26 oktober 2009

Zonnestraal in de mist



Al in het eerste hoofdstuk staat Miriam op het punt van trouwen met Bob, zoon van een groot aannemer. Ze is mooi en haar verloofde een goed zakenman. Ouders heeft ze niet meer, ze woont bij een vriend van vader en diens vrouw. Bij de vriend van vader heeft ze tevens een baan als directiesecretaresse. O, wat is ze gelukkig. Ai.

Wanneer een boek zo begint, weet je al: dat blijft niet zo. En dat klopt: bij een gasontploffing raakt Miriam ernstig gewond. Haar gezicht is blijvend beschadigd en het is nog maar de vraag of ze ooit nog kan zien. Voor Bob, die enkel voorspoed en een mooie vrouw wenst, een reden om zijn geluk ergens anders te zoeken. Ook al stond hij op het punt van trouwen. Wanneer hij, op advies van oom, opbiecht een nieuwe vriendin te hebben, is Miriam niet eens echt kwaad. Het is beter zo.

Miriam is wel een beetje wanhopig als blijkt, dat ze misschien wel nooit meer kan zien. Maar dan krijgt ze bezoek van dokter Nol. Hij is ook gewond geraakt, bij een ontploffing in het laboratorium. Zijn gezichtsvermogen heeft hij teruggekregen, maar zijn vrouw is er vandoor gegaan. Hij biedt de praktisch blinde Miriam een baan aan in zijn praktijk. Ze aanvaardt hem, en meer dan dat: ze trouwen.

Er zijn moeilijkheden met zijn dochter, Gina. Maar die worden bijtijds opgelost. Er komt een kind van Miriam en de dokter. Dan zegt hij Miriam iets in de strekking van: ik ben goed verzekerd, voor het geval ik onverwacht overlijd. Als trouw lezer van meisjesboeken weet je het dan al wel: ook dokter Nol sterft. Van schrik en verdriet krijgt Miriam plotseling haar gezichtvermogen terug.

De eerste vrouw van de dokter blijkt vermogend, en bij zijn overlijden houdt Miriam niets over. Geen nood. Daar is nog altijd haar pleegvader met zijn eigen bedrijf: nu Miriam weer ziet kan ze zo op haar oude plaats als directiesecretaresse komen. En daar is ook ineens Bob weer. Zijn vrouw Kitty blijkt levensbedreigend ziek. Net als je als lezer denkt het zal toch niet... verdwijnt Bob weer voor een paar hoofdstukken. Om vervolgens als weduwnaar met nieuwe trouwplannen weer op te duiken.

Is het boek dan nog niet uit? Bijna. Want op de laatste bladzij doet Fred zijn intrede. Ir. Fred, en die wil wel trouwen met Miriam. Dan zijn we er eindelijk. Dat zijn dus drie mannen - een verloofde, een echtgenoot en een aanstaande - voor Miriam en drie voor haar Bob in een paar jaar tijd. Plus het bijbehorende leed van overlijden en ziekte. Nee. Het kan ook te gortig worden.
En dan zijn de illustraties niet eens van Borrebach of Behrens. Nou ja, het kopje op het omslag, dan. Ik heb zaterdag gekocht op de Brabanthallen. Gisteren lag het al in de doos met oud papier. Er zijn grenzen.

Geen opmerkingen: