28 oktober 2015

Een bus vol avonturen

Liesbeth van der Zee is twaalf en doet niets liever dan lezen. Maar dat kan niet altijd, want ze moet ook nogal eens klusjes in huis doen. Dat kan moeder niet, want ze is druk in het familiehotel. De verklaring voor het werk van Liesbeth is simpel. Ze is de oudste. Zus Heleentje is te klein en broer Geert hoeft het niet,want.... hij is een jongen. Ze wou dat zij een jongen was, dan hoefde ze ook nooit boodschappen te doen. Lang leve de jaren vijftig. In hetzelfde, eerste hoofdstuk komt nog zo'n leuk tijdsbeeld voorbij. Over tante Carry, de jongste zuster van haar moeder. Ze is ongetrouwd, maar niet vervélend. Dat komt, omdat ze pas vierentwintig is. En Liesbeth haar geen tante hoeft te noemen.

Tante Carry is assistente bij de Openbare Stadsleeszaal van Berkenhout. En ze vindt, dat er in het stadje zelf wel genoeg gelezen wordt, maar in de dorpen rondom kan het nog best een beetje beter. Liesbeth heeft een plan. Waarom niet boeken per bus naar de dorpen brengen? Een bibliobus, jawel. Al wordt het hier niet zo genoemd.

Er wordt een oude autobus gevonden, die door de smid wordt omgebouwd. Tante Carry haalt haar groot rijbewijs. Dan wordt het Paasvakantie en kunnen ze op pad. Tante Carry, Liesbeth en haar vriendin Hanneke. De bibliotheek is voer voor allerlei avonturen, voor bespiegelingen over boeken. Over romanfiguren, die ook in werkelijkheid kunnen bestaan. Want hoe zou een schrijver anders aan zijn inspiratie komen?

Dan is de paasvakantie weer voorbij. Liesbeth en Hanneke moeten weer naar school, tante Carry gaat terug naar de leeszaal, waar ze orde moet scheppen, na dagen van afwezigheid. De catalogus bijvoorbeeld, moet dringend bijgewerkt. En er werd geklaagd dat de zaal altijd gesloten was, sinds de komst van de bus. Kennelijk bestiert tante Carry bus en leeszaal helemaal in haar eentje, terwijl ze toch assistente is. Als zij in de bus op pad is, moet de leeszaal worden gesloten. Er is blijkbaar geen vervanger. En over een hoofd van de leeszaal wordt niet gesproken. Nou ja, het hoofd van de mulo is tevens hoofd van de leeszaal, maar dat is geen bibliothecaris.Tante Carry mag en doet alles voor haar leeszaal. Zo mag Liesbeth ook met haar Den Haag, om boeken voor de leeszaal te kopen.

Het verhaal van de bibliobus is best de moeite van het opschrijven waard, vindt Liesbeth. Daarom schrijft ze een bekend schrijfster een brief. Er komt een boekenfeest met verkleedpartij en van dat feest wordt een film gemaakt. Er komen stukken in de krant over de boekenbus. En uiteindelijk zelfs een boek. Met als titel.... Een bus vol avonturen. Waarmee het onrealistische verhaal van Freddy Hagers in elk geval een origineel slot heeft gekregen. En het uiteindelijk een mooi tijdsbeeld werd.

Waarin jonge vrouwen van vierentwintig al meteen bestempeld werden als vrijgezel. Meisjes in het huishouden moesten meehelpen, omdat ze meisjes waren. Mensen op het platteland nog ontwikkeld moesten worden, omdat de intellectuele wereld hen niet kon bereiken. Mooie woorden, gebruikt tante Carry, zo staat er. Ontwikkeling van de bevolking, verbetering van het geestelijk peil, opvoeding van de jeugd vooral. Lezen is kennis en kennis is macht, zegt het spreekwoord. Een belezen mens telt voor twee.  Ach ja. Vroeger. Toen de bibliotheek nog iets met uitsluitend boeken was. En elke nieuwe vestiging er van met gejuich ontvangen werd, in plaats van wegbezuinigd door de gemeente.

Geen opmerkingen: