18 juli 2012

Vier vriendinnen willen op kamers


Ingrid, Ilse, Tineke en Femke zijn vier vriendinnen, die in Amsterdam gaan studeren en een kamer zoeken. Of ze al geslaagd zijn voor hun eindexamen wordt niet vermeld. En ook over de toekomstige studies aan de universiteit wordt niets vermeld. Wel, dat ze samen in een huis willen gaan wonen. En dat het vinden van vier kamers in een huis in Amsterdam niet meevalt. De eigenaar van een koffieshop – waar toen nog gewoon koffie verkocht werd – helpt hen aan een oud herenhuis. Omdat er nog veel aan gedaan moeten worden, kunnen ze het voor een appel en een ei huren.

De broer van Femke hoort van het plan en verklaart ze voor gek. Zijn vriend, Hans, zou ze wel willen komen helpen met schilderen, maar moet trainen voor de vierdaagse van Nijmegen, die hij van plan is te gaan lopen. Het brengt Femke op het idee, met haar vriendinnen ook aan de grote wandeltocht te gaan doen, bij wijze van weddenschap. Lopen ze hem uit, dan knappen Bart, Hans en zijn vrienden de etage op. De weddenschap wordt aangenomen. 

Hiermee begint het eigenlijke verhaal pas. De vier vriendinnen gaan oefenen voor de vierdaagse. Tijdens een zo’n wandeling moeten ze bij noodweer schuilen bij de familie Beentjes. Zoon Tom blijkt student medicijnen en biedt aan, zich op te werpen als verzorger van de wandelaars. Iets wat hij zeer letterlijk op blijkt te nemen: hij arriveert in Nijmegen met een fietskarretje met sirene, die een vriend van hem ‘uit een oude ambulance heeft gehaald’ en die hij met een dynamo aan weet te drijven. Bekeurd wordt hij er nergens mee, mensen schrikken alleen maar als hij er mee langs komt. 

Wat volgt is een zeer waarheidsgetrouwe beschrijving van de Nijmeegse Vierdaagse en de aanloop er naar toe. Anouk van Arnhem heeft zelf in die buurt gewoond, weet ik. En zelf woon ik er nog. Iets wat een meisje in de Randstad voor waar aannam, terwijl ze het las, lees ik nu als een heleboel inderdaad-momenten: de Vierdaagse camping op Heumensoord, die je met een speciale extra het  Goffertstadion, op het ‘normaal als voetbalveld in gebruik zijnde’ grasveld. Klopt ook. De Goffert is het stadion van NEC. Het inschrijven voor de Vierdaagse, moet je nog altijd op de Wedren doen. Het vuurwerk op de Waalburg, dat ‘De Waal in Vlammen’ werd genoemd.

Er wordt op de eerste dag gelopen door Bemmel, ‘een dorpje bij Nijmegen’ klopt ook. En daar in de buurt liggen, jawel, Elst, Oosterhout en Slijk Ewijk. De tweede dag van is die van Wijchen. De derde dag kent de Zeven Heuvelenweg. Berg en Dal en Groesbeek komen voorbij. Op de vierde dag gaan ze via de Scheidingsweg in Mook.  Er zijn blaren, er is spierpijn, ze kunnen amper meer lopen, maar gaan ten slotte toch allemaal bij de ook al bestaande  Sint Annastraat op vrijdag de finish over. Eigenlijk ontbreken alleen de traditionele gladiolen bij aankomst. Dat zijn, in dit geval, emmers verf en kwasten. En het afsluitende Blarenbal slaan ze, met een zwaar geblesseerde Femke, maar over. 

Helemaal alles door de jongens laten schilderen blijkt niet te gebeuren. De meisjes helpen zelf mee. En de vader van Femke, die aannemer is, heeft ook zijn handen niet in zijn zakken gehouden, zo vertelt hij op een etentje in het ook al bestaande Nijmeegse Belvédère restaurant. 

Het verhaal eindigt met een mooi ingerichte verdieping in Amsterdam. Tom heeft zijn liefde aan Femke verklaard en de Engelse Barry, die ze tijdens het lopen hebben leren kennen, aan Tineke. Hoe het met haar gehavende voet afgelopen is, wordt niet meer verteld. Er zijn nog wel plannen voor een weerzien  geweest. Met zijn allen op Interrail. Het komt in het verhaal even ter sprake. Misschien had Anouk daadwerkelijk al een vervolg in gedachten. Maar dat is nooit verschenen.

Interrail bestaat intussen al lang niet meer. Het Blarenbal werd tot een tien dagen durende Nijmeegse Zomerfeesten, die met wandelen niets meer te maken hebben. De Vlaggenparade is afgeschaft, de Waal in Vlammen gaat dit jaar wegens omstandigheden ook niet door. En er rijdt nog wel een bus naar de camping op Heumensoord, maar ook die is al lang zo druk niet mee.
Mooi tijdsbeeld, dus, dit verhaal. Van nog niet eens zo lang geleden.

Geen opmerkingen: