17 oktober 2016

Waar ben ik thuis?

Dit is geen meisjesboek, dit is een sprookje. Er zitten veel te veel toevalligheden in, om het nog een roman te laten zijn. In talloze boeken uit die tijd zitten dingen die eigenlijk niet kunnen, maar dit verhaal is wel heel erg.

De hoofdstukken hebben elk een titel, het eerste heet 'Lompenlotje.' Charlot is daar een meisje van een jaar of tien. Haar vader heeft een winkel in tweedehands kleding en stoffen, vandaar dat 'lompen'. Haar moeder is overleden, vader is hertrouwd. Daarna zijn er nog drie kinderen geboren. Uit het eerste huwelijk kwam ook nog een zoon voort. George is dus een volle broer van Charlot en hij deugt niet. Charlot is een droomster, die zich niet thuis voelt in het milieu van haar vader. En haar stiefmoeder haat haar. Dat is wederzijds. Dan leert Charlot een schilder kennen. Tot zo ver hoofdstuk 1.

Hoofdstuk 2 heet 'Charlot'. Ze is inmiddels een meisje van een jaar of negentien en woont al geruime tijd bij de schilder en zijn vrouw. De schilder is geen schilder, maar eigenaar van een grote rederij. Ze zijn verhuisd naar een plaats dicht bij de haven. Ver weg van de achterbuurt waar Charlot vandaan komt. Zo af en toe bezoekt ze haar echte ouders. George begint thuis steeds minder te deugen. Nu zijn er ook aanwijzingen dat hij steelt.

In de daarop volgende hoofdstukken gaat Charlot met haar pleegouders naar Afrika, war een zus van haar pleegmoeder woont. Ze is getrouwd met een eigenaar van enorme hoeveelheden grond. Misschien wel de machtigste man van het hele land. En ze heeft een zoon, Peter. Natuurlijk wordt het wat tussen Charlot en Peter.

Maar eenmaal in Nederland blijkt haar broer George totaal uit de bocht gevlogen en in een heropvoedings inrichting te zijn beland. Dat past niet bij Peter Hertorius en al zijn grond. Charlot wil ook niet meer bij haar pleegouders wonen en zoekt een baan als kinderverzorgster. Maar Peter laat het er niet bij zitten.

Charlot en Peter worden het opnieuw samen eens, Charlot gaat terug naar haar pleegouders en ook met haar eigen ouders herstelt ze het contact. George mag mee naar Zuid Afrika, zodra zijn heropvoeding er op zit. Diezelfde George maakte haar een paar jaar eerder het leven nog zuur. Maar ja, Charlot heeft De Liefde met Het Grote Geld leren kennen en dan wordt alles anders. Zelfs voor haar biologische ouders. Die kunnen een goedlopende textielzaak overnemen. Met geld van Peter en zijn ouders,

Haar stiefmoeder, die niet wist wat ze met haar aan moest, vergaf ze al veel eerder. Haar vader, die haar tien jaar bij oma achterliet voor haar opvoeding, heeft ze ook al vergeven voordat het hoofdstuk 3 wordt. Tja.

Meisjes uit een armoedige buurt komen niet zo maar een schilder tegen. Schilders zijn ook niet tegelijkertijd directeur van een rederij. Directeuren van een rederij adopteren niet in enkele zinnen een kind, zonder tussenkomst van een bevoegde instantie. Ouders van een rijke zoon willen niet per se een meisje uit een achterbuurt als schoondochter. En mensen uit een achterbuurt hebben ook nog wel iets van trots.

Het staat er allemaal niet in. Zoals ik al zei, dit is een sprookje. En in sprookjes kan nu eenmaal alles. Zeker als ze afkomstig zijn van Nederlands bekendste veelschrijfster. Geïllustreerd door Hans Borrebach, uitgegeven door West-Friesland. Zowel in Zonne-reeks als in Witte Raven.

Geen opmerkingen: