14 april 2016

De Mieke serie van Netty Koen-Conrad

Ze doen het bijzonder goed bij een grauwe, grijze avond of dag, in combinatie met een fleecedeken, pantoffels en een kat op schoot. De boeken van Netty Koen-Conrad. Het heerlijke jaren vijftig of zestig leven. Het was de tijd van zuinig aan en sparen, maar er was niets meer op de bon. Het huishouden, bij voorkeur gecombineerd met de zorg voor een paar eigen kinderen, was nog steeds het hoogste ideaal voor een vrouw.

Een echtgenoot, vader of broer, hij mocht dan druk zijn met zijn werk of studie, dat gaf allemaal niets, zo lang jij er maar voor hen was, als rots in zijn branding. Huishouden doen, zelfs met een hulp, was wel degelijk een beroep. En de hobby's, die je als vrouw uitoefende moesten in het teken van de huisvlijt staan. Dat laat Netty in al haar boeken wel doorschemeren, maar bij haar boeken over Mieke Carels-Hogengbirk slaat ze door.

Mieke als oudste zus, als echtgenote, als moeder, ze doet werkelijk niets anders. En ze doet het met plezier. Met een grote verantwoording. Deel 3 begint met een Miek, die in slaap gevallen is op een stoel. Haar tweeling is ziek geworden die nacht en ze heeft nauwelijks geslapen. Zo vindt haar vader haar, midden op de dag. Stel je voor, dat Leo me zo had gevonden. Mooie vertoning van de ijverige huisvrouw, zo berispt ze zichzelf. Dan staat ze vlug op, om zichzelf in het fatsoen te brengen en de verloren tijd in te halen.

Als we haar toch niet hadden, is een uitspraak die ook in bijna elk hoofdstuk wel voorkomt. Vader verzucht het in deel 1, de broers en zussen in deel 2, haar man in deel 3 en haar kinderen in deel 4. Ja, wat moesten we zonder Miek? Dan was het gezin uiteen gevallen, omdat ze moeder zo goed heeft vervangen (deel 1). Dan had Leo nooit zo'n zorgzame en lieve echtgenote gehad (deel 2). Dan had broer Remco nooit met Sylvia kunnen trouwen, het was immers Miek die het contact in stand hield, toen Sylvia's vader dat verbood (deel 3). En had zus Tonia zichzelf nooit gerealiseerd dat John Faber, haar oude leraar Engels, zo'n ideale echtgenoot kon zijn. Het was immers Miek, die hem als tafelheer uitnodigde voor Tonia (alweer deel 3).

In deel 4 kan Minca Miek's taak al een beetje overnemen. Maar dan is zus Emmy er nog. En die vindt haar rust bij Miek. Komt daar ook tot het besef, dat ze als doktersassistente bij Otto moet gaan werken. Trouwt met hem. Otto, de broer van Sylvia, en de eerste liefde van Miek. Waar Sylvia een vriendin van Tonia was en net als Emmy een paar jaar eerder nog dweepten met John Faber. Tussen de meisjes op de middelbare school en de verloving met Tonia ligt slechts een jaar of vier. Dat is niet veel, op een mensenleven.

Miek doet de was, ze strijkt, maakt de kamers aan kant. Ze kookt. Smakelijke schoteltjes als lunch, variaties op bestaande gerechten als avondeten. En ze weet van een eenvoudig maal een diner te maken, als de omstandigheden dat van haar vragen. En in die uren die overschieten, zet ze zich achter de naaimachine of de breipennen. Dusters voor Emmy en Tonia, een sjaal voor broer Bas, een eigen trouwjurk. Een japonnetje voor Minca. IJstenues voor haar zusjes, haar broertje, haar kinderen, haar pleegdochter. Zou ze wel ooit een moment voor zichzelf hebben gehad?

Nou ja, helemaal aan het eind van deel vier, wordt het haar te veel en krijgt ze 'een inzinking'. Het is bepaald erfelijk te noemen. Vader Hogenbirk kreeg er een, na het overlijden van moeder. Broer Remco, na het beĆ«indigen van zijn verkering. Zus Emmy na een verloren liefde. Broertje Karel is zelfs helemaal nooit echt in orde geweest. Maar  Mieke zal er wel weer bovenop komen. Wat moeten we immers zonder haar? Dan waren wij allen reddeloos verloren. 

Geen opmerkingen: