19 april 2016

De Uruguees

Een jongensboek, dit keer. Ik spaar ze eigenlijk niet. En liet ze eigenlijk ook altijd liggen. Maar ja, we hebben het hier wel over een vroege Borrebach. Een kadootje van een meisje aan een jongen, althans, dat is wat ik uit het kriebelschrift in kroontjespen kan halen, op de eerste pagina. Gekregen in 1930. Zesentachtig jaar geleden. Laat de ontvanger toen een jaar of veertien zijn geweest. Dus geboren in 1916. Honderd jaar geleden.

De Uruguees lag zo maar voor een euro bij de kringloop. Met een heleboel illustraties tussen de tekst. Een mooie omslagtekening op het linnen en aan de binnenkant zat ook nog een gekleurde illustratie geplakt. Ik heb het dus gekocht. En meteen gelezen. Het geheugen van Nederland geeft een mooie omschrijving van het verhaalWouter Duynstee, bijgenaamd 'De Uruguees' (veel voetbalhelden kwamen uit Uruguay) ziet af van de Olympische Spelen in 1928 omwille van zijn studie.

Er is een volledige versie te lezen via de website van de digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren. In ouderwetsche spelling, dus met extra klinkers op plaatschen waar ze nu al lang niet meer hooren. Maar het verhaal is nog veel meer dan een voetbalboek. Het weerspiegelt de jaren twintig. Er is nog standsverschil. Mag Wouter wel zo maar lid worden van die voetbalclub, als HBS-er met een eenvoudig vader? Het wordt nog een heuse discussie op de bestuursvergadering.

Wouter krijgt via zijn directeur dus een baan aangeboden, maar hij heeft ook de kans om als voetballer te schitteren in het Nationale elftal. Om de baan als sportleraar te kunnen aanvaarden, zal hij zijn diploma zo snel mogelijk moeten halen. Maar dan kan hij niet trainen voor de Olympische Spelen. Hij vraagt zijn leraar om advies. Die zegt, dat hij zeker voor de studie moet gaan. Immers, als gymleraar kan hij elk mens van dienst zijn, als lid van het Nationaal elftal doet hij het hooguit voor het team. En wat is nou beter?

Dat eerste natuurlijk. En Wouter krijgt de baan, nadat hij is afgestudeerd. Ook al omdat hij katholiek is. Hij doet zijn werk niet alleen voor zichzelf. Hij doet het voor alle menschen. In dienst van O.L.H. Onze Lieve Heer. Want de schrijver was katholiek en daarmee het boek ook. Kees Spierings droeg zijn boek op aan zijn kameraden uit zijn sport tijd.

Zelf was hij meer dan vijfentwintig jaar onderwijzer in Den Bosch, aldus de Bossche encyclopedie. Hij bewerkte toneelstukken en regisseerde ze ook. En schreef, behalve dit boek, nog meer verhalen voor jongens. Wie weet kom ik er nog wel eens een tegen, zo bij de kringloop. Dan schaf ik het aan. Voor de verzameling zijn ze prachtig, bij nader inzien.

Geen opmerkingen: