24 mei 2012

Handboek voor de smalfilmer

Dit is met recht een 'toen boek'. Nog een beetje meer dan de vele fotografieboeken van zijn hand. Han Herckenrath is namelijk een pseudoniem van Hans Borrebach, dat hij, zo zei hij eens, 'alleen maar had gebruikt, om de markt niet vol te gooien met één naam.'

Handboek voor de smalfilmer begint met een stukje aardige theorie. Over de geschiedenis van de smalfilm, van oorsprong de benaming voor 16 mm film. Het hoofdstuk heet 'Levendige opneemtechniek' en de schrijver geeft en passant ook nog zijn persoonlijke visie: het filmen is vooral voor de filmer opvoedend en men krijgt er op de lange duur allerlei kostelijke eigenschappen bij. Dat leest als een zin uit een meisjesboek. Net als films die iets te betekenen hebben, films die ook zonder geluid duidelijke taal laten horen en films die de beschouwer op een of andere wijze tot in het diepst van zijn gevoelens beroeren.

De toon is gezet. Maar een beetje waar is het wel. Ik heb een aangetrouwde oom gehad, die amateurfilmer was. Veel van de mensen, die hij eens gefilmd heeft, zijn nu oud of leven niet eens meer.  Toch kunnen we het nog steeds terugzien. Dat heeft inderdaad iets met duidelijke taal en gevoelens beroeren van doen. Daar wil ik eerlijk in zijn.

Van gekochte titelletter tot getekende titel is een tot de verbeelding sprekend hoofdstuk. In die tijd waren er nog geen computers, waarmee je in het beeld eenvoudig een titel kon plakken. Je kon er een titelapparaat voor kopen, of zelf neergelegde letters filmen. Iets als fade out bestond nog evenmin, daarvoor moest je verloopfilter hebben. Een gemeen goedje, want het kon zowel je kleding als het tafelkleed bederven. Je moest er dan ook glazen maatbekers en trechters voor gebruiken.

Er is een hoofdstuk over het zelf monteren van je film. Dat betekende toen letterlijk de film knippen en plakken. Daarom was het raadzaam veel meer te filmen dan je nodig had, beter te veel dan te weinig. Want je kon altijd nog knippen. Voordat je daarmee aan de slag ging, bekeek je eerst je film door een soort miniprojector, die viewer heette. Je moest er bij dat knippen wel op letten, dat heden en verleden logisch in elkaar over bleven lopen, dat het geen houterig geheel werd. Borrebach geeft er een aantal foefjes voor, die hij met voorbeelden illustreert. ... en net als ze zich om wil draaien vervloeit de scene naar een shot uit het heden. Een andere Eva komt er voor in de plaats met een lach die sprankelt van levenslust en tintelend zonlicht, dat zich duizendvoudig weerkaatst in de waterdruppels op haar huid. 

Waarmee Borrebach verkapt maar weer eens zijn voorkeur voor het vrouwelijk (naakte) schoon uitsprak. Dat deed hij ook in zijn fotoboeken, in talloze illustraties voor meisjesboeken en als schrijver van diezelfde meisjesboeken.Ook dit boek is leuk om te hebben, bevat veel technische informatie en, voor wie iets meer over de persoon achter de schrijver wil komen, ook de nodige leuke dingen. Foto's van elegante dames achter een filmviewer, terwijl zoiets toch echt mannenwerk was. En natuurlijk, ook in dit boek een kleurenopname van een dame in bikini. Met deze keer als excuus: een uitleg van de begrippen medium shot en medium close up. Alsof je zoiets niet met een abstract tekeningetje zou kunnen doen. Grappig.


Geen opmerkingen: