21 oktober 2009

Het geluk van de huisvrouw


Nog niet zo heel erg oud (2004), dit boek, maar een absolute 'must-have'. Het geluk van de huisvrouw is geschreven door Mayke Groffen en Sjouk Hoitsma. Er hoorde een gelijknamige tentoonstelling bij, in het Schielandshuis te Rotterdam, die ik helaas niet heb gezien. Maar dat geeft niet, het boek spreekt genoeg tot de verbeelding.

Het boek is verdeeld in zeven hoofdstukken. Opgedeeld in de dagen van de week krijg je zo een aardig beeld van het beroep van alle vrouwen, tot in de jaren zestig. Maandag wasdag. Over de was behandeling, zonder en later met apparaten. Dinsdag strijken en verstellen. Na het drogen van de was volgt de nabehandeling. Woensdag gehaktdag. Over eten kopen, koken en bewaren. Donderdag nieuw naaien. Want we kochten nog lang niet alle kleren, we maakten het meestal zelf. Al dan niet uit een bestaand kledingsstuk. Vrijdag kamerdag. Over het poetsen en onderhouden van het huis. Zaterdag kijken en vergelijken. Wanneer manlief thuis is met zijn salaris, gaan we op pad. Tenslotte: zondag rustdag. Verplichte rust, na een week hard werken.

Er zit een inleiding in, een goed notenapparaat, een bibliografie, een register en een verantwoording van de gebruikte illustraties. Volgens de bibliotheekopleiding dus een ideaal naslagwerk, want het voldoet aan alle eisen. Maar een naslagwerk, 'dient om er iets in op te zoeken, niet om het te lezen'. En lezen doe ik dit juist wel. Nog steeds.

De genoemde illustraties, dat zijn vooral oude advertenties, uit damesbladen. Heel oude, maar ook recentere. Over 'keukendoeken voor het moderne bruidje' (Elias), het wasmiddel 'dat zeker niet duur' is (Omo), een naaimachine die 'zóó goed is dat zelfs de kostbare bruidsjapon van een prinses ermee gemaakt kan worden' (Velo), 'kinderkleding-koopjes waarvan meisjes zeggen: "enig!" en moeders "mooi en voordelig!"(Witteveen) en ga zo maar door. Er staan foto's in, van huisvrouwen aan het werk. Interviews met huisvrouwen en hun kinderen.

De conclusie is even opmerkelijk als grappig. Want, in die honderd jaren huishouden voeren, hebben 'wij vrouwen' nog altijd even veel te doen als vroeger. Wassen mag dan wel automatisch gaan, het is nog steeds even veel werk: we hebben nu veel meer kleren dan vroeger. Kleren kopen, doen we nog steeds. Meer dan vroeger, want we maken het niet meer zelf. En mannen, die zijn nog steeds niet zo, dat ze ons vrouwen bij het huishouden helpen.

Wij vrouwen werken bijna allemaal. De week is dus niet meer gevuld met huishouden, dat doen we in de gaatjes die overschieten. Minder frequent, minder vaak, maar het moet nog altijd gedaan worden: wassen, strijken, koken, poetsen, kopen.

Geen opmerkingen: