
Alle vier de zussen zijn vrijgezel. Marijke zit nog op de middelbare school en is een jaar of vijftien, in het eerste deel. Hoe oud de anderen precies zijn, wordt niet duidelijk. Wel, dat ze aan het eind van deel een alle drie een man hebben. Gerda en Fie allebei een man uit de straat. Fie trouwt met Chiel, hun nieuwe overbuurman, die zijn intrek neemt in t Zonnehoekje. En Gerda trouwt met Han, de makelaar van een paar huizen verderop. Voor Em is er een planter uit Indië, die Gerard heet.
In het tweede deel is duidelijk geworden, dat Marijke moet gaan werken voor de kost. Ze wordt helpster in een rusthuis. Ruut, haar vriend uit de buurt, vindt het maar niets. Ze zijn zo goed als verloofd, maar deze verloving komt door Marijke's zo anders geworden toekomstplannen op losse schroeven te staan.

Wat volgt zijn de belevenissen bij de familie Van Echten en in het rusthuis. Een reis naar Menton, waar Marijke als verzorgster van een patiënt uit het rusthuis mee naar toe gaat. Daar, aan de Rivièra wijst ze aan de lopende band huwelijksaanzoeken af. Van Jan Smit, een oud klasgenoot. Van Jo, een nog jonge patiënt uit het rusthuis en ten slotte verbreekt ze ook nog haar schijnverloving met Ruut. Die zich al gauw daarna met Ada van Polland verloofd.

Het is eigenlijk net het verhaal van Joop ter Heul, maar dan nog met iets meer bravoure. En het is heel duidelijk, dat de boeken van Cissy van Marxveldt als inspiratiebron voor vele schrijfsters is geweest. De Marijke reeks verscheen voor het eerst aan het einde van de jaren twintig, uitgegeven door Valkhof. Daarna nam De Erven Loosjes ze kort over, om ze over te doen aan West-Friesland. Illustrator Hans Borrebach voorzag ze zes keer opnieuw van illustraties. Kennelijk is er veel vraag naar geweest. Persoonlijk bezit ik vier van de zes Borrebach-versies.

Sterker nog: volgens mij worden ze na negentig jaar nog steeds herdrukt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten