is het boek geslaagd? Dat zou ik moeten vragen aan iemand die in de jaren vijftig een jaar of vijftien, zestien was. Ouder dan mijn moeder, jonger dan mijn oma. Ik zal het eens aan mijn tante vragen.

Geen opmerkingen: