27 april 2015

Om de plaats in huis


Jacqueline van der Lugt is achttien en zit in het eindexamenjaar van het gymnasium. Ze kan goed leren, maar staat er niet al te best voor. Dat komt omdat het thuis niet is wat het moet zijn. Moeder is na een lang ziekbed overleden en vader staat er met zijn
drie kinderen alleen voor. Het huishouden komt op Jacqueline neer, die daar geen tijd voor heeft. Vader werkt en de jongere broer Gé en zus Nieske zijn nog te jong om er zich iets van aan te trekken.

Vader heeft plannen om te hertouwen, met tante Marian. Eind goed al goed, zo lijkt het, maar nee. Jacqueline wordt tegendraads, gooit er met de pet naar, wordt ziek van de spanning en 'moet' van de huisarts ergens naar toe waar alles nieuw en leuk is. Dat wordt Parijs waar, hoe toevallig, ook een vriendin van tante Marian woont. Eenmaal terug in Nederland is het al lente en staat ze er nog steeds slecht voor. Voor zes vakken een onvoldoende. Maar daar is vriend Ralph, een student medicijnen, die haar helpen wil. Ze slaagt. En wordt ten huwelijk gevraagd. Voor haar taak zich voor te bereiden als doktersvrouw heeft ze nu tijd genoeg, toch? Einde.

Dit verhaal van Guus Betlem is er een zoals er tientallen geschreven werden in de jaren vijftig. Op zoek naar een plek in het gezin, waar je geboren bent. Jij, als half weeskind, voorzien van een vleugje avontuur in Parijs, het eindexamen en de liefde. Ging alles maar zo makkelijk en simpel. Want het is helemaal niet zo eenvoudig om met zes onvoldoendes je eindexamen te halen. Dat lukt meestal niet. Zo veel dokters die bij wijze van herstel een vakantie in het buitenland voorstellen zijn er ook niet. En net na je eindexamen al ten huwelijk worden gevraagd is ook niet echt gangbaar. Maar goed.

Hans Borrebach maakte er een mooie, symbolische omslag bij. Jacqueline poseert er tegen een foto van haar beide ouders, vader in kleur, want in het heden en moeder in
zwart wit, want overleden. Zeer geschikt om uit te worden gegeven door West-Friesland. Dat is dan ook gebeurd. Tot twee keer toe. Want na de Zonne-reeks volgde enige jaren later ook nog de uitgave in de Witte-Raven Pocket Reeks. Met minder geslaagd omslag.

Waarop Guus Betlem alias Freddy Hagers en zijn vriend de illustrator Hans Borrebach zich weer op hun volgende verhaal in de lange reeks konden storten.

Geen opmerkingen: