05 oktober 2016

Het leven is zo rijk


Mette verliest haar ouders in de oorlog. Als kind van een jaar of tien besluit ze te vluchten. Te voet. Ze weet de Pools-Duitse grens over te steken en daarna de Nederlands-Duitse. Ze spreekt haar talen vloeiend en is de dochter van een beroemd zangeres. Zo weet ze snel het huis van haar oom, broer van vader, te vinden. Daar wordt ze liefdevol opgevangen, totdat een verdwaalde Engelse bom daar een einde aan maakt. Mette overleeft het als enige.

Ze erft alles van haar oom, wordt opgevangen door een oude en onbekende tante. De oorlog maakt alles schaars en zo raakt ze snel door haar geld heen. De oude tante sterft, ze krijgt een voogd. Na de oorlog vindt ze een baantje als schoonmaakster in een tehuis voor moeilijk opvoedbare kinderen. Dan komt het bericht van Erik, haar zwager. Haar zus Liesbeth is in Indiƫ in een kamp omgekomen, vlak na de geboorte van hun dochtertje Elisabeth. Een dochtertje dat door de bezetter mismaakt is geraakt.

Vader en dochter komen naar Chez Soi, hun huis in Nederland. Erik stuurt een royale cheque vooruit, waarmee Mette het  huis mag inrichten. En uiteraard zichzelf verwennen. Als vader en dochter arriveren, blijkt Erik nog betrekkelijk jong en dochter een moeilijk kind, dat zich niet wil binden aan een nieuwe mevrouw. Dan komt ook nog Hans in beeld, vriend van Erik. 

Wordt het Hans of Erik? Ze willen haar allebei. Mette wil het liefst Hans, maar wil ook Elisabeth niet in de steek laten. Het blijft tot de laatste paar pagina's een vraag. Het wordt Hans, maar toen zat Chinny met Erik in haar maag. En met zijn dochter. Dan komt er ineens een baan voor Erik uit de lucht vallen, in Amerika. 

In het laatste hoofdstuk zijn ze ineens getrouwd, Mette en Hans. En gaan ze samen voor Elisabeth zorgen. Natuurlijk is het de bedoeling, dat er nog een paar kinderen bij gaan komen. Wat er met Chez Soi is gebeurd, wordt niet duidelijk. Mette is met man en nichtje op de kwekerij gaan wonen. Waar Hans, even in de dertig, eerst lang met zijn moeder woonde. Maar die is nu in een tehuis voor oude vrouwen gaan wonen. Als was het een vrouw van in de zeventig, in plaats van eind vijftig.

Het leven is onrealistisch, met veel te veel leed om als kind aan te kunnen. Met een zus die in een vrouwenkamp een kind heeft gekregen van haar man, die in een totaal ander kamp zat. Echtparen zagen elkaar in die tijd soms jaren niet. Maar zuslief werd blijkbaar van afstand zwanger. Wie er gedurende de oorlog, na haar dood voor haar kind heeft gezorgd, wordt ook niet duidelijk. 

Een kind heeft misschien moeten vluchten in de oorlog, maar niet dwars door drie landen heen, terwijl ze zich overal verstaanbaar kan maken. Ze zou al lang ergens op een boerderij opgevangen zijn, waar ze was heengebracht door een soldaat. Erik is arts, maar waar? En hoe? Hij wil een eigen praktijk beginnen, maar is tegelijkertijd zo gewild dat ze hem zelfs vanuit Amerika weten te vinden. 

Wat dit boek leuk maakt? Het kaartje, om nieuwe abonnees te werven. Wel frankeren met een postzegel, van acht cent. Het boekje met daarin de nieuwe titels en de winnaressen van de platenspeler, de platenbon en de transistorradio. Alles anno 1963. En bewaard gebleven, Dat maakt het de moeite waard. Niet het verhaal. Dat is onrealistisch en afschuwelijk. 

Geen opmerkingen: